Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
10.02.2023
Uit de begintijd van de NVGJ; Fred hier links onderaan..
Dat ik ooit zou gaan golfen wist ik zeker in 1972. Toentertijd verbleef ik in Chicago. Een paar straten verwijderd van mijn verblijfadres aldaar, lag een van die talloze Amerikaanse parken. Rollerskates, baseball, basketball, noem het maar op, de jeugd van die stadswijk kon er z’n hart ophalen. Op de driving-range van dat park hield ik mijn eerste ijzer, volledig verkeerd natuurlijk, vast. De afgeleefde 8-iron en een emmer vol oefenballen, goed voor drie dollar en een uitdaging die ik maar niet onder de knie kreeg.
Tegen de tijd dat ik meerdere blaren op mijn vingers had en mijn buurman, een massale Afro-Amerikaan (dat heette in die tijd nog anders) het kennelijk niet meer kon aanzien, kwam de verlossing. Mijn scharminkelijzer verdween in zijn grote handen en hij demonstreerde me de ‘golfgrip’. Easy swing en jawel hoor, de fantastische boogbal richting horizon, waarnaar ik zo vertwijfeld op zoek was, bleek mogelijk met mijn huurmateriaal. Enkele dagen later verdwenen al meerdere slagen richting einder en de kiem was gelegd.
Het zou nog tot 1984 duren voordat ik tijdens de oprichtingsvergadering van Golfclub Brunssummerheide, een ’echte’ golfer werd. Mijn spel vorderde en de liefde voor het spelletje zorgde ervoor dat ik ook journalistiek ermee aan de slag ging. Eerst voor het Limburgs Dagblad en vervolgens ook voor de GPD-bladen, Golfjournaal en Golfers Magazine. Dat wederom hield bijna automatisch in dat ik in
contact kwam met mijn golf spelende collega ‘s.
Tijdens een van die toernooien, het was een wedstrijd – gesponsord door TDK — op de golfbaan van Geijsteren, regende het dusdanig hard dat de meeste deelnemers al voortijds het clubhuis opzochten. Daar kwam, naar mijn mening, voor ’t eerst in groter verband, de oprichting van een club voor golf spelende journalisten aan de orde. Uiteindelijk mondde dat uit in de oprichtingsvergadering aan de Franse Cote Opale in Hardelot. Ik had geen uitnodiging ontvangen, maar ik vertoefde toevallig
met mijn vrienden van club-18 in het Golfhotel in Hardelot. Daar liep ik de collega’s tegen het lijf en natuurlijk werd ik uitgenodigd voor de oprichtingsvergadering en aldus een van de ‘founding members’.
Een van de memorabele momenten in mijn eerste golfleven. De vergadering ging gepaard met de nodige alcoholische versnaperingen en de naast me gezeten Ted DuBruyn draaide steeds meer met zijn ogen en zakte stilaan rustig weg in een vredige roes. Ik nam de collega in de zogenaamde ‘brandweergreep’, sjouwde hem de trappen op en deponeerde hem in zijn bed. Vervolgens zocht ik het toilet aan het eind van de gang op, om wat plaats te creëren voor de afzakkertjes die nog op mijn verlanglijstje stonden. Terug in de vrolijke vergaderruimte zat de man, die ik volgens mij net totaal bewusteloos op zijn bed had gedrapeerd, op zijn stoel en had het hoogste woord. Hij keek me indringend aan en zei: “Ik laat me toch niet van een Limburger onderstoppen.”
Een bijzonder Pro-Am beleefde ik in Atlanta. PGGM had in een nieuw project geïnvesteerd, het golfcomplex The Georgian met tientallen plots om er villa’s en landhuizen omheen te bouwen. Ik werd voor het openingstoernooi door het fonds uitgenodigd als bijzondere gast en kwam in de, wat werd genoemd, ‘Outstanding Flight 23’ terecht. In overleg met John Schmoltz, beroemd pitcher van de Atlanta Braves en speler op de zogenaamde Celebrity Tour had PGGM geregeld dat die Tour op The Georgian een tussenstop maakte en er een Celeb-Am-toernooi hield. Drie wedstrijddagen, waarvan twee met amateurs en één competitiedag voor de tour ranking van de beroemdheden.
Met een hoge pief van Cadillac en twee ‘celebs’ moesten we dus twee ronden spelen in flight 23. Dat nummer was gerelateerd aan het rugnummer van één van de deelnemers: Michael Jordan; de ander was Ivan Lendl. Een basketbalspeler met handicap 1 en een tennisser, die volgens mij had beweerd (omdat hij nooit Wimbledon won) dat gras alleen maar voor koeien was, met handicap +1. Samuel l. Jackson, Clint Eastwood, Arnold Schwarzenegger, Wayne Gretzky, het was een grote Hall of Fame op The Georgian. En… een Limburger. Vanwege de veiligheidsvoorschriften bleef de flight bij elkaar, de hele speeldag. Een in ‘n keurslijf geperst schema, kleedruimte, driving-range, putting- green, wedstrijd, kleedkamer en vervolgens diner, waren we één team. Twee dagen: Hi Fred, hi Michael! Leuke verhalen, anekdotes, gesprekken aan de bar van het Hyatt Regency Hotel in Atlanta en herinneringen mee in het koffer teruggenomen.
Inmiddels was mijn spel aanmerkelijk gevorderd ten opzichte van het gehannes in Chicago indertijd. Ik won op De Pan drie keer op rij de finale van de matchplay-competitie. Mijn handicap zakte in de single figures, maar gaandeweg namen de fysieke handicaps toe. Golf werd onder de gegeven omstandigheden zo moeilijk dat ik slechts sporadisch kon deelnemen aan de club die mij door de jaren heen aan het hart was gegroeid. Al met al duurde het zo’n slordige tien jaar voordat dat hart en de bloedsomloop weer op orde waren. Mijn golfhandicap steeg gestaag op weg naar verbetering van mijn lichamelijke gesteldheid.
Sinds een jaar doe ik inmiddels weer mijn best en werk ik in mijn tweede golfleven weer aan mijn handicap zonder de illusie te hebben aan te knopen aan eertijdse glorie. Kortom ik heb het thans voortdurend aan de stok met mijn clubs. 15.3 staat er vermeld bij mijn persoonlijke gegevens, maar ik moet een bijzondere dag hebben, wil ik met mijn spel in die regionen komen.
Ik hoop telkens weer (tevergeefs) op zo’n dag. Hoe dan ook is die dag in elk geval al geslaagd als ik die doorbreng in NVGJ-verband en al die bekende gezichten weer zie. Ik hoef mijn gedachte maar even te richten op de momenten dat ik er graag bij zou zijn geweest.
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein