Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
8 uur geleden
Hoppa! Zesduizend woorden. Dat vind ik al een prestatie op zich. Ik ken mensen die niet eens 6.000 stappen tijdens een golfwedstrijd kunnen lopen, of daar al een buggy voor nodig hebben. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb genoten. Niet zozeer van het wedstrijdverslag (voor de scrollers; dat begint ergens halverwege bij de tweede 3.000 woorden), maar wel van de welbekende Henri-cocktail: een snufje maatschappijkritiek, een sneertje naar de hem zo gehate en tegelijkertijd geliefde journalistiek, een scheut (euh.. waterval) links activisme en een flinke plens ironie. Waarvan die laatste dan soms maar moeilijk te ontwaren is.
Frenske
Henri maakt zich druk over de “verrechtsing”. Van de samenleving, van de media (hahah), maar ook van ons clubke. Hij ziet verrechtsing als een bedreiging voor onze democratie. Ik zie het als een correctie. Links vertelt ons maar wat graag hoe we hoe we moeten denken, eten en zelfs ademhalen (maar dan wel graag CO₂-neutraal). En dat is nog steeds dagelijks aan de orde. Want waar de Telegraaf volgens hem pro-auto is, kun je in het journaal de klok er op gelijk zetten dat er elke dag wel een anti-auto item in zit. Met Frenske voorop. En als het aan mensen als Henri ligt blijft dat voorlopig ook zo. Dat er ook mensen zijn die daar een beetje klaar mee zijn, lijkt me niet meer dan logisch. Is dat eng? Welnee. Dat heet democratie.
Wakkere krant
En De Telegraaf? Henri schildert het af als een soort gevaarlijk pamflet. Ik lees het niet vaak, maar als ik het lees doe ik dat met even zoveel plezier als dat ik de stukken van het extreem linkse en activistische De Correspondent tot me neem, om maar eens een voorbeeld te noemen. Ja, het schuurt. Maar journalistiek die niet schuurt is foldermateriaal. Dan moet je je beperken tot Jip en Janneke en de Grote Zwarte Kat. Ofzoiets.
Superlijm
Henri loopt voorop in de regen met “Grootouders voor het klimaat”. Oh ja? Loop je dan wel? Hebben ze daar geen handicarts, ouwe reus? Als ik weer eens vaststa omdat een handjevol zichzelfbenoemde wereldredders met superlijm op de A12 ligt, dan zakt mijn sympathie sneller weg dan mijn spel op de tweede negen van de Hoge Kleij. En geloof me, dat was indrukwekkend.
Wat ik geweldig vind aan onze NVGJ: we hebben ruimte voor dit alles. Voor Henri’s linkse zorgen, voor mijn rechtse gepruttel, voor Trump-bashers én Wilders-fans. Ik zie posts langskomen van NVGJ-vrienden die op z’n minst als extreem-links te classificeren zijn.
Anti-Trump, anti-Wilders, anti-Israël, ronduit antisemietisch (wat volgens Henri allemaal wel meevalt. In zijn kwaliteitskranten schrijven ze blijkbaar nooit over de hoon die doodgewone Israeli’s dagelijks ten dele valt), anti-alles wat maar niet progressief ruikt. Vind ik mijn geliefde NVGJ-vrienden daardoor minder als mens? Nee hoor. Hooguit wat naïef. Hahaha!
Wereldvrede
Uiteindelijk zitten Henri en ik dichter bij elkaar dan je denkt. We waarderen elkaar, we houden van een goed debat, en we weten: elk mens is vóór wereldvrede, alleen de route er naar toe verschilt.
Oké, op Hamas na dan, want dat is alleen maar uit op de vernietiging van één soort mens, de Jood. Al denkt Henri dat Israel vooral buitensporig bezig is en geen existentiële oorlog voert.
Een existentiële oorlog? Ja, hij noemde dat woord gisteren en ik moest zowaar even om verduidelijking vragen: ‘wat bedoel je precies?’ Een existentiële oorlog is een oorlog die nodig is om je voortbestaan te verdedigen. Ah zo!
Nee, welnee, Henri. Dat verandert de zaak wel. Laten we ook niet te moeilijk doen. Als ze (de Hamas loeders) het gewoon af en toe doen, bijvoorbeeld eens in de zoveel jaar, zo’n 7-oktobertje, en ze houden het dan bij 1200 slachtoffers per keer en een handjevol gijzelaars, dan zullen ze heus nog wel een tijdje blijven voortbestaan. Er wonen tenslotte nog wel een paar miljoen Israeli’s daar. Die heb je zomaar niet allemaal verkracht, uitgeroeid, onthoofd of anderszins naar het leven gestaan. Een paar miljoen Joden opruimen is best een intensief werkje, vraag maar aan Adolf. Nee, echt existentieel is het niet met zulke aantallen.
De ironie modus moet even uit, merk ik bij mezelf. Anders word ik er nog cynisch over ook. En waarom zouden we?
Koning, keizer, admiraal
Henri is koning, keizer en admiraal in het maken van pamfletten die talloze onderwerpen even aanstippen. Dat maakt het ietwat ingewikkeld om overal inhoudelijk op te reageren. Dat ga ik dan ook niet doen. Hij pakt op zijn dure gewonnen Adidas-patta’s de route langs klimaatactivisme en links idealisme, ik haal wat vaker rechts in op de snelweg van gezond verstand. Waarmee ik niet beweer dat zijn denken ongezond is. Voor we daar weer een debat over krijgen.
Goed gesprek
Aan het einde van de dag, zo’n dag waarop we voor een paar tientjes voortreffelijk verwend worden met de allermooiste banen en dito gezelschap, eindigen we allemaal op hetzelfde terras, met een glas wijn (ja, de scherpe opletters hadden het goed gezien, ik dronk gisteren een glaasje wijn, maar dat was vooral omdat de uiterst vriendelijke dame van de Hoge Kleij hem zo goed aan wist te prijzen) en een goed gesprek.
En dáár zit de kracht van deze club, wat mij betreft. Niet in gelijk krijgen, maar in het gesprek zelf. En natuurlijk in golf, dat heerlijke spel dat ons telkens leert relativeren. Want wie durft na een rondje van 27 punten op één van de mooiste banen van Nederland nog met een stalen gezicht zich druk te maken om zaken die de wereld verbeteren?
Prioriteiten nondejus! Eerst zorgen dat je drives rechtdoor gaan. Als we dan nog tijd over hebben, of er nog woorden voor over hebben, dan kunnen we eens kijken naar de politiek der trivialiteiten.
Door vakanties, werkreizen en anderszins volle agenda’s was onze match over de zomervakantie heen getild en waren we dicht in de buurt van een reprimande van Louis om snel onze wedstrijd af te ronden. Toen de lang geplande dag daar was, bleek het 36 graden en windstil. Ook het tijdstip van onze match, 14:00 uur, was hitte technisch niet het beste. We konden echter beiden niet vroeger of later dus met extra waterflessen begonnen we dapper.
Het ging allemaal nog redelijk voorspoedig. Ok, mijn twee holes voorsprong na vier holes was al wel verdwenen door een explosie van belachelijk lange drives en dito wedges van de heer Kuijntjes. Maar allsquare na zeven, dat was allemaal nog prima te doen.
Dat golf voor een groot deel een mindgame is, werd afgelopen vrijdag maar weer eens pijnlijk duidelijk. In de "verliezersronde" was ik gekoppeld aan Michiel van Kleef, en na wat appverkeer bleek golfbaan Bentwoud de meest strategische plek om de strijd aan te gaan — al kwamen we er daar pas achter dat we eigenlijk maar een paar par-vijven van elkaar vandaan wonen. Misschien had poolen bij één van ons thuis ook nog gekund.
Frank Uijlenbroek, zeer gewaardeerd lid van de wedstrijdcommissie, moest onder het mes vanwege een tumor in zijn dikke darm. Maar hij is er weer en maakt zich op voor vele nieuwe ronden op de golfbanen. Een tijdje chemo zal waarschijnlijk geen roet in het eten gooien. Frank is wat dat betreft uiterst positief. Bij een bezoek aan de patiënt, die verblijft in het St. Antoniushospitaal in Gronau, zat hij na een week ic alweer achter de koffie op het terras. Blij met de doos ballen in de overtuiging dat hij daarmee spoedig weer aan de slag kan.
Peter Luijer is de eerste halve finalist in het Mr. Glow matchplaytoernooi. Hij versloeg Carla de Vlaming in de kwartfinale met miniem verschil (1 up). De andere drie halve finalisten komen uit de partijen Van Weel-Paehlig, winnaar Wiesenhaan/Van Nunen-Huiges en Schouten-Kuintjes. Vanwege vakantie(s) heeft de wedstrijdleider de deadline (17 augustus) enigszins moeten oprekken. Ook in de herkansingscompetitie is inmiddels een halve finalist bekend: Henri van der Steen liet Madelon Barenbrug kansloos in hun onderlinge kwartfinalepartij. De drie andere partijen die een halve finalist opleveren zijn Boehle-Reinders, Boogaard-Van Kleef en Verhoeven-Westhof. Ook hier geldt dat de gestelde deadline voor enkelen te krap was.
Peter Luijer – Cara de Vlaming: 1 up Ik heb geen verstand van baan onderhoud maar ik ben ook niet blind, dus was ik heel erg blij te zien dat voor het eerst dit jaar de baan van Waterland er mooi bij lag en er dat er hard gewerkt werd. Er stond zelfs iemand een bunker te schoffelen __. Wel staan er nog veel blauwe paaltjes in het midden van veel andere bunkers. Die worden hopelijk binnenkort geschoffeld. Peter en ik vertrokken gezellig babbelend van de eerste hole en na drie holes stond ik drie down (of moet je dan schrijven stond Peter drie up)? Peter speelde goed en deze eerste drie holes gelijk aan de baan. Gezellig babbelend gingen we verder en vervolgens wisselde we de volgende zes holes goed af. Dan hij en dan ik weer een plusje of gelijk. Na negen holes stond Peter weer 3 up, maar we babbelde gezellig door en zo kwamen we gelijk te staan met alleen nog de 18de hole voor de boeg. Peter kwam via een boom en een omweg met drie slagen op de ‘buur’ tee van 18 terecht en ik hoefde nog maar 86 meter naar de pin voor mijn derde slag. Waarom sloeg ik toen de bal maar 20 meter? Tja, dan lig je dus met vier op de green en met zes in de hole en Peter met vijf en dan verlies je dus op de laatste hole door een fluffje… Maar het was wat het was en super gezellig zoals het hoort, met prachtig weer en de baan was fijn en Peter won terecht!