Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
10.06.2024
Geen wereldconflict in de 20e eeuw ging aan oorlogsfotograaf Robert Capa voorbij. Zijn credo leeft nog altijd voort in de fotojournalistieke wereld: 'Als je foto niet goed genoeg is, sta je te veraf.’ Het werd hem zelf fataal door in Indochina op een landmijn te trappen. Hij kwam iets te dichtbij.
Ik moest er deze week aan denken: D-Day. Hij vocht mee, met zijn camera als wapen. Het leverde iconische foto’s op, die de oorlog een gezicht gaven.
Capa’s uitspraak is, als reactie op de oproep voor ‘geschiktere foto’s van de NVGJ-Week’, natuurlijk een volkomen misplaatste metafoor. Maar ik permitteer me op deze manier, beroepshalve, te mengen in de discussie over het - per se - aanleveren van liggende foto’s.
Hoezo; waarom?
Welnu, omdat een situatie zich nu eenmaal ‘voordoet’ en zich op het juiste moment laat vastleggen door de fotograaf. Dat is diens enige opdracht. Of dat beeld nu staand, liggend of vierkant is. Als de World Press Photo toevallig staand is, zoals de winnaar van dit jaar, dan past de lay out zich maar aan.
Ik heb collega’s gezien met camera’s die door ducktape bijeen werden gehouden, maar waarmee vrijwel altijd op de juiste afstand en het goede moment werd ‘geklikt’. Het toont aan dat, ongeacht allerlei digitale snufjes die in het vak zijn geslopen, te allen tijde het rechter oog en dito wijsvinger van de fotojournalist bepalend zijn voor het resultaat. Voor hem of haar is het beeldformaat op decisive moment volkomen ondergeschikt. Grote bladen hadden daar respect voor en pasten de lay out aan. Ze stopten desnoods de persen om dat ene beeld in al zijn waardigheid te kunnen tonen.
Dus niet de wens van de fotoredacteur is bepalend, omdat het beeld moet passen in een vooraf afgebakend sjabloon. Maar durf als redactie de lay out aan te passen als ‘die ene foto’ erom vraagt. Een zeer aanzienlijk deel van alle redactionele ruimte in gedrukte media wordt gevuld met beeld, dus zo gek is dat ook weer niet.
Met vele anderen heb ik het grootste deel van mijn loopbaan massief ijzeren Hasselblad’s meegetorst (op afstand zelfs terug te zien aan mijn ietwat scheven schouders en licht gebogen rug). Het voordeel was dat het vierkante dia’s opleverde, die door de vormgever naar wens konden worden ‘gecropt’ en zowel voor een spread als een tijdschrift-cover konden worden gebruikt. En dat laatste betaalde dan weer 150% van een foto op een binnenpagina. Maar dat terzijde.
Tot zover uit de oude doos. De donkere kamers zijn al weer een tijdje geleden gesloten en de fotografische werkelijkheid is inmiddels iets anders.
Toch maar ‘liggende’ beelden dan. Maar dan wel zo dichtbij mogelijk!
Ruud Taal, golfend fotojournalist
Waarom niet boven Coevorden, Delfzijl of Simpelveld? Nee, de plaatselijke bui(en) vielen precies boven Winkel en nog exacter: boven golfbaan Regthuys. Hoewel de ellende niet lang duurde, toch redelijk frustrerend. Op deze fraaie foto, waarop Karin Mulder van buiten de fairway verder moet, lijkt er nog niets aan de hand.
Bunker Blues, het Opus Magnum van Leo van de Ruit, werd na de Memorial op Zeegersloot verloot. Het door Leo gesigneerde en door Ruud Taal beschikbaar gestelde boek werd gewonnen door Hannie Verhoeven. Zij ging met Robin, de dochter van Leo en zijn vriendin Henny, eregasten tijden het diner, op de foto. Ruud Onstein en Ruud Taal hielden beiden een ontroerende toespraak waarin Leo centraal stond.
Een spannende strijd wilde het niet worden, onze halve finale in de B-ronde van de mr. Glow matchplay-competitie. Terwijl we ons daar juist op hadden verheugd. Hannie, 1e op de eerste dag Texel, en ik, 1e op de tweede dag eerder deze maand. Allebei in vorm en op scherp. Maar het pakte anders uit. Met hele slechte weersvoorspellingen togen we woensdagmiddag 25 september naar golfbaan Haverleij bij ’s Hertogenbosch, bekend terrein voor Hannie. De baan was vrijwel leeg. Ik even naar de DR, kijken of mijn ballen recht vertrokken. Hannie naar de putting-green, die vol vers zand lag. Dat bleek later overigens met de hele baan en alle greens het geval. Met een doorbrekende zon – die buien zijn nooit gevallen - sloegen we verwachtingsvol af. Na 3 holes stond ik echter al 2 down. Het euvel: twee keer in de grond slaan, waardoor de bal niet 100 meter verder op de green landde, maar 50 meter verder op de fairway. Het beter indraaien en met rechte arm slaan, lukte even niet. Terwijl Hannie, zoals altijd, haar ballen kaarsrecht en ver bleef slaan. Toch pakte ik nog 2 holes terug, speelden we er twee gelijk, en leek het even de wedstrijd te worden waar we op hoopten. Maar de twee holes erna ging t weer mis met als gevolg, met 2 down naar de volgende 9 op de rode lus. Daar weer eentje teruggepakt en paar holes gelijk. Toen de par 3 van hole 14. Je weet vaak in het moment waar je een wedstrijd verliest. En dat was hier. We lagen samen op de green, konden allebei prima een par maken. Ik miste helaas de (heel korte) putt, waar Hannie hem wel netjes maakte: 3 down. De hole daarna verprutste ik opnieuw met een misslag; daarmee was over en uit. Het leert mij weer dat wat bij golfen een goede vorm lijkt te zijn, plots onderbroken kan worden door een flinke off-day. En dat brengt de twijfel of je die slag, die je de afgelopen maanden te pakken leek te hebben, niet weer helemaal kwijt bent. ‘Dat Is golf’, zeggen golfvrienden dan. Vast waar, want bij tennis ken ik het niet. Hannie leek er in ieder geval weinig last van te hebben; super constant bleef ze goed spelen en zorgde dat haar putts vielen als het moest om de hole te winnen.. Een terechte winnaar. Nu je vorm nog even vasthouden Hannie! Tot in de finale van de B tegen Pamela of Sonja.
Op 16 september speelden Pamela en ik onze matchplay wedstrijd in de verliezersronde. Pamela had de moeite genomen naar de Heelsumse af te reizen, waar ik haar voor deze middag had uitgenodigd. We waren allebei ruim op tijd om een koffietje te doen, wat in te slaan en te putten, een goede voorbereiding is het halve werk! Het weer viel mee, geen wind, niet veel zon, maar ook geen regen, lekkere temperatuur.
Wat was het een gigantisch feest, onze tweedaagse op Texel. Wat hebben we enorm genoten. En wat was het fijn om deze paar dagen zo met elkaar door te brengen op onze geliefde homecourse in de deskundige handen van Anita en haar team. Gelukkig hebben we de foto's en de verhalen nog!
Ja, ja ... Peter kan goed golfen. Bij het lezen van de lovende wedstrijdverslagen van zijn voorgaande ronden moest ik denken aan het hilarische filmpje van het Tour Championship in 2002, waarin een overenthousiaste starter een schier eindeloze lijst overwinningen van Tiger Woods begint op te dreunen, tot Phil Mickelson hem onderbreekt met: 'Oké, oké, nou weten we het wel.' Ja, Peter heeft een plushandicap en bracht afgelopen weekend op zijn homecourse De Hoge Kleij een rondje van twee onder par binnen. Petje af. Maar dat betekent niet dat je kansloos hebt, hield ik mezelf voor. Kansjes komen er altijd... Zes holes later stond ik 4 down. Tot zover het gameplan om 'een beetje bij te blijven' en toe te slaan als een van de verwachte kansen zich aan zou dienen. Peter speelde echt niet foutloos, maar ik harkte gewoon elke bal de rommel in. De Hoge Kleij liet zich van zijn mooiste kant zien, met diepgroene fairways die zich door de bossen van de Utrechtse Heuvelrug heen kronkelden, omzoomd door wuivende bruine grassen en gekleurde plukken heide. Wat een plaatje... van de tee en de fairway dan. Verdwaald tussen de bomen, ballen hakkend uit hoge taaie rough of pluizige plukken mos was het beduidend minder genieten. En toen ging het regenen. En als de vorm er niet is, kunnen moeilijke omstandigheden je soms over een dood punt heen helpen. Vechten voor een bogey of double bogey is namelijk heel wat anders dan in perfecte omstandigheden parren moeten maken. Tegen collega Paehlig in de vorige ronde was het de harde wind die er een rondje scramblen van maakte, en nu hielp de regen me in het zadel. Ik won een paar holes, was bij de turn nog 2 down, en toen ik na een zeldzaam foutje van Peter ook hole 10 op mijn naam schreef, was de achterstand nog maar één slag. Met nog acht holes te spelen. Zat er een verrassing in? De tweede negen speelden we voor een groot deel aan de andere kant van het kanaal, verhalen uitwisselend over rondjes op de door ons beiden zo geliefde links. Tijdens een ronde op de Hoge Kleij kletsen over North Devon, Western Gailes, The Old Course en Royal County Down. Dan weet je dat je verwend bent. Tip: breng eens een bezoekje aan de website van Peter (hole18.nl) en vergaap je aan de schoonheid van golfbanen in binnen- en buitenland. Als je een golfdipje hebt, krijg je van deze foto's direct weer zin om de baan in te gaan. Dat had ik ook weer, een half uurtje nadat ik Peter op hole 16 de hand moest schudden nadat ik tot drie keer toe tevergeefs had geprobeerd mijn bal uit de hoge rough weer terug naar de fairway te krijgen. Ja, ik had mijn kansjes gehad, maar als je alleen op de eerste tee all square hebt gestaan, verdien je geen finaleplaats. Peter wel. Hij speelde solide, redde zichzelf een aantal keer knap uit de problemen en maakte als het nodig was de putts. Zo speel je matchplay. Weer wat bijgeleerd.