Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
Oude bomenlanen, uitdagende waste areas en verrassende blinde holes bepalen het karakter van de 27-holes golfbaan aan de Groesbeekse kant van de baan. De grote hoogteverschillen bieden hier een fantastisch uitzicht tot aan Duitsland. De 18-holes golfbaan aan de Nijmeegse kant van de baan zijn prachtig volgroeid en licht glooiend. De ruim 75 strategisch geplaatste bunkers vormen hier een sportieve uitdaging.
12.08.2025
Soms voel je dat het goed komt. Een vriendelijke jongedame van de receptie van Het Rijk van Nijmegen had al een map met scorekaarten, een pen en een keurige menulijst voor het diner klaargelegd, en zij begeleidde mij - met etiketten en indeling - naar de Players Lounge, met een eigen terras bovendien. In de lounge stond het appelgebak al klaar. Buiten scheen de zon. Wat kon er mis gaan?
Ger was nog vroeger van huis gegaan dan ik en leek oprecht blij mij weer te zien en gaf een knuffel. Hans Terol werd door iederéén omhelst, want was de vorige dag jarig geweest. Tachtig geworden. Wat een energie nog. (Jammer van die rug, vandaag). Hélène was zondag als eerste begonnen om hem digitaal in onze Feestapp, vroeger NVGJ at work, te feliciteren. Zoals dat vaak gaat in apps die ook een rol hebben als digitale verjaardagskalender, volgden velen. Tot Paul Boehle zich afvroeg of Hans eigenlijk wel in die app zat. Bleek niet zo te zijn. Maar geen probleem schreef Rob Hoogland: gewoon de hele conversatie doorsturen en hij voegde direct de daad bij het woord. Hans vroeg zich ’s avonds nog steeds af waarom iedereen de felicitaties voor zijn tachtigste eerst naar Rob stuurden en niet direct naar hem.
Palestijnse journalisten
We hadden het op het terras, voor de wedstrijd, over de dood van vijf Palestijnse journalisten kunnen hebben, één bewust door het Israëlische leger gedood, de andere vier ‘collateral damage’, zoals dat in die gruwelijke oorlog wel vaker gebeurt. Journalisten – we zouden er iets mee moeten hebben. Maar Henri was er niet, dus ontweken we een ingewikkelde discussie over of Anas al-Sharif wel of niet aan Hamas gelieerd was, en of het vermoorden van de journalist dan wel of niet gerechtvaardigd is. En wat er überhaupt waar is van de dingen die we lezen over Gaza, van de foto’s die we zien en wie van de twee het meest leugenachtig is: de Israëlische regering of de terroristen van Hamas. Enkele dagen eerder zat Sigrid Kaag bij Nieuwsuur en liet een foto zien, waarop zij in Gaza bij een sterk ondervoed Palestijns kindje zat. Een foto van 2024. Broertjes en zusjes erom heen, niet sterk doorvoed maar ook niet broodmager. 2024, zei ik thuis op de bank. Toen al hongersnood? En waarom alleen dat ene kindje? Zou Sigrid Kaag zich daar ter plekke ook in de maling hebben laten nemen? Het zal toch niet? Ben je heel cynisch als je langzamerhand geneigd bent niets meer te geloven?
Tommy Fleetwood
Veel veiliger was het geanimeerde gesprek met Anton over Tommy Fleetwood. We hadden beiden zondagavond gekeken naar de zoveelste net-niet win van de Engelse golfer: 42 top tien plaatsen en geen enkele overwinning. Het meest van alle spelers sinds 1984. Je ziet het gewoon aankomen. Samen met Justin Rose in de flight, die opeens alleen maar birdies produceert. De vermaledijde Scheffler nog maar twee slagen achter. JJ Spaun – wie had tot voor een paar maanden van de goede man gehoord – weer eens in de top drie en jagend. Fleetwood moet ’s morgens al aarzelend uit bed zijn gestapt. Zal ik wel gaan? Ben ik niet een beetje ziek, eigenlijk? Bij het ontbijt amper hebben kunnen eten, want aan de leiding – maar het zal toch niet wéér. Weer wel, dus. Zijn slagen gaan opeens niet meer recht en het gezicht gaat van vertwijfeling naar wanhoop. Eerst redt hij nog een par, met een lange putt, maar dan gaat het mis: een bogey tegenover een birdie. Van twee slagen voor naar één achter, opnieuw geen win. Anton weet hoe het komt: die Amerikanen hebben op een Amerikaans College geleerd met de spanning om te gaan. Viktor Hovland ook. Donderdag kwalificeren, vrijdag weer en uiteindelijk met de beste zes de baan in. Elke week weer. Je móet presteren, anders kom je er niet. Tommy leerde geweldig slaan op de driving range en dan werken de spieren en zenuwen niet tegen. En bij elke keer net niet, wordt het erger. Toch, let op, binnenkort wint hij, bleef ik optimistisch voor de sympathieke Tommy.
Langzaam
We gingen met 27 spelers de baan in, mooi aantal, negen flights van drie. Een dubbele tee-start bovendien, dus een fijne compacte wedstrijd. Iedereen binnen een half uur van elkaar op pad, binnen ruim een uur van elkaar weer binnen. Voor ons doen een keurig resultaat, want echt aansluiting aanhouden lukt ons zelden. Ooit sprak ik de op een na laatste flight aan op het feit dat ze veertig minuten na de flight vóór hen binnenkwamen. De flight achter hen werd gillend gek. Het is één van de redenen dat ik de (volgens mij, is subjectief, ik weet het) langzamere spelers vaker achter in het schema indeel. Maar ik word er regelmatig op aangesproken: ik ben niet langzaam. Ik hou niemand op. Dus probeer ik het weer eens anders te doen. Misschien moeten we ons er maar in schikken. Een rondje op de PGA tour schijnt ook wel eens zes uur te duren.
Snelle greens
Stop Brouwer, wat een gesomber op zo’n feestelijke, zonnige dag! We speelden de Nijmeegse 1-9 en Groesbeek zuid. Niet alleen twee heel verschillende lussen, de eerste gekarakteriseerd door ruimte en de tweede door bomen, ze liggen ook nog eens een behoorlijk eind uit elkaar. De stappenteller maakte overuren, want op de Groesbeekse is het van de ene (hole 3) naar de andere (hole 4, mooie hole trouwens) ook een flinke wandeling. De kwaliteit van beide lussen was uitstekend, met goede en snelle greens. Soms iets te snel, vond mijn aangename flightgenoot Fred, die thuis langzamer gras gewend was. En ook nog eens pech had met puttjes die net niet vielen. En te veel ballen die richting bomen vlogen. Mijn andere flightgenoot Ronald scoorde de eerste negen holes uitstekend maar stortte de tweede een beetje in. De warmte.
Mij ging het uiteindelijk iets beter af, hoewel het natuurlijk relatief is: Fred had 26 punten en ik 36, maar ik sluit niet uit dat hij voor die score minder slagen nodig had dan ik. (Anton kan dat vast uitrekenen). Omdat ik niet zo best golf, kreeg ik hier 30 slagen mee, met als gevolg dat ik bij heel wat bogey’s drie punten mocht bijschrijven. Mijn afslagen waren ook nu wankel, maar daarna ging het prima. Vooral mijn approaches vanaf om en nabij de honderd meter lukken wel. Vermoedelijk omdat ik mij door één van de talloze youtube filmpjes die ik bestudeer, in een eindeloze poging om beter te worden, heb laten verleiden tot de aankoop van een ‘arm band’. Dat is een band die je ter hoogte van je ellebogen of net daarboven om beide armen elastiekt, waardoor je armen bij de zowel de backswing als doorzwaai compact blijven, remedie tegen ‘chicken wings’ . Ik heb daarmee geoefend - op een rustig plekje in de driving range, beetje uit zicht - en ik ‘voel’ het effect. Nog niet bij de drive, maar wie komt dat ooit ook. Als je geen aanleg hebt moet je maar hard blijven werken.
Cappuccino
Oefen je misschien niet teveel, zegt ‘mijn’ Anita soms. En: therapie misschien? Maar ja, zij heeft zo’n band niet nodig – weet niet eens dat ik er één heb. Die handicap van ergens onder de 17 van haar heeft ze zeker niet te danken aan Youtube filmpjes, lessen of zelfs maar oefenen. Als ik, voor wij samen de baan in gaan (altijd matchplay, altijd van dezelfde tee, nooit handicapverrekening), nog tijd heb voor een mandje oefenballen, zegt zij: haal ik nog even cappuccino. Lekker! Als we daarna op de tee staan wil ze nog wel eens een oefenswing maken, mits het er niet te warm voor is, en dan slaat ze achteloos een strakke bal, en dan niet zo’n lullige 120 meter drive, maar gewoon 180 meter. Puur op techniek en aanleg. Zij is mijn college training, zeg maar. Die alleen nog niet helemaal werkt.
Jasje-dasje
Waar wij – de wedstrijdleiding – ons doorgaans pas aan het einde van de dag afvragen wie de prijsuitreiking moet doen, hadden wij deze dag in Nijmegen een makkie. Bij binnenkomst riep Christiaan al direct dat hij de prijsuitreiking wel wilde doen. Wordt natuurlijk fántástísch, zei hij op zijn Christiaans. ‘Ik heb er verdomme een NVGJ-jasje en stropdas voor meegenomen.’ Het mocht, inderdaad met jasje-en-dasje, als enige op het terras. Goed gedaan Christiaan!
De prijzen gingen in A naar Jolanda (36 punten), Christiaan zelf (34) en Alex, die zowaar twee keer achter elkaar is geweest, met 32. De komende weken schijnt Alex weer geen tijd te hebben. Jammer. Altijd gezellig met hem. Alwin had 31 punten, goed voor de vierde prijs. In B eindigden Roland en ik ex aequo met 36 punten, maar mijn handicap is net een fractie minder slecht. Roland baalde zichtbaar: ‘Ik heb nog nooit gewonnen.’ Troost je, Roland. Tommy ook niet. Sonja, een tijd geblesseerd geweest, had er 33 (‘Hadden er gemakkelijk 42 kunnen zijn, deze baan is helemaal niet moeilijk’) en Harald, net als Sonja hoog in de Order of Merit, noteerde 32 punten.
Hélène en Madelon vergaten Hans Terol niet, en gezamenlijk zongen wij hem enthousiast toe. De bediening was leuk en vriendelijk en schonk zonder aarzelen bij, met het eten was niets mis. Goed en vertrouwd gezelschap. Zoals ik schreef: Wat kon er ook mis gaan?