Inclusie is het modewoord van het moment. Maar dat ik het in verband met onze eigen NVGJ zou kunnen gebruiken had ik niet direct voor mogelijk gehouden. Toch is dat wat ik overhoud aan onze driedaagse golftrip naar Castro Marim in de prachtige Algarve. Inclusie, en heel vieze maissoep.
Door Willem Schouten
Ik weet het, mensen krijgen niet zelden rode vlekken in de nek als dit soort woke-termen gebezigd worden. Willem van den Elskamp zou er waarschijnlijk weer zijn lidmaatschap voor opzeggen, mocht hij de site nog lezen. Toch vind ik het in deze een mooi thema. Want het blijft bijzonder, hoe snel er in ons clubje als we op reis zijn een bijzonder soort van saamhorigheid ontstaat tussen toch allemaal heel verschillende mensen.
Eerst de plichtplegingen van dienst. Ik schrijf dit stukje omdat ik de hoofdprijs in ontvangst heb mogen nemen tijdens het feestelijk einddiner in de prachtige met kaarslicht in sprookjesachtige sfeer omgetoverde balzaal in het clubhuis van Castro Marim. Dank supersponsor Eric Venghaus voor de mooie waardebon, en dank alle flightgenoten die me drie dagen lang hebben vergezeld. Het was een feestje en een groot genoegen. En gefeliciteerd ook Boudewijn, die na mij tweede werd in de eindafrekening.
Met Boudewijn kom ik meteen weer terug bij mijn inclusie-thema. Want de man van onze kookboekengoeroe en allround-stijlicoon Sonja is geen lid van onze club, maar inmiddels wel vertrouwd onderdeel van het meubilair. Hij is er altijd bij op zo’n mooie trip en blaast dan immer zijn partijtje mee. Bescheiden, maar allerminst anoniem. Ik kan me nog een keer herinneren in Curacao toen Sonja haar buggy tegen een metershoog rotsblok parkeerde. Toen liet Boudewijn wel even van zich horen.
Op Guadiana belandde Marijke met die fossiele trolley zonder remmen middenin de bunker omdat het ding uit zichzelf begon te rijden. Met Boudewijn heb ik haar eruit gehesen. Foto Annemart van Rhee
Tja, vrouwen kunnen, veel maar natuurlijk moet je ze niet laten rijden. Toch? Gelukkig geen ongelukken van dien aard deze keer. Behalve die soep dan, waarover later meer. Eerst nog meer inclusie. Want welke gek had het goed gevonden dat we maar liefst vijf leden van de Donkersloot-clan in ons midden moesten tolereren? Eentje vind ik meestal al meer dan genoeg.
Pim is natuurlijk een kanjer die op de al genoemde afsluitende avond een mooie speech hield. En groot meedenker als hij is me ook nog vanochtend een heel epistel stuurde over Willem van Kooten alias Joost den Draaier, die hij ooit in 1867 geïnterviewd had en hij altijd nog zeer bewonderde. Het voert te ver om hier de hele lijst van verdiensten van de oude deejay die Pim me mailde op te sommen. Maar dat onze gastheer in Castro Marim, die nog even langskwam om met fans op de foto te gaan, goed geboerd heeft als producent van wereldhits als Venus moge duidelijk zijn. Hij vangt alleen al van scheermesjesmaker Gilette een half miljoen per jaar, als ik Pim mag geloven.
Nu dwaal ik toch ver af, want de verschillende leden van de Donkersloot-clan zelf waren bij mij een grotere hit. Met zijn vijven waren ze, allemaal even oorspronkelijke mensen als Pim zelf. Tweemaal heb ik gespeeld met jongste broer Cees, een aimabele oud-sportleraar, die vocht met zijn eigen swing maar onderwijl mijn prachtige golfbeweging als ‘oudemannetjesswing’ placht weg te zetten. En gelijk heeft ie, het ziet er niet uit natuurlijk wat ik doe. Maar gelukkig hoeft dat ook niet als de bal maar het gaatje in gaat, Cees.
Mensen die erbij waren weten het al maar ik haal toch nog even oudste broer Bob Donkersloot voor het voetlicht. Bijna 82 inmiddels en nog steeds gewoon wandelend en swingend als een jonge god. En nooit van zijn goede humeur af te brengen als het even minder ging rond de greens. Hij is mijn nieuwe voorbeeld. Als ik later groot ben, hoop ik te worden zoals Bob.
Dit dreigt inmiddels een veel te lang verhaal te worden want ik ben nog lang niet toe aan de soep. En er zijn nog zoveel meer mensen die ik even wil noemen. NVGJ-lid Jur en zijn vrouw Mirjam bijvoorbeeld, voor de helft geen lid, maar wel inspirerend aanwezig. De trots waarmee zij na de tweede dag op Quinta de Valo vertelde over haar eerste birdie ooit, ik voelde m echt. Golf is zo’n heerlijke sport, je kan er 17 holes niks van bakken en een mooie swing en je wilt direct weer aan je volgende ronde beginnen.
Zo heb ik genoten van vele euforische momenten in mijn omgeving. Aan de al genoemde Eric hangt naast maar vooral op de golfbaan een brede glimlach die ook niet verdwijnt als hij alle uithoeken van de baan aan het verkennen is. Gelegenheidsorganisator Ger heb ik niet mee gespeeld, maar te zien aan zijn tevreden glimlach bij de afscheidsavond heeft Hans Terol goed gekozen voor zijn vervanger.
Met Ger’s trouwe assistent René Brouwer ging het wel even bijna mis. Samen met de eveneens niet al te goed horende Henri stapte hij de laatste ochtend in een buggy om hun spullen naar de bus te vervoeren. Onderweg lazerde Rene’s tas van de buggy maar de beide heren hadden niks in de gaten. De tas bleek later ook nergens te vinden Rene zat ik zak en as, gelukkig bleek een taxi-chauffeur te elfder ure redding te brengen.
Zo kwam eigenlijk alles goed in onze driedaagse in Castro Marim. Het weer was mooi, de banen waren prachtig en het gezelschap uitstekend. Ik heb geen wanklank gehoord, behalve over die soep dan. Laten we wel zijn, het eten was zeker niet het vermelden in een van Sonja’s kookboeken waard maar die in stijfsel gekookte maissoep van dag twee was van bijzonder weinig smaakvolle aard. Toch heb ik zowaar twee mensen aan mijn tafel gezien die hun bordje leeg aten. Pamela Sturhoofd liet het bij dat eerste bordje maar Peter Keijzer nam zowat een extra bordje. Zieke geest, die Peter. Maar ja, over smaak valt niet te twisten. En over onze trip naar Castro Marim uiteindelijk evenmin, die was gewoon een groot succes. Dank allen. Wat mij betreft volgend jaar weer, inclusief al die leuke gekke mensen. Maar dan zonder soep.