Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
26.06.2023
William Wollring had zichzelf vooraf weinig kansen toegedicht. ‘Dat wordt verliezen’ en zo moest het ook zijn. Zelfs nog bij de turn. Twee up, terwijl ik toch belabberd speel. Genoeg redenen daarvoor, maar vooral omdat ik uit mijn comfortzone ben gestoten. „Van rood spelen? Nee, het is een wedstrijd, toch!’’ Daarmee is het thuisvoordeel van De Purmer nagenoeg verdwenen. En bij hole 12 ook de moeizaam vergaarde punten. Hoe kan iemand zó slécht spelen.
Dit had niets meer met golfen te maken. Was het golf? In theorie wel: golfclubs en een golfballetje, gras, zand, water en een hole. Het was alleen fijner geweest om wat langer met een en dezelfde bal te kunnen spelen, want die verdwijnen bij mij heel snel in het water. Bij William trouwens ook. En we wisselen elkaar telkens af. Da’s precies de reden dat we bij hole 6 nog maar één keer hebben moeten putten voor de winst. Alleen voor de eerste hole. Als ik twee keer water tref, hoeven we hole 2 dus niet meer uit te spelen. Afslaand vanaf rood heb ik dat eigenlijk nooit, weet ik. Maar ach… Dit ga ik niet verliezen, denk ik nog. Neem’m maar, zeg ik ruimhartig. Staan we weer gelijk.
Hole 3 is een Par 3 en die pak ik met een bogey terug. Nu hoeft William niet eens meer te putten. Hole 4… water en daarna ben ik ook mijn tweede bal kwijt. Hole 5 gaat – hoe kan het anders — over water naar de green. Beiden treffen we water, maar als mijn tweede bal ligt zo goed als naast de hole belandt en William weer water treft, geeft hij op zijn beurt de hole aan mij. Dikke pech is dat ik vandaag ook nog de struiken heb gevonden om mijn ballen in kwijt te raken. Oohh, nee! Ik speel echt als een natte krant. Als je de green raakt is-ie voor jou, zeg ik met een diepe zucht. En precies dat doet William. Staan we wéér gelijk.
Mooie par
De ommekeer. De volgende twee holes moeten we er zowaar voor putten, nadat we op 7 eerst allebei nat zijn gegaan. Yessss, voor mij. Om, geheel in lijn met het voorgaande, de waterrijke gele lus af te sluiten met: Nou, hier hoeven we niet verder voor te spelen. „Hij is voor jou’’, zegt William als ook hij water treft. Zo kom ik bij de wissel heel comfortabel op twee punten voorsprong. En met de rode lus voor de boeg kan dat toch niet meer misgaan.
Hoewel, iedereen kan de polderbaan spelen op De Purmer. En toegegeven: William slaat een wereldbal naar de green. Maak je op hole 11 een mooie par, maar als William dat ook doet is het hooguit goed voor je zelfvertrouwen. Dat verdwijnt direct bij de eerstvolgende waterbal en zo staat het op hole 13 ineens weer gelijk. Alsof het licht uitgaat — en dat gebeurde eigenlijk ook — gaan ook de opeenvolgende drie holes verloren; een combinatie van water, struiken en zand. Jawel, ik heb een nieuwe grafkelder gevonden, de bunkers. Als kind was ik al gek op de zandbak, later als bruingebrande waterpoloër feestend op het strand. Alleen nu even niet! Weer zand! Hier had ik geen rekening mee gehouden, maar ik zie de zo zeker gewaande winst als zand door mijn vingers glippen. Of is het ‘als water’.
Misperen en flutballen
Overleg. Ik moet de volgende drie holes winnen om er nog een verlenging uit te slepen. Ik ben voor de tweede keer niet uit de tot klei geworden bunkers gekomen en sla hopeloze ballen. Misperen afgewisseld met flutballen. En dat terwijl die rode lus hier geringschattend ‘de oefenbaan’ wordt genoemd. De baan oefent met mij, speelt met mij; ik wordt gedold, zo voelt het. Het is een par 5, dus je hebt wat speling. Maar een minder goede afslag, water en twee keer bunker, dan ben je kansloos.
F***, ik heb verloren, besef ik mij. William lacht wat ongemakkelijk. „Ik begrijp hier helemaal niets van’’, probeert hij nog. Nee, ik ook niet. Alleen, dat als je zó slecht speelt en ook nog haast elke kans benut om je bal in het water te slaan, dan is 4&2 nog een milde uitslag. ‘Gefeliciteerd vriend’; respectvol de cap af en een welgemeende handdruk.
‘Beetje laat’
Bevrijd van alle druk (was die er dan?) maak ik op 17 nog wel een hele mooie par, maar William is niet te beroerd om mij te vertellen dat ‘dit een beetje laat is’. Op hole 18 kunnen we beiden — na eerst weer een waterbal – ook de tweede speelbal niet meer vinden. ‘Bal kwijt’, schrijf ik op mijn scorekaart. Da’s het minste, want het gevoel was er vanaf hole 1 niet. Is er dan nog een voordeel te noemen om elkaar voortijdig de holes te geven? Ja, het schiet lekker op, zo. 3,5 uur terwijl we toch veel moesten wachten.
Onze voorgangers combineren golf met zoeken naar dennenappels. Het bewijs dat je niet aan een boom hoeft te hangen om een eikel te zijn. En meer tijd voor de nazit, zo; de after glow. In het zonnetje bij een aspergesoep en bitterballen is dat geen bezwaar. Pratend over hoe de (foto)journalistiek is veranderd, de camjo’s en de wifi, hoe je er als schrijvend journalist zoveel taken bij hebt gekregen: piketdienst, weekenddienst, reserve fotograaf, eindredacteur, vormgever, internet en straks ‘mobiel’.
William is als 78-jarige al jaren met pensioen bij het ANP. Ik stop er volgende maand ook mee. 1 augustus ga ik als 64-jarige met vroegpensioen en ik zie wel of het té vroeg komt. Tijd om te trainen en om meer te golfen. Want Tsjeezus, hoe kan iemand zó slecht spelen? Vrijdag Sluispolder. Oh ja, ik moet nog nieuwe golfballen halen. Doe maar lakeballs.
Ronald Massaut
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein