Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
Golfen? Dat was ver van ons bed en eigenlijk ‘not done’ een elitesport. En dan die ruiten broeken die die golfers droegen. Nee, dat gaan we niet doen. We tennisten met veel plezier, gemengd dubbel met vrienden, in de Alkmaarder Hout. Jan elke week fanatiek tegen een vriend in een sporthal in Limmen. Aan de manier waarop hij bij thuiskomst de sleutel in het slot stak kon ik steevast aflezen of hij gewonnen of verloren had.
Dat ik ooit zou gaan golfen wist ik zeker in 1972. Toentertijd verbleef ik in Chicago. Een paar straten verwijderd van mijn verblijfadres aldaar, lag een van die talloze Amerikaanse parken. Rollerskates, baseball, basketball, noem het maar op, de jeugd van die stadswijk kon er z’n hart ophalen. Op de driving-range van dat park hield ik mijn eerste ijzer, volledig verkeerd natuurlijk, vast. De afgeleefde 8-iron en een emmer vol oefenballen, goed voor drie dollar en een uitdaging die ik maar niet onder de knie kreeg.
De eerste kennismaking met golf was met Onno Hansum in Vlaardingen, ergens begin jaren 90. Daar had je Free Golf. Een driving range met lichte ballen die je verplicht in het water moest slaan. Deze bleven wel drijven. Geen afstand kunnen slaan voelde toch wel raar. Dus ben ik snel ergens anders gaan oefenen met échte ballen. Ver slaan was tenslotte toch het leukste van het golfspel. Pas later kwam ik erachter dat rechtdoor beter is.
Dank, Ron Peereboom, voor de uitnodiging om mee te doen aan de estafette. Toepasselijk ook wel, want in enkele van mijn golfhoogtepunten figureer jij. Weet je nog, toen we samen dat evenement van Chivas Regal in de exclusieve sneeuw van St. Moritz mochten bijwonen. Greens van ijs en Sam Torrance als flightgenoot. Extreem decadent, en we hebben nog prachtig geskied ook.
Iets schrijven over mijn golfverleden. Tja: hoe zat het ook weer… Eerlijk? Ik weet het niet zo precies meer. Wel herinner ik me een zinloze poging om m’n sportluie bestaan als eind dertiger wat nieuw leven in te blazen door aan zomeravond-honkbal met wat veteranen mee te doen.
Lieve leden van de NVGJ! Ik heb het estafettestokje aangereikt gekregen van Carien van Beek, met wie ik ooit op Ameland samen speelde. Zij won de wedstrijd en mocht daardoor in een open auto een ritje over het eiland maken op weg naar de veerpont. Ze mocht iemand meenemen en dat werd ik! Nog dank daarvoor Carien!
Eens, héél héél lang geleden, in de beginjaren van 1990, organiseerde René Brouwer in opdracht van North Sea Ferries een golfwedstrijd voor wat journalisten op de Rijswijkse. Na het spel: de gesprekken. Robbie van Erven Dorens en Charles Taylor brainstormden over sportjournalisten die ook golf konden spelen. Zij zouden toch wel redactionele aandacht kunnen geven aan het golfspel en de Dutch Open?!
Het was 1977 toen ik voor het eerst in aanraking kwam met golf al was het van korte duur. Mijn toenmalige vriendin, uit Aerdenhout, had gehoord dat je in Spaarnwoude (Velsen) kon leren golfen. Dat leek me wel wat. De baan waar Gerard Jol van aan de wieg stond. Het was nog een kale vlakte met een paar portacabins.
Mijn oom Dick sprong van de bank. Hij rende naar Chita, zijn herdershond begon te kokhalzen en te spugen terwijl hij kronkelend op de grond lag. Mijn broer en ik merkten het vreemde gedrag van Chita het eerst op. ,,Oom Dick!’’ riep ik. ,,Chita doet raar! Je moet snel komen!’’ Toen mijn oom zijn trouwe herdershond zag spartelen, gebruikte hij doortastend zijn kwaliteiten als arts. Hij dook naar de grond, wierp zich op de grote zwarte vacht, trok zijn bek open en stak zijn hand in zijn bek.
Een gelukkig man wordt doorgaans zijn hele leven omringd door lieve vrouwen. Zoals bij velen veraangenaamde in den beginne mijn moeder, vier zusjes, onze live-in Elsie en later een lieve echtgenote en lieve dochters het leven. Nog later waren er lieve vriendinnen, NVGJ golfvriendinnen en een heel lieve partner.