Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
23.03.2021
Foeke Collet, vorig seizoen ook goed op dreef, domineerde de Dekelse Texelse in de A-categorie. Martijn Paehlig werd tweede. Foeke en Martijn spelen maandag met elkaar in de finale van de OoM 2020 en maken beiden een goede kans op de titel. In B beleefde Michiel van Kleef, sinds vorig jaar lid, een mooie dag door iedereen voor te blijven met 37 stablefordpunten. De volledige uitslag:
A-categorie plhc stbf
1. Foeke Collet 12 36
2. Martijn Paehlig 9 33
3. Anton Kuijntjes 16 33
4. Fred Veldman 18 33
5. Karin Mulder 17 32
6. Jeroen van Leeuwen 19 31
7. Alex de Vries 15 29
8. Leo van de Ruit 18 27
9. Hans Terol 19 27
10. Helene Wiesenhaan 22 27
11. Leon Klein Schiphorst 20 25
12. Pim Donkersloot 21 25
13. Charles Taylor 20 23
14. Rob Hoogland 11 22
15. Christian Scheen 19 22
16. Bert van der Toorn 19 20
B-categorie
1. Michiel van Kleef 35 37
2. Ruud Taal 31 33
3. Lex Hiemstra 28 30
4. Toussaint Kluiters 29 29
5. Ragnar Niemeijer 36 29
6. Ger Laan 28 28
7. Henri van der Steen 14 27
8. Olga Commandeur 32 27
9. Andy Houtkamp 25 26
10. Willem van den Elskamp 35 25
11. Henk Koster 37 25
12. Ronald Massaut 28 24
13. John Dekker 31 24
14. Hans Botman 35 24
15. Meinard Carper 29 23
16. René Brouwer 20 22
17. William Wollring 24 19
18. Paul Mansoor 26 18
19. Hannes van de Stadt 20 17
– Willy Hoogland NR
– Lia Taylor NR
– Ronald Speijer NR
Bij mijn debuut als lid van deze vereniging in augustus jl. had ik angstvallig mijn best gedaan niet te hoog te scoren. Dat was iets te goed gelukt met 22 punten, maar ok. In de maanden die daarop volgden ging de vereniging in de winterslaap, maar ik echter niet. Maar ondanks mijn regelmatige rondjes, dobberde mijn handicap echter langzaam van 23 naar 25. En toen brak de winter uit en werd ik in maart weer wakker met een gloednieuwe handicap van 28!
Omdat ook het carpoolen (terecht) is getroffen door de beperkingen van Covid, reed ik op maandag 22 maart in mijn eentje naar Den Helder om daar de boot te pakken. De boot besloot een half uur later te vertrekken dan waar ik op had gerekend, en dus moest ik toch nog even doorrijden. Aangekomen bleek de logistiek weer uitstekend te zijn geregeld en met broodje ham, broodje kaas, een marsbanaanengevuldekoek, kon ik nog net even een kwartiertje afslaan. Daar deed zich een fenomeen voor dat ik de laatste tijd wel vaker heb: ik sloeg werkelijk geen bal recht of raak.
Met een onrustig gevoel in de maagstreek vervoegde ik me daarom om 12 uur bij hole 10 alwaar ik mijn “vrienden voor vier uur” Ruud en Leo trof en konden we van start. Heel laf koos ik er voor om een hybride te pakken waar ik normaliter een ijzer zou gebruiken om de 132 meter te halen, maar ja, ik schreef het net, dat inslaan ging voor geen meter. Met vier slagen was het eigenlijk een prima start en toen op hole 11 ook de driver deed wat hij moest doen, waren de zenuwen wel onder controle.
Als snel bleek me dat met de regels geen loopje kon worden genomen. Mijn wedstrijdervaring is zeer beperkt dus toen ik op hole 13 (?) mijn bal niet kon vinden, stelde ik mijn gebruikelijke oplossing voor (althans die hanteren mijn vrienden en ik): twee strafslagen en doorspelen. Verbazing droop van de gezichten van beide flightgenoten. Mijn nieuwe vrienden waren (terecht) onverbiddelijk: terug naar de plek van je laatste afslag. Waar inmiddels de dreigende vormen van de volgende flight opdoemden. Gelukkig hoorde ik net op tijd een ijselijke gil van Leo achter me, die toch mijn bal had gevonden.
Anders dan anders verknoeide ik eigenlijk maar één hole totaal, en breide ik de (dubbel)bogey’s aan elkaar. Omdat ik eigenlijk nooit Stableford speel, en altijd met betere golfers speel, was ik er zelf ook verbaasd over hoeveel slagen je meekrijgt met hcp 28. Zo is een dubbel bogey gewoon 2 punten in de meeste gevallen! Ja dan schiet het op. Gelukkig miste ik zeker drie 1 meter puts, anders was de sfeer denk ik toch wel omgeslagen. Nu konden mijn medespelers me na afloop op milde toon toevoegen: “37 punten? daar krijg je problemen mee.” Dit stukje is daarvan het bewijs.
Dan nog een enkel woord over de baan en het weer: Vooraf had mijn appje voorspeld: de hele dag grijs en wind, dus ik was dik aangekleed. Maar vervolgens bleek het eerst fris en zonnig te zijn, toen eventjes fris, maar nadat we aan de tweede negen waren begonnen, brak de zon door en hadden we werkelijk prachtig weer en blauwe luchten rondom. De baan lag er prima bij, de bunkers netjes aangeharkt en de greens best snel. Al werd er door mijn medespelers gemopperd over de schuingestoken holes. Dat hoort niet. Weer wat geleerd!
Ik had graag willen schrijven over de geanimeerde borrel, het overheerlijke diner, het prachtige prijzenpakket en mijn zeer gewaardeerde acceptance speech, maar helaas. Dus houd ik dat alles graag te goed. Ter geruststelling: de hcp is 0,4 omlaag gegaan. Dank aan de organisatie voor het voortreffelijke werk, en tot de volgende keer.
Michiel van Kleef
Zal je altijd zien. Als een van de twee spelers bijtijds weg moet, moeten er extra holes gespeeld worden. 'Gelukkig' duurde de play-off niet lang. Voor Martijn dan. Sonja was er minder blij mee. Lang verhaal kort; ik won, Sonja verloor, al was het een dubbeltje op zijn kant.
We wisten niet van elkaar dat we ooit een tijdje werkzaam waren voor hetzelfde bedrijf: de uitgeversgroep NDC/VBK. Dat moet in de periode 2005-2012 zijn geweest. Aernoud Jan bovenin de top bij de boekenpoot (VBK), ikzelf als (eind)redacteur bij de noordelijke dag- en weekbladen (NDC), vooral de Leeuwarder Courant. Nu bestiert Aernoud Jan zijn eigen uitgeverij (Edicola, gevestigd in Deventer, 8 mensen in vaste dienst, 20 zzp’ers) – dat wist ik dan weer wel. ‘Gemiddeld geven we anderhalf boek per week uit’, vertelde hij. Dat is zo’n tachtig boeken per jaar. Recente bestsellers zijn de biografieën van schaatscoryfee Irene Schouten (meer dan 20.000 exemplaren verkocht) en André van Duin (idem).
Twee winnaars op de Veluwse ‘Ik kom, maar bestel wel een buggy voor me’, liet Henri me twee weken geleden weten over onze afspraak om vrijdag 16 mei de 1e ronde Mr Glow te spelen. ‘We kunnen nog drie weken uitstellen’, opperde ik. ‘Die tijd heeft Louis ons gegeven.’ Maar Henri hield voet bij stuk. Ook al had hij enkele weken geleden van zijn neuroloog gehoord dat die niets aan zijn rugklachten kon doen en had hij niet meer gespeeld sinds Nunspeet. ‘Kom je wat eerder voor koffie en inslaan?, appte ik nog. ‘Inslaan?! Ga zelfs geen oefenswings maken. Zo min mogelijk bewegen!’, appte hij terug. Met gemengde gevoelens ging ik naar de baan; wordt dit een leuke wedstrijd? Henri, wellicht gefrustreerd. Ik, wil zo niet winnen. Nou ja, hij wil zelf spelen, we gaan het zien. Met een stralende lach, roepend ‘Wat is het hier prachtig’, kwam hij aangelopen. ‘Eerst maar de buggy halen.’ Samen stonden we te klungelen bij het hok; Hoe gaat die deur open? Is dit zijn achteruit? Met enige hulp kregen we hem eruit en aan de praat. Toch een paar oefenputjes en de baan in. Henri, ook van rood. Ik, 8 slagen mee. Teveel volgens Henri. Zijn eerste afslag bleef laag, maar kwam ver. Zo ook de tweede slag. Hij verloor de 1e hole dankzij mijn extra slag. Allebei in 5. De tweede halften we. Op de derde, een lange par 4, de moeilijkste, kwam zijn verre afslag in de bunker, maar die speelde hij er geweldig uit. Alleen dankzij een fijne put en een extra slag, won ik deze hole. Inmiddels werd me duidelijk dat Henri zoveel routine heeft dat hij ondanks een paar maanden geen golf heel behoorlijk speelt. Al stond hij inmiddels wel 4 down. Op hole 7, een pittige par 4 vertelde ik hoe tijdens mijn eerste wedstrijd op de Veluwse, een clubgenote in 1 slag bij de berkjes (170m) lag en met de tweede slag (150 m) op de green. Twee puts en daarmee een par. ‘Zo moest het dus’. Prompt deed Henri haar na; zijn eerste gewonnen hole. Opluchting op zijn gezicht. Het was er nog. Hij kreeg er zichtbaar weer geloof in. En hij genoot. ‘Wat een mooie baan is dit’, herhaalde hij. ‘En wat een geweldige dag.’ Intussen slonk mijn voorsprong, we wonnen de holes zo ongeveer om en om. Henri speelde de par 5 prachtig in 5, we halften de par 3 en op hole 15 had ik twee slagen nodig om uit de bunker te komen; nog 2 down. Nu de hole die Henri als eerste won (de Veluwse is een 9 holes baan); we stonden allebei op scherp, lagen samen aan de rand van de green, maar Henri putte tot twee keer te voorzichtig: 3/2. Een dikke omhelzing en een zoen. Terwijl we naar hole 17 gingen bekende hij; ‘Deze wedstrijd heeft twee winnaars. Ik ben zo blij dat ik geen last van mijn rug heb. Ik denk dat ik me gewoon voor Welderen ga opgeven. En misschien ook voor de Gelpenberg. En mijn schaamte voor de buggy, ach dat zit vooral in mij.’ Zelf besefte ik natuurlijk dat Henri zonder zijn rugpauze waarschijnlijk een stuk moeilijker te verslaan was geweest. Op het zonovergoten terras, glas wijn erbij, praatten we na, over schrijven, boeken. Over ego-documenten; schrijfsels van mensen over hun leven, een hype. Henri bestudeert die momenteel. En hoe anders en moeilijk fictie schrijven is voor journalisten. Ik: ’Je fantasie aanzetten’. Henri: ‘Die hebben we misschien wel te lang uit moeten zetten, omdat we ons bij de feiten moesten houden. En nu kunnen we het niet meer.’ Een heerlijke middag. Al schaamde ik me voor de ooit zo vermaarde keuken van de Veluwse; een broodje bal met frietjes, was de daghap. Het is dat er een lekker glas wijn bij stond.
Sponsor Alwin de Rijke is trainer-opleider en directeur van The Sparring Partners. Hij en zijn collega's zijn vooral actief in leiderschap en personlijke ontwikkeling. Een kleiner, maar onderscheidend deel, zijn (anti-)agressietrainingen. Bij de laatste gebruikt hij vechtkunst, een leek zou het gewoon boksen noemen, om sneller door te dringen tot de kern. ,,Praten, vertellen en uitleggen, oké. Als het fysiek wordt, komt het écht binnen.''
Met trots kondigt de NVGJ aan dat Redexim de titelsponsor is van de Nations Cup 2025, het internationale golftoernooi voor golfjournalisten dat dit najaar plaatsvindt op Texel.
Klop gehad ... van mijzelf ,,Je speelt niet tegen míj, je speelt tegen jezelf.'' Michiel van Kleef had het niet duidelijker kunnen stellen. Ik doe het zelf, kampioen holes verkloten. Totaal niet in de wedstrijd. En matchplay is écht een wedstrijd, puur één-op-één. Mijn voorbereiding op het seizen was ook helemaal niks. Pas vier rondje gespeeld sinds oktober vorig jaar. De hele winter mantelzorger geweest voor mijn beide ouders, verpleger/verzorger voor mijn echtgenote Dea na een hele ongelukkige val met de fiets. Surprisereis moeten annuleren, net als onze eigen winterse golfvakantie. Te veel water Vooraf had ik mij mede daarom ook niet echt een voorstelling gemaakt van mijn matchplay op De Purmer. Alleen dat Michiel zijn ballen gemakkelijk 130-150 meter slaat, ik kom vaak niet verder dan 80-90 meter, 100 max. Met slechts vier slagen mee op de moeilijkste holes red je dat écht niet. In theorie verlies je dan bijna elke par 5 en alle lange par 4-en. Gelukkig spelen we de lussen geel-rood. Niet de witte. De holes op wit zijn té lang, de fairways té smal en er is té veel water. En geel-rood is mij altijd wel goed gezind geweest. En toch: de eerste vier holes beginnen slecht. Ik krijg de bal niet fatsoenlijk weg vanaf de tee. Beetje te voorzichtig, misschien, afslaan met een houten 3. Maar toch: op hole 3 sta ik zo maar 1 up. Heel eerlijk, dat punt krijg ik in de schoot geworpen, want Michiel speelt met een verkeerde bal. Ik schrik er zelfs van. Dit kan niet. Klopt helemaal, want prompt gaat hole 4 verloren; twee keer een waterbal. En er komt nog veel meer water, bedenk ik mij. 'Zó zonde' Ik ben de tel kwijt hoeveel ballen ik in het water heb geslagen. Ik schat een stuk of tien. Heel toepasselijk: ik speel met lakeballs. Dieptepunt: met drie slagen voor op de moeilijkste hole van de rode lus sla ik mijn bal twee meter verder in het water. En vanaf dezefde plek nog eens. Weg voorsprong. ,,Zó zonde'', reageert Michiel hoofdschuddend. Doodzonde! Hoe kun je zo slecht spelen? Nu speel je natuurlijk niet alleen. En Michiel slaat soms - voor mij - wereldballen. Hoe kom jij aan handicap 26,5, vraag ik niet begrijpend. ,,Nou ja, dat heb je gezien. Ik sla wel ver, maar alle kanten op. Mijn pro zegt ook dat ik gemakkelijk naar handicap 20 kan. Alleen op deze manier gaat dat niet gebeuren.'' Om vervolgens weer met een hoek zijn bal zoek te spelen. ,,Dat bedoel ik dus.'' Oké. Putten Zo staat Michiel bij de turn slechts 1 up. ,,Alles is nog mogelijk.'' En dat blijkt ook als ik hole 10 win, dankzij een mooie putt. Gelijk! De putter is weer hot vandaag, maar daarvoor moet ik wel eerst op de green zien te komen. Zo blijkt. De volgende holes gaan verloren. Ik hoef niet eens meer te putten. Vier op rij gaan naar Michiel, deels door eigen handelen. Op hole 15 - een par 3 - beleef ik nog even een opleving, maar op hole 16 - een lange par 5 - gaat bij 3&3 definitief het licht uit. 'Je speelt niet tegen mij, je speelt tegen jezelf', herhaal ik de harde maar juiste observatie van Michiel. Michiel, succes in de volgende ronde. En ondanks de smadelijke nederlaag was het toch een aangename golfmiddag. Bedankt!