Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
Gespot, ons gewaardeerde lid Jur Raatjes op de oldtimer catwalk tijdens het driedaagse auto festival Concours D’Elegance op het prachtige landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt in Beesd. Als mede-organisator van dit grote festijn kon hij het niet nalaten deze dagen een podcast te doen met collega Tile. Voorlopig zullen wij Jur helaas niet zien op onze wedstrijden. Zijn voetoperatie is niet goed gegaan en de prothese moet binnenkort vervangen worden. Wel verzorgt hij met veel plezier alle teksten en lay outs voor het komende Nations Cup. Sterkte Jur met je voet en snel weer op de course!
Er kan nog veel gebeuren, want we hebben nog vijf wedstrijden te gaan voor de finale op Nunspeet, inclusief een major op Haviksoord waarop niet minder dan 80 (of 70 of 60 enz) punten te verdienen zijn. Maar toch, de Order of Merit krijgt steeds meer vorm. Aan die finale doen de acht beste in A en acht beste van B mee. De vraag, wanneer kan ik voor de zekerheid nog spelen om mijn plekje veilig te stellen of te veroveren, wordt steeds vaker gesteld.
Je gaat je handicap waarschijnlijk niet verbeteren, maar wat een leuke ervaring; spelen op La Sella. De garantie dat je geen grammetje aankomt zal deze reis waarschijnlijk ook niet standhouden. Het vijf-sterrenhotel Denia Marriot Golfresort & Spa is pure verwennerij. De NVGJ is van 21 t/m 24 november vier dagen te gast. Ronald Massaut wilde niet zo lang wachten en nam samen met echtgenote Dea een voorproefje op de jaarlijkse surprisereis. Hun ervaring: super hotel en golfen, écht top! En ongelukkige kamertoewijzing brengt ons al met een half uur na aankomst onbedoeld in contact met de manager van de receptie. Onze kamer is toch niet zo heel vijf sterren als je moet douchen in de badkuip. Beetje link ook met mijn instabiel onderstel, inclusief versleten knieën. Begrip. Meteen wordt een andere kamer met een luxe inloopdouche geregeld. We krijgen zelfs een aangepaste kamer aangeboden. Maar hoe doen julie dat als wij in november terugkomen met 20 man/vrouw en aanhang? Die gaan echt niet douchen in een badkuip, zeg ik. Die vraag brengt ons de volgende dag in contact met Pau Buigues, de 'manager sportgroepen'. Alle kamers op de eerste en derde verdieping hebben standaard een grote inloopdouche. ,,Als de touroperator het vraagt plaatsen we iedereen op de derde verdieping'', biedt hij aan. ,,En groepen hebben meer benefits'', belooft hij. Wintertraining We praten verder over het hotel, de NVGJ en de vele professionals (golf en vooral wielrennen) die hun wintertraining hier plannen. ,,Als jullie groep er is hebben we ook een profwielerteam in huis'', vertelt Pau. Hij verwijst verder naar baanmanager annex caddymaster Raymond, een Nederlander die op La Sella is neergestreken. En Raymond regelt inderdaad álles. Aan buggy's geen gebrek op La Sella. Moet ook wel. Maar weinig golfers die gaan lopen. Dat is niet zo gek, want het gaat toch redelijk op en af. Lange Par 5'en plus holes die wat verder van elkaar liggen. Of neem de zomerse condities in de eerste week van september tot wel 34 graden. Gelukkig zijn in de baan verschillende (gekoelde) watertappunten. Als ook sanitaire voorzieningen. En de baan zelf? La Sella is ontworpen door José María Olazábal en heeft drie lussen. Rood en geel vormen een geheel met smalle fairways, bomen langs de baan en enkele waterhindernissen. De goene lus slingert door een mooi parklandschap met een meer open karakter. Erop en erover De greens lopen enigszins af. En al zijn deze licht bezand, ze zijn snel, écht snel. Dus: landen (net) voor de green. Anders is het erop-en-erover. De eerste dag spelen we rood en groen. De tweede golfdag nogmaals groen en daarna geel. Die laatste wordt vaker 'gespaard' en blijft dan dicht, hoor ik. Op hole 10 begint het rode lampje op het dashboard dreigend te knipperen; de accu is nagenoeg leeg. Terug naar de uitgifte komen we halverwege Raymond tegen. ,,Ik regel een nieuwe buggy, wordt zo gebracht. Of willen jullie vanmiddag in alle rust verder spelen? Regel ik ook.'' We kiezen voor het laatste. Eerst lunch. Zo blij dat we teruggekomen zijn voor de gele lus. Wat een geweldige, uitdagende baan. Smalle entree's naar de fairways, bomen die hinderijk in de weg staan, strategisch geplaatste bunkers, een verscholen waterhindernis en een blinde hole met een shot over de heuvel, direct gevolgd door een dogleg naar links. En weer die mooie, snelle greens. 'Fluffy' Een ander verhaal is het gras op La Sella. De fairways hebben wat droger, stugger gras. Net als direct naast de baan; een beetje 'fluffy'. De fairways zijn dus niet supersnel, maar beland je net naast de baan dan kun je het geluk hebben dat de bal - los van de grond - óp het gras ligt in plaats van verzonken. Met een houten 3 of - 5 kan dan zomaar een wereldslag volgen. De baan ligt er geweldig bij. Al of niet met de komende La Sella Open in aantocht. De lussen worden optimaal onderhouden. Dat zie je zo. De baan wordt zeker niet kapotgespeeld. Tussen 10 en 12 uur zijn er geen starts om alle partijen 'rustig' te laten doorspelen en om slijtage van de baan te beperken, legt Raymond uit. Werkelijk overal zijn greenkeepers; hele geduldige greenkeepers. Glaasje cava Dan nog het hotel zelf. Er is een á la carte-restaurant, een poolbar, een clubhuis en in het weekeinde is ook het Thais restaurant geopend. Echt een aanrader. En hoe mooi, juist dán is de NVGJ te gast in Denia Marriot. Het ontbijt biedt zo veel keuze; van fruit en yoghurt tot volledig Engels ontbijt en een ambachtelijk eierhoekje met ommeletten naar wens. Bijna gênant, maar we doen het er mee. Glaasje cava bij het ontbijt is er natuurlijk ook. Op de kamer kun je zelf koffie en thee zetten (waterkoker). Die worden elke dag aangevuld, inclusief twee flesjes bronwater. Vrienden en vriendinnen van de NVGJ. Ik ben geen reisverkoper, maar dit is gewoon een enorm leuke- en luxe surprisereis, die Hans Terol heeft georganiseerd. Speel je straks ook nog op La Galliana; nog zo'n mooie baan. Alle vervoer is geregeld. Blijf je langer, dan huur je een auto op het vliegveld (regelt Fairway Golftravel) en kun je eigen inkopen doen in de kleinste, maar meest uitgebreide buurtsuper op 7 kilometer van het hotel (vanaf de parking rechts af). Met bakkerij, slijterij en 'wegrestaurant'. Je kunt nog mee.
Na mijn belabberde spel op de Hoge Kleij suggereerde flightgenoot Anton Kuijntjes - goed bedoeld - dat ik maar beter van de B- naar een nieuw te creëren C-categorie overgeheveld kon worden, want zelfs op dit niveau had ik “geen fairway geraakt”. Ik voelde mij ietwat aangedaan, maar de realist in mij kon zich er wel iets bij voorstellen. Maar sinds vrijdag jl. niet meer! Tijdens een toernooi op mijn home course in Amstelveen scoorde ik op de smalle hole 2, -met een sloot op links en bosschages op rechts-, een loep zuivere hole-in-one. Over slechts 95 meter weliswaar, maar een hole-in-one is en blijft een hole-in-one. De boost die dat gaf was dermate groot dat ik de gedachte aan de C-categorie direct ver achter mij liet. Sterker nog, ik zag mij al fonkelen in de A-categorie. Op wat langere termijn, dat dan weer wel.
Texel schreeuwt om regen. En dat valt er de komende week ook Het was droog, de voorbije dagen op onze homecourse De Texelse; kurkdroog. De fairways schraal, welhaast geel, amper gras; alleen op de lagere, aflopende delen bij de drainage en de waterafvoer. Gekscherend heb ik het 'de steppe van de Texelse' genoemd. ,,Elke dag doen we regendansje'', grapt één van de marshalls. En ze worden gehoord, want tot dinsdag 9 september valt er elke dag regen. Baanmanager Anita Hiemstra van de Texelse noemt het op de eigen website 'De stoere charme van de Texelse'. En dat is eigenlijk ook wel zo. ,,En ja, alsjeblieft elke nacht regen'', vraagt ook Anita. Want: ,,Wij kunnen zelf niets doen. We zitten in een gesloten systeem. We mógen zelfs niets doen.'' Op de eigen website legt Anita uit: ,,Op Texel gaan we zorgvuldig om met ons kostbare zoetwater. Als eiland zijn wij volledig omringd door de zee, waardoor we ons in een gesloten zoetwatersysteem bevinden. Dat betekent dat we geen oppervlaktewater mogen gebruiken voor de beregening van onze golfbaan.'' Topconditie ,,Om optimale speelmogelijkheden te bieden, hebben we twee grote waterbassins aangelegd met een totale capaciteit van 30.000 kubieke meter. In de herfst en winter vullen we deze bassins met oppervlaktewater uit het stelsel van sloten dat rondom de golfbaan ligt. Daarmee zorgen we ervoor dat in droge zomers de greens, voorgreens en tee’s altijd in topconditie blijven.'' ,,De fairways krijgen in droge zomers minder of geen beregening. Hierdoor kunnen ze wat droger en schraler worden, maar dat geeft juist het echte karakter van een authentieke linkscourse: stevig, uitdagend en typisch Texels'', zo staat op de website. ,,We zijn trots op ons verantwoorde waterbeheer en hopen dat onze spelers de stoere charme en het bijzondere karakter van onze baan in elk seizoen waarderen.'' Is de baan dan onbespeelbaar onder deze condities? Deze week op woensdag en donderdag zelf op de Texelse gespeeld. Woensdag was het wel 'even wennen'. Of waren het de tergend langzame flights voor ons waardoor we na hole 9 direct zijn doorgestoken naar hole 15. Maar donderdag, voor vertrek naar de overkant - superrelaxed - nog even de eerste 9 gespeeld. Met 22 stablefordpunten toch weer eens mijn handicap verbeterd; Inclusief birdie, par, twee bogeys en superputts, Trouwens: Dea scoort beide dagen respectievelijk 19 en 20 punten op de eerste negen. Hoezo is de droogte een nadeel? Biljartlaken De greens waren beide dagen fantastisch: prachtig groen en zo strak als een biljartlaken. De kurkdroge en schrale fairways zien er niet typisch agrarisch Texels uit, maar het voordeel is dan weer dat de bal tientallen meters voortstuitert. Gemerkt: best lekker als je carry 'ondergemiddeld' is. Was het niet prof.dr.ing. Johan Cruijff die zei: ,,Elk voordeel heb s'n eigense nadeel' (of woorden van gelijke strekking). Dan geldt dat andersom natuurlijk ook. Of zoals Anita het verwoordt: 'De stoere charme van de Texelse'. En dat is het! 'Rainy night in Texel', vrij naar Randy Crawford. Namens Hans en Anita: tot dinsdag 9 september en/of woensdag 10 september, Tot Texel.
Hoppa! Zesduizend woorden. Dat vind ik al een prestatie op zich. Ik ken mensen die niet eens 6.000 stappen tijdens een golfwedstrijd kunnen lopen, of daar al een buggy voor nodig hebben. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb genoten. Niet zozeer van het wedstrijdverslag (voor de scrollers; dat begint ergens halverwege bij de tweede 3.000 woorden), maar wel van de welbekende Henri-cocktail: een snufje maatschappijkritiek, een sneertje naar de hem zo gehate en tegelijkertijd geliefde journalistiek, een scheut (euh.. waterval) links activisme en een flinke plens ironie. Waarvan die laatste dan soms maar moeilijk te ontwaren is.
Frank Uijlenbroek, zeer gewaardeerd lid van de wedstrijdcommissie, moest onder het mes vanwege een tumor in zijn dikke darm. Maar hij is er weer en maakt zich op voor vele nieuwe ronden op de golfbanen. Een tijdje chemo zal waarschijnlijk geen roet in het eten gooien. Frank is wat dat betreft uiterst positief. Bij een bezoek aan de patiënt, die verblijft in het St. Antoniushospitaal in Gronau, zat hij na een week ic alweer achter de koffie op het terras. Blij met de doos ballen in de overtuiging dat hij daarmee spoedig weer aan de slag kan.
Tijdens de laatste Jaski Open vertelde ons zeer gewaardeerde lid Anneke Groen geëmotioneerd dat ze niet veel aanwezig kon zijn bij de wedstrijden van de NVGJ omdat ze al langere tijd voor haar zieke man Jan zorgde. Deze week kregen we het trieste bericht dat Jan van der Velden na een lang ziekbed is overleden. De crematie was op maandag 4 augustus op Westerveld. We wensen Anneke en verdere familie heel veel sterkte in deze moeilijke tijd. Hierbij de rouwkaart met het adres, waar condoleances heen kunnen worden gestuurd.
Woensdagochtend 6 augustus is NVGJ-er en oud-journalist Cor Groeneweg overleden, zo heeft zijn partner Lucy Prijs laten weten. Bij Cor werd anderhalf jaar geleden kanker vastgesteld. Hij is thuis in Amstelveen overleden. Cor startte zijn loopbaan begin jaren zeventig bij Trouw en stapte midden jaren zeventig over naar De Volkskrant. Daar belandde hij bij de afdeling Binnenland, als eindredacteur en daarna als gedreven newsgetter bij de verslaggeverij. Cor ging begin jaren tachtig naar de Haagse redactie met Defensie en Buitenlandse Zaken als portefeuille. Na enige jaren vertrok hij naar het nieuwe opinieblad NieuwsNet, dat maar een kort leven beschoren was. Vervolgens werd hij radioverslaggever bij de NOS. Cor en opmaakredactrice Lucy verhuisden naar Mechelen, toen Cor Brussels correspondent voor Radio 1 werd. Dat is zijn langstdurende baan geweest. Eenmaal terug in Nederland werd hij eerst voorlichter bij het ministerie van WVC, later van het verbond van verzekeraars. Cor had een diepe passie voor Schotland en Feyenoord. In mei is hij - met Lucy -voor het laatst in zijn geliefde Schotland op vakantie geweest. Hij was ook een fervent golfer en zolang zijn gezondheid het toeliet was hij enthousiast NVGJ-lid. Hij won éénmaal een prijs en wel de Rode Dobbelsteen, een in memoriam-toernooi voor wijlen Rob van den Dobbelsteen, die altijd van rood speelde. Jan van Galen won de tweede editie en schreef over zijn strijd met vriend en oud-collega het volgende sfeerverslag.
(Of: hoe een lobwedge bijna tot een internationale rel leidde) John Dekker — de man, de mythe, de legende. Altijd goedlachs, altijd klaar met een camera, en altijd in voor een geintje waar zelfs de Spaanse politie niet om kon lachen. Voor ons cluppie is John onmisbaar. Niet alleen omdat hij ons haarscherp in beeld brengt, maar ook omdat hij een sociaal, emotioneel en hartverwarmend type is. Kortom: een vriend voor het leven. Onze vriendschap gaat verder dan een balletje slaan en slap ouwehoeren tijdens de 19e hole. We delen verhalen over het leven, over onze partners, onze gezondheid — we zijn soms net een stel oude breiende oma’s. Alleen dan met clubs in plaats van breipennen. John is ook de koning van de spontane acties. Toen een crowdfundactie mij aan een nieuwe golfset hielp, vroeg hij meteen: “Heb je verder nog iets nodig, maat? In Spanje ligt nog een bijna nieuwe lobwedge op me te wachten. Neem ik wel mee.” Natuurlijk zei ik geen nee. Maar ja... twee dagen voor een wedstrijd op Kralingen wilde hij met een koffer vol golfspullen naar Nederland vliegen. Mijn lobwedge had hij zorgvuldig ingepakt als ruimbagage. Alleen zag dat ding er in de ogen van de Spaanse douane uit als... een vuurwapen. Je raadt het al: tik tik op de schouder. Guardia Civil. John, plots een verdachte, werd vriendelijk doch dringend apart genomen. Geen handboeien, maar wel een ruimte die verdacht veel leek op de auditieruimte van “Narcos.” Daar moest hij uitleggen dat een lobwedge geen pistool is, maar een stuk gereedschap waarmee je op de green belandt — niet op het avondjournaal. Met veel armgezwaai en geïmproviseerde golfdemonstraties wist hij de agenten uiteindelijk te overtuigen: “Mírame, señor — zo sla je een bal, en beroof je geen bank!” En zo liep het met een sisser af. John kwam thuis, ik kreeg m’n wedge, en Spanje bleef net geen diplomatieke rel rijker. Dank je wel, ouwe held. Voor de wedge, voor de vriendschap, en vooral voor de tranen van het lachen.