Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
12.12.2023
Estafette - Onze rubriek waarin leden vertellen over hun herinneringen aan de eerste golfronde, hun golfhoogtepunten en de band met de NVGJ. Dit keer is het de beurt aan Ronald Massaut.
Golfen? Nee, echt niet. Niet voor mijn 50-ste. Ik speelde vier-vijf keer per week squash en ook nog racquetball. Golf, da's voor ouwe mannen. Ja, als ik zelf later oud ben... Aannames, allemaal aannames. En hoe fout kunnen die zijn. Was ik inderdaad maar op m'n 30-ste begonnen met golf, dan... dan...
Mijn eerste rondje golf was tijdens een persreis door Oost-Engeland, East Anglia. Ik zal zo begin 30 geweest zijn. Na een clinic mochten we de Par 3-baan op. En dat ging verdorie goed! Je moet gaan golfen, zei de Britse pro. Maar ja, hé: ik was bezig om de hemel te bestormen via de squashbaan. Racquetball schoot er soms al bij in, en dan ook nog golfen? Nee, misschien later.
Na een clinic op de Zaanse, twee, drie jaar later, kwam er toch wel twijfel. Ik kon echt ver slaan en was superfit. Alleen niet zo heel erg recht. Nog weinig techniek, maar dat zou ik snel leren, verzekerde de pro van de Zaanse mij. Alleen, waar haal je de tijd vandaan? Als jonge journalist werkte je in die tijd inclusief schnabbels gemakkelijk 60 uur per week. Tel daarbij een uitgaand leven met nu echtgenote Dea, squash, vier tot zes weken per jaar skiën en dan ook nog golfen?
Racquetball, powerplay en nog eens powerplay. Ronald in zijn beste jaren op zijn thuisbaan in Koog a/d Zaan
GVB halen
Mijn jongere broer Alfred werd 50. We gaan golfen, samen ons Golfvaardigheidsbewijs halen. Mijn verjaardagscadeau aan hem. Kunnen we straks in het weekend lekker ontspannen de baan over, zo dacht ik. Mijn aftakeling op de squashbaan was al eerder ingezet. Toenemend overgewicht nadat ik was gestopt met roken en braces als steun voor de versleten knieën; braces zo stijf, die hielden zelfs een mank paard overeind.
Een spontane gedachte, dat GVB, want na de Zaanse – 20 jaar daarvoor – was ik nooit meer op een golfbaan geweest. Of was het indirect toch de belofte aan mijzelf: ‘niet voor mijn 50-ste'? Ik was 52—53, geloof ik. Twaalf jaar geleden, dus. Na de introductiecursus, die Alfred meteen baanpermissie opleverde - mij niet, volgde de GVB-cursus. Ik zei het al, hè: iets minder techniek en misschien wat minder gevoel voor golf of gewoon te lang squash gespeeld.
Enkele maanden later kwam die baanpermissie alsnog. Met de hakken over de sloot ook het GVB. Na de eerste tijd heel veilig op de Par3 waagden we de sprong naar de grote baan. De eerste drie gelopen kaarten leverde een handicap 42 op, genoeg stimulans om golf te omarmen. Als die verduvelde krant niet zo veel tijd vergde.
Ploeteren en foeteren
Mijn eerste echte golfronde op De Purmer? Wat waren die banen lang en wat lagen die hindernissen verschrikkelijk in de weg. Vooral dat water. Maar 42 was oké; pas een jaar bezig. Mijn broer vertelde serieus onder de indruk, dat een collega handicap 26 had! Hoelang speelde hij al? Acht of negen jaar. En dan nog maar 26, vroeg ik vol ongeloof. Wat doet die vent dan op de baan? Inmiddels droom ik ervan zelf weer handicap 26 te hebben, want net als in de beginjaren is het soms opnieuw ploeteren en foeteren. Met dit verschil, toen ging de teller naar beneden. Nu komt er achter de komma steeds meer bij.
De Texelse
Bij de vrijgave van de eerste holes van de nieuwe 9 op De Texelse was ik met Dea op het eiland om een verhaal te maken voor het Noordhollands Dagblad. ,,Ben je lid van de NVGJ'', vroeg Roland, de baanmanager. Wel eens van gehoord, maar nee. ,,Moet je toch eens naar kijken, want ze doen hele leuke dingen.'' Het idee om met een stel eigenwijze journalisten te golfen trok mij op dat moment niet echt. Ik had genoeg te stellen met mijzelf. Maar de website bekeken en de NVGJ deed inderdaad ‘hele leuke dingen'. En ik kende verschillende leden. Zoals collega's Willem Schouten en Annemart van Rhee en Leon Klein Schiphorst. Paul Monsoer kende ik van squash. En voormalig NHD-collega Eric Korver was voorzitter. Mijzelf aangemeld en maandenlang bleef het oorverdovend stil. Niets meer gehoord, tot ineens het verlossende bericht kwam om de verschuldigde contributie te voldoen.
Mijn eerste wedstrijd bij de NVGJ: opnieuw Texel. Maar deze keer was het menens. Ik speelde pas drie of vier jaar en kwam er snel achter dat een 9-holes handicap niet zo'n solide basis is voor echte wedstrijden. De eerste keer de baan in met Lex Hiemstra en Hannes van der Stadt. Dat weet ik nog, de uitslag niet meer, alleen dat het een hele ervaring was. Ook zal ik mijn leven het rondje (2022) met Gerald van Dalen blijven herinneren op De Lage Vuursche, inclusief de eerste signalen van hartfalen; duizelig, flauwvallen, misselijk en overgeven. ,,Moeten we een teiltje halen'', vroeg Gerald spottend – net als ik – onwetend dat het hart een fikse waarschuwing gaf. Enkele operaties en een pacemaker verder tikt-ie trouwens weer als een Zwitserse klok. Hoop ik.
Als het tegeltje nog niet bestaat moeten ze die maken: ‘Geeft niet als niet kan golfen, als je het maar leert voor je met pensioen gaat’. Het werkende leven heb ik nu vroegtijdig afgesloten. Meer tijd voor golf, naast vrijwilligerswerk en toch maar weer een nieuwe studie. Inmiddels ben ik ook redelijk ingeburgerd in de kringen van de NVGJ, schat ik zo.
Verfoeide duikboten
Vaste klant voor het Kostertje ben ik al een paar seizoenen niet meer en ik prijs mijzelf gelukkig om elk jaar wel één keer met de naamgever een aangename ronde mogen te lopen. Zo zijn er meer spelers en speelsters waar ik graag mee de baan in ga en aanschuif voor de nazit in het clubhuis. Het is goed volk, die NVGJ’ers. Alleen die paar verfoeide ‘duikboten’. Ik ga hier geen namen noemen, maar ben je dan zo ziekelijk op zoek naar ‘aandacht’, wil je dan zo graag winnen dat je jouw beste scorekaarten bewust niet inlevert? Gewoon fraude! Je belazert de boel. Hoe zat het ook alweer met ‘elkaar een plezierige dag bezorgen’?
Zelf kan ik uit de grond van mijn hart zeggen: ik héb een juiste handicap (31.6) al is die redelijk hoog, geef ik toe. Handicap (lachend), ik heb er wel meer. Naast golf zijn dat mijn hart, beide knieën, rug en een paar pondjes te veel. Ik heb niet de bouw van een golfer, of de gewenste motoriek en – ondanks voortdurende golflessen – ontbreekt nog steeds de fijne techniek. Ben ook niet constant. De eerste jaren heb ik er vaak aan gedacht om mijn golftas in het water te gooien, naast de vele ballen die ik daar toch al verloren was. Setje compleet. Golf kan zó wreed zijn. Zó technisch en veel te veel tijd tussen de slagen, te veel tijd om na te denken.
Ronald squasht in de jaren '80, inclusief ‘pornosnor’, toen heel gewoon. Squash als dé combinatie van tactiek en techniek, geduld en ‘Go for the kill’. Alleen heel slecht voor je knieën.
Niet in de búúrt
Zó frustrerend. Hoofdklasse waterpolo gespeeld, eerste klasse squash, Top-100 gestaan, Nederlands kampioen NCM Bedrijvencompetitie squash, amateurtop racquetball (een maal 4e op de Belgian Open), ook nog een goede skiër geweest; Oostenrijkse skileraar, Anwärter. Waarom lukt mij dat niet met golf? Ik kóm niét ín dé búurt!
Nog niet, maar ik blijf het wel proberen naar mijn aangeleerde levensmotto: Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat (tegeltje). Want: golf is een fantastisch spelletje, oehhh, sorry: fantastische sport. Alleen: net zo moeilijk als fantastisch. Mijn recente hoogtepunt: een rondje 39 op golfbaan Emmeloord; 25 punten op de eerste negen. Waanzinnig! En wél gewoon de score ingevuld voor mijn handicapregistratie. Sportieve wens voor 2024: weer zo'n uitschieter. En mag het dan een rondje van 40 plus zijn, misschien? Lijkt mij geweldig. Opnieuw één absolute topdag. Hole-in-one mag ook.
Ik kan er geen hout van, heb ik wel eens vertwijfeld geroepen. Dat mag ik niet meer zeggen van mijn pro. Negatieve gedachten zijn destructief en het klopt ook niet. Ik kan écht wel golfen, alleen niet altijd.
Ronald Massaut
(Ik geef het stokje graag door aan Cara de Vlaming. Zij is na een voortijdig pensioen juist net weer begonnen met werken. Ik heb vorig seizoen twee keer een ronde met haar gelopen en was onder de indruk van haar golfspel. Behalve dat zij ook nog een aangenaam mens is, wat slaat die vrouw ver en recht! Chippen en putten kan ze ook. Cara is professioneel actief in de autosport. Bijzondere combinatie. Benieuwd hoe zij met golf in aanraking is gekomen.)
NCM, Nederlands kampioen met het vriendenteam. 2e van rechts Ronald Massaut
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein
Onze preses verwoorde het keurig in zijn speech op de slotavond van de Redexim Nations Cup op Texel. “Everything is already said and done” True. Want van alle kanten kwamen de lovende woorden over de organisatie heen. Maar ook ik voel nog de behoefte om vanuit de buik van het peloton te reflecteren op wat een golfweek was van topgolf, chaos, vriendschap en een vleugje gezonde gekte. Friso, die hardnekkig links wil blijven - ik krijg hem elk jaar een beetje dichter bij de realiteit, maar het blijft trekken aan een dood paard. Stef, mijn avondmaatje, met wie ik elke ronde slag voor slag napraatte. Hannie, mijn pairingpartner, met wie het heerlijk spelen was, ook al telde onze score de eerste dag niet eens mee. En Marijke, die ’s ochtends in haar badjas even door de heg prikte op vakantiepark De Krim om me een koffie aan te reiken. Zij (en de rest) hadden namelijk wél de miljoen appjes voorafgaand aan het toernooi gelezen en cups meegenomen voor het apparaat in het chalet. Ik niet. Daar kreeg ik deze week meermaals op m’n kop voor van captain Hélène. “Je leest nooit wat, Anton.” En ze heeft gelijk. Hannie trouwens, die op de donderdag even verbaal uithaalde naar het Oostenrijkse duo, omdat onze Patrick Niederecker zo krankzinnig goed bleek te zijn, maar op zijn handicappasje vrolijk handicap 15 had staan. En met de 85%-regeling nog steeds 14 slagen meekreeg. Ik knapte gewoon op onze veertiende hole (hole 5). “Your handicap is an absolutely fucking joke” liet ik me ontvallen. En geloof me, daar was geen woord aan gelogen. Je moet het ook niet uitleggen als een verwijt (maar dat is het wel). Het was meer verbijsterende verwondering. Ik zou een been geven voor zijn ijzerspel. En zelf kan ik bij tijd en wijle een bal toch ook aardig raken? Geruchten gaan dat wij volgend jaar Peter van Weel (handicap -1,1) meenemen naar Engeland (South Sussex) en hem inschrijven met handicap 12. Louis dan. Elke avond was hij de hofnar van het Hanenhuus en gaf een optreden van formaat met danspasjes, zijn komische mimiek en ongebreideld enthousiasme. Wat is onze Friese vriend toch een vrolijke noot. En wat heb ik hem graag om me heen. Martijn, onze preses, vocht zich door de week heen met hevige rugpijn, maar bleef onverstoorbaar luisteren, lachen en motiveren. Is er iemand op aarde die beter kan luisteren dan Martijn? Ik betwijfel het. En wat ben ik blij dat ik hem inmiddels een echte vriend mag noemen. Sonja, ons culinaire wonder, die elke dag stiekem even een sigaretje met me ging doen. En daar zichtbaar van genoot. Sonja, het puntenwonder. Ze speelde twee dagen geweldig golf, maar kreeg het op de derde dag niet rondgebreid, tot haar grote frustratie. Pamela, mijn vriendinnetje. Als ik ze even mag lenen van Friso althans. Waarmee ik regelmatig even apart ging zitten om de wereld te fileren. We verbaasden ons over het zelfverklaarde intellectuele Nederland en haar dwalingen, over Ajax, over documentaires, over geldwolven, over Israël, over leeftijden die nooit bekend mogen worden… kortom: over alles wat belangrijk en onbelangrijk tegelijk is. En dan Hélène. Onze capitano. Wat ben ik trots op dit kanon. Hoe ze het neergezet heeft, hoe ze het team aanstuurde in haar debuut als captain van Team NL. En dat alles in nauwe samenwerking met de beste toernooidirecteur die de Nations Cup ooit gehad heeft: Cara. Ik weet nog goed dat ze ons mailde na de EMGJ in Portugal en vroeg wat er volgens ons nou echt anders moest als wij het zouden organiseren. Ik had een heel wensenlijstje opgestuurd, maar vooral gezegd: laten we het goed doen. Of niet. En dat kost centjes. Dat snapt iedereen. De kleine bijdrage die ik daaraan heb kunnen leveren door Redexim aan dit toernooi te koppelen als hoofdsponsor is dan ook bijzonder goed benut door Cara. En niet meer dan verdiend is ze ook uitgeroepen tot Lid van Verdienste voor de NVGJ. Meer dan waargemaakt. Wat een klasse. De Nations Cup was genieten. Met een grote G. Op de fantastische Texelse. Iwan, de eigenaar van De Krim, liep de hele week te glunderen. Herman de Bree van Redexim genoot zichtbaar van het internationale gezelschap. Het eten was elke dag geweldig geregeld door Anita Hiemstra en haar team. En de Orange Crew — René, Elaine, Ger, Madelon, Jolanda en Roland — draaide als een geoliede machine. Hans Botman hielp van afstand door het liveblog bij te houden. Honderden bezoekers op de site deze week door allerlei leden van de NVGJ en mensen van ver daarbuiten. We werden derde. Maar we wonnen op alle andere fronten. En dat bleek misschien nog wel het meest uit het minutenlange applaus dat kwam van de spelers zelf — de mensen die het op de baan hadden uitgevochten en zich elke dag volledig in de watten gelegd voelden. En nu, een paar dagen later, voel ik het nog. Niet alleen de spierpijn, maar ook het gemis van dat heerlijke, chaotische clubgevoel. De appgroep zwijgt inmiddels weer wat meer. Friso heeft ruzie met de stemwijzer, want hij blijft maar rechtser uitkomen dan hij eigenlijk wil zijn. Hélène is vermoedelijk al bezig met de teamsamenstelling voor 2026 als we de EMGJ Masters gaan spelen in Engeland. Of met 2027 als we naar Spanje lijken te gaan voor de volgende editie van de Nations Cup. Ikzelf zit op deze grijze zaterdagochtend met een kop echte bonenkoffie (zonder cup) terug te denken aan deze week. Aan Hannie, die de Oostenrijkers even ongemakkelijk deed voelen over hun handicap. En zorgde voor een paar holes Koude Oorlog. Waar iedereen last van had, ikzelf incluis, maar Hannie niet. Die maakte meteen een par voor drie punten op hole zes. Hahah! Maar ook aan Marijke, die in haar badjas de ochtendredding bracht. Aan Louis, die bewees dat dansen wél topsport is. Aan Martijn, die ondanks zijn rugpijn rechtop bleef. Aan Sonja, die lyrisch was over het eten in het Hanenhuus. Nou, dan weet je dat het goed zat. En aan Pamela — mijn sparringspartner, denker en wereldontleder. Het was geen golfweek. Het was een theaterstuk met heel veel hoofdrollen. Wat was het een mooie week! En ik? Ik stond er middenin. De man zonder cups, maar met een hart vol Texels geluk.
Ons gewaardeerde lid Cara de Vlaming is benoemd tot Lid van Verdienste van de NVGJ. Als toernooidirecteur van de Redexim Nations Cup stak ze de afgelopen maanden talloze uren in de organisatie van het geslaagde evenement op onze homecourse De Texelse. ,,Het hele team vrijwilligers heeft kneiterhard gewerkt maar de toernooidirectrice mag extra in het zonnetje gezet worden'', zei NVGJ-voorzitter Martijn Paehlig bij de uitreiking van de oorkonde op Texel.