Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
12.06.2022
Dank, Ron Peereboom, voor de uitnodiging om mee te doen aan de estafette. Toepasselijk ook wel, want in enkele van mijn golfhoogtepunten figureer jij. Weet je nog, toen we samen dat evenement van Chivas Regal in de exclusieve sneeuw van St. Moritz mochten bijwonen. Greens van ijs en Sam Torrance als flightgenoot. Extreem decadent, en we hebben nog prachtig geskied ook.
En dan die keer dat we beiden in Miami waren voor het begin van de concertenreeks van U2. Ik was nog niet zo lang bezig en had zelden een bijzondere golfbaan gespeeld. Stond ik ineens met die reus van een Ron op de Miami Beach Golf Club. Het was een afgeragd zooitje eigenlijk, toendertijd. Maar zo mooi gelegen en vlakbij alle feestelijks dat Miami Beach zo onweerstaanbaar maakte. ‘Ik wil dit meer, meer en nog meer’, herinner ik me vooral aan die bloedhete middag.
En zoveel jaren later is dat nog steeds wat me drijft in mijn verslaving aan de prachtige golfsport. Genieten, meebeleven, ontdekken, en als het even kan mezelf overtreffen. Hoewel dat laatste een stukje minder geworden is de laatste jaren, misschien maar goed ook.
Mijn start in de golfsport? Nou, het is eigenlijk al meteen bij de aftrap fout gegaan. Want ik ben linkshandig, maar had weinig te kiezen als enige in een trio jonge verslaggevers van Dagblad Zaanstreek die gezamenlijk besloten een poging te wagen ons in de golfsport te bekwamen.
Geld hadden we niet, tenminste niet nadat de rekeningen uit de kroeg weer betaald waren, dus moesten we het met z’n drieën met een half setje ouwe stokken van clubpro Greg Dean doen. Als enige linkshandige moest ik dan maar rechtshandig proberen me het spel eigen te maken. Ik denk altijd nog dat ik verder had kunnen komen als linkshandige. Misschien begin ik nog wel een keer helemaal opnieuw met een oud setje van onze voorzitter. Ja, ik ben er gek genoeg voor. Dat weet eenieder van de NVGJ die dit leest.
De NVGJ dan. Dat nobele instituut. Ik vond het maar een stelletje stoffige ballen, toen ik mocht toetreden. Klopte ook wel, maar gelukkig hadden ze nog plek voor een extra eigenheimer. Al vond en vindt menigeen me te luidruchtig, ik heb het altijd een eer gevonden lid te zijn. Al bevreemdt het gedoe dat ik om me heen hoor nog steeds wel. Nu weer het verdwijnen van uber-ouwehoer Willem van der Elskamp uit onze gelederen. Naar ik begrijp heeft hij het er zelf naar gemaakt. Ik kan het niet beoordelen, maar jammer vind ik het wel. Niet zuur worden en elkaar een beetje de ruimte geven om zichzelf te zijn, ik wens het iedereen in onze vereniging zeer toe.
Mooie Nvgj-momenten zijn er te veel om op te noemen eigenlijk. Superreisjes naar Turkije en Curacao, de Kapok-boom in Madeira bezongen door levensgenieters Stoel en vd Schaaf. Het ontembare enthousiasme van Marijke, elke keer dat ik met uber-mafkees Onno en zijn bizarre pirouette-swing de baan in mocht en die keer dat ik de poeplap mocht trekken omdat mijn prachtige wederhelft zo stom was geweest om een hole-in-one te slaan.
Ik kan zo wel nog een jaartje doorgaan. Het winnen van de order of merit kan ik me gek genoeg weinig meer van herinneren. De winst in de matchplay wel. Op de Pan tegen powerhouse Foeke Collet. Onder hoogspanning op de negentiende hole pakte ik ‘m. Vd Elskamp zag het gebeuren en Aleid Kemper zag dat het goed was. En dan in dat sjieke clubhuis even helemaal uit m’n plaat bij de uitreiking van de wisseltrofee. Heerlijk.
Het Golfen via de Nvgj heeft mijn leven rijker gemaakt, en ik voel me nog altijd bevoorrecht lid te mogen zijn. Iedereen in de club is me lief, ja echt. Tot de buitencategorie horen wel Paul Mansoor en Gerald van Daalen. Wat wij samen meegemaakt hebben in Thailand is niet geschikt om hier prijs te geven. Maar in hen heb ik er een paar maten voor het leven bij. Dank heren, dat jullie mij nog regelmatig in jullie buurt tolereren.
Rest mij alleen nog het stokje door te geven. Geen idee wie er nog niet geweest is. Helene misschien. Toffe chick, nog niet zo lang lid. Ben zeer benieuwd wat haar indrukken van het gekkenhuis zijn.
ps redactie: Helene heeft al een Estafette geschreven. Het wordt Toussaint Kluiters.
Zal je altijd zien. Als een van de twee spelers bijtijds weg moet, moeten er extra holes gespeeld worden. 'Gelukkig' duurde de play-off niet lang. Voor Martijn dan. Sonja was er minder blij mee. Lang verhaal kort; ik won, Sonja verloor, al was het een dubbeltje op zijn kant.
We wisten niet van elkaar dat we ooit een tijdje werkzaam waren voor hetzelfde bedrijf: de uitgeversgroep NDC/VBK. Dat moet in de periode 2005-2012 zijn geweest. Aernoud Jan bovenin de top bij de boekenpoot (VBK), ikzelf als (eind)redacteur bij de noordelijke dag- en weekbladen (NDC), vooral de Leeuwarder Courant. Nu bestiert Aernoud Jan zijn eigen uitgeverij (Edicola, gevestigd in Deventer, 8 mensen in vaste dienst, 20 zzp’ers) – dat wist ik dan weer wel. ‘Gemiddeld geven we anderhalf boek per week uit’, vertelde hij. Dat is zo’n tachtig boeken per jaar. Recente bestsellers zijn de biografieën van schaatscoryfee Irene Schouten (meer dan 20.000 exemplaren verkocht) en André van Duin (idem).
Twee winnaars op de Veluwse ‘Ik kom, maar bestel wel een buggy voor me’, liet Henri me twee weken geleden weten over onze afspraak om vrijdag 16 mei de 1e ronde Mr Glow te spelen. ‘We kunnen nog drie weken uitstellen’, opperde ik. ‘Die tijd heeft Louis ons gegeven.’ Maar Henri hield voet bij stuk. Ook al had hij enkele weken geleden van zijn neuroloog gehoord dat die niets aan zijn rugklachten kon doen en had hij niet meer gespeeld sinds Nunspeet. ‘Kom je wat eerder voor koffie en inslaan?, appte ik nog. ‘Inslaan?! Ga zelfs geen oefenswings maken. Zo min mogelijk bewegen!’, appte hij terug. Met gemengde gevoelens ging ik naar de baan; wordt dit een leuke wedstrijd? Henri, wellicht gefrustreerd. Ik, wil zo niet winnen. Nou ja, hij wil zelf spelen, we gaan het zien. Met een stralende lach, roepend ‘Wat is het hier prachtig’, kwam hij aangelopen. ‘Eerst maar de buggy halen.’ Samen stonden we te klungelen bij het hok; Hoe gaat die deur open? Is dit zijn achteruit? Met enige hulp kregen we hem eruit en aan de praat. Toch een paar oefenputjes en de baan in. Henri, ook van rood. Ik, 8 slagen mee. Teveel volgens Henri. Zijn eerste afslag bleef laag, maar kwam ver. Zo ook de tweede slag. Hij verloor de 1e hole dankzij mijn extra slag. Allebei in 5. De tweede halften we. Op de derde, een lange par 4, de moeilijkste, kwam zijn verre afslag in de bunker, maar die speelde hij er geweldig uit. Alleen dankzij een fijne put en een extra slag, won ik deze hole. Inmiddels werd me duidelijk dat Henri zoveel routine heeft dat hij ondanks een paar maanden geen golf heel behoorlijk speelt. Al stond hij inmiddels wel 4 down. Op hole 7, een pittige par 4 vertelde ik hoe tijdens mijn eerste wedstrijd op de Veluwse, een clubgenote in 1 slag bij de berkjes (170m) lag en met de tweede slag (150 m) op de green. Twee puts en daarmee een par. ‘Zo moest het dus’. Prompt deed Henri haar na; zijn eerste gewonnen hole. Opluchting op zijn gezicht. Het was er nog. Hij kreeg er zichtbaar weer geloof in. En hij genoot. ‘Wat een mooie baan is dit’, herhaalde hij. ‘En wat een geweldige dag.’ Intussen slonk mijn voorsprong, we wonnen de holes zo ongeveer om en om. Henri speelde de par 5 prachtig in 5, we halften de par 3 en op hole 15 had ik twee slagen nodig om uit de bunker te komen; nog 2 down. Nu de hole die Henri als eerste won (de Veluwse is een 9 holes baan); we stonden allebei op scherp, lagen samen aan de rand van de green, maar Henri putte tot twee keer te voorzichtig: 3/2. Een dikke omhelzing en een zoen. Terwijl we naar hole 17 gingen bekende hij; ‘Deze wedstrijd heeft twee winnaars. Ik ben zo blij dat ik geen last van mijn rug heb. Ik denk dat ik me gewoon voor Welderen ga opgeven. En misschien ook voor de Gelpenberg. En mijn schaamte voor de buggy, ach dat zit vooral in mij.’ Zelf besefte ik natuurlijk dat Henri zonder zijn rugpauze waarschijnlijk een stuk moeilijker te verslaan was geweest. Op het zonovergoten terras, glas wijn erbij, praatten we na, over schrijven, boeken. Over ego-documenten; schrijfsels van mensen over hun leven, een hype. Henri bestudeert die momenteel. En hoe anders en moeilijk fictie schrijven is voor journalisten. Ik: ’Je fantasie aanzetten’. Henri: ‘Die hebben we misschien wel te lang uit moeten zetten, omdat we ons bij de feiten moesten houden. En nu kunnen we het niet meer.’ Een heerlijke middag. Al schaamde ik me voor de ooit zo vermaarde keuken van de Veluwse; een broodje bal met frietjes, was de daghap. Het is dat er een lekker glas wijn bij stond.
Sponsor Alwin de Rijke is trainer-opleider en directeur van The Sparring Partners. Hij en zijn collega's zijn vooral actief in leiderschap en personlijke ontwikkeling. Een kleiner, maar onderscheidend deel, zijn (anti-)agressietrainingen. Bij de laatste gebruikt hij vechtkunst, een leek zou het gewoon boksen noemen, om sneller door te dringen tot de kern. ,,Praten, vertellen en uitleggen, oké. Als het fysiek wordt, komt het écht binnen.''
Met trots kondigt de NVGJ aan dat Redexim de titelsponsor is van de Nations Cup 2025, het internationale golftoernooi voor golfjournalisten dat dit najaar plaatsvindt op Texel.
Klop gehad ... van mijzelf ,,Je speelt niet tegen míj, je speelt tegen jezelf.'' Michiel van Kleef had het niet duidelijker kunnen stellen. Ik doe het zelf, kampioen holes verkloten. Totaal niet in de wedstrijd. En matchplay is écht een wedstrijd, puur één-op-één. Mijn voorbereiding op het seizen was ook helemaal niks. Pas vier rondje gespeeld sinds oktober vorig jaar. De hele winter mantelzorger geweest voor mijn beide ouders, verpleger/verzorger voor mijn echtgenote Dea na een hele ongelukkige val met de fiets. Surprisereis moeten annuleren, net als onze eigen winterse golfvakantie. Te veel water Vooraf had ik mij mede daarom ook niet echt een voorstelling gemaakt van mijn matchplay op De Purmer. Alleen dat Michiel zijn ballen gemakkelijk 130-150 meter slaat, ik kom vaak niet verder dan 80-90 meter, 100 max. Met slechts vier slagen mee op de moeilijkste holes red je dat écht niet. In theorie verlies je dan bijna elke par 5 en alle lange par 4-en. Gelukkig spelen we de lussen geel-rood. Niet de witte. De holes op wit zijn té lang, de fairways té smal en er is té veel water. En geel-rood is mij altijd wel goed gezind geweest. En toch: de eerste vier holes beginnen slecht. Ik krijg de bal niet fatsoenlijk weg vanaf de tee. Beetje te voorzichtig, misschien, afslaan met een houten 3. Maar toch: op hole 3 sta ik zo maar 1 up. Heel eerlijk, dat punt krijg ik in de schoot geworpen, want Michiel speelt met een verkeerde bal. Ik schrik er zelfs van. Dit kan niet. Klopt helemaal, want prompt gaat hole 4 verloren; twee keer een waterbal. En er komt nog veel meer water, bedenk ik mij. 'Zó zonde' Ik ben de tel kwijt hoeveel ballen ik in het water heb geslagen. Ik schat een stuk of tien. Heel toepasselijk: ik speel met lakeballs. Dieptepunt: met drie slagen voor op de moeilijkste hole van de rode lus sla ik mijn bal twee meter verder in het water. En vanaf dezefde plek nog eens. Weg voorsprong. ,,Zó zonde'', reageert Michiel hoofdschuddend. Doodzonde! Hoe kun je zo slecht spelen? Nu speel je natuurlijk niet alleen. En Michiel slaat soms - voor mij - wereldballen. Hoe kom jij aan handicap 26,5, vraag ik niet begrijpend. ,,Nou ja, dat heb je gezien. Ik sla wel ver, maar alle kanten op. Mijn pro zegt ook dat ik gemakkelijk naar handicap 20 kan. Alleen op deze manier gaat dat niet gebeuren.'' Om vervolgens weer met een hoek zijn bal zoek te spelen. ,,Dat bedoel ik dus.'' Oké. Putten Zo staat Michiel bij de turn slechts 1 up. ,,Alles is nog mogelijk.'' En dat blijkt ook als ik hole 10 win, dankzij een mooie putt. Gelijk! De putter is weer hot vandaag, maar daarvoor moet ik wel eerst op de green zien te komen. Zo blijkt. De volgende holes gaan verloren. Ik hoef niet eens meer te putten. Vier op rij gaan naar Michiel, deels door eigen handelen. Op hole 15 - een par 3 - beleef ik nog even een opleving, maar op hole 16 - een lange par 5 - gaat bij 3&3 definitief het licht uit. 'Je speelt niet tegen mij, je speelt tegen jezelf', herhaal ik de harde maar juiste observatie van Michiel. Michiel, succes in de volgende ronde. En ondanks de smadelijke nederlaag was het toch een aangename golfmiddag. Bedankt!