Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
14.10.2023
Ik heb een pesthekel aan regen. Zeker tijdens het golfen. Ik moet eerlijk toegeven; ik kan er niet mee omgaan. De irritaties over van alles en nog wat nemen in de regen in rap tempo de overhand. Diep respect voor mensen die zonder morren een rondje lopen in de zeikregen. Alleen het idee al dat ik in de regen moet spelen, vervult mij met afschuw.
In de vroege ochtend van de Mr.Glow (ook even aan de sponsor denken) matchplay finaledag, kreeg ik een appje van de immer meelevende en sympathieke wedstrijdleider met de onheilspellende boodschap: Goedemorgen Hélène en Jeroen, ik wil jullie beiden een mooie finaledag wensen maar maak me zorgen over het weer. (Daarbij zat, om zijn punt kracht bij te zetten, een screenshot van de verwachte neerslag). Dat zag er gruwelijk slecht uit. Code oranje? code geel? Wat nu? Na wat heen en weer geapp werd het duidelijk dat de wedstrijd om kalender technische redenen toch gespeeld ging worden. Er was geen weg terug.
Ik moest denken aan al die keren dat ik mijn kinderen toeriep „stel je niet aan” als ze weer vloekend en tierend hun regenpak aantrokken om in de stromende regen naar school te fietsen. Gelukkig weten mijn kinderen niets van mijn afkeer van het golfen in de regen.
Aangekomen op de Pan, zag ik drie oudere heren met hun veel te wijde regenpakken op de parkeerplaats met elkaar in gesprek. Ik liep langs en knikte van onder mijn paraplu vriendelijk naar de verregende mannen. Degene met het felst gekleurde regenjack vroeg met lichte verwondering in zijn stem: ‘ga jij spelen’? ‘ehh.. ja dat is wel de bedoeling’ stamelde ik en wilde eigenlijk zijn reactie niet afwachten. Toch hoorde ik ‘m nog zeggen, ‘nou sterkte dan maar’. De moed zakte mij nog verder in mijn inmiddels al natte schoenen.
De baan was verlaten en wonder boven wonder was het bij de start van onze finale droog (althans in mijn beleving, want een lichte miezer voelde ik al niet meer). Ik moest het niet alleen opnemen tegen de elementen, maar ook nog eens tegen Hélène. De longhitter die ook het korte spel nog eens goed beheerst. Twee niet te onderschatten tegenstanders. Ga er maar aan staan.
De regen bleef vrolijk op de inmiddels drassige fairways neerdalen en de irritaties over mijn natte schoenen, griploze clubs, doorweekte handschoen en modder op de ballen bleven wonderwel tot een minimum beperkt. Dat kostte wel veel energie, maar dat ik het inmiddels tot de turn volgehouden had, stemde mij toch positief ondanks dat ik (zeer terecht) 3 down stond. (overigens hadden we tot dan toe geen hole ge-halved).
Hole 16 par 3. Vanaf de tee ontwaarden wij een grijze streep op de verder gelegen green. Wat was dat? Het kwam van achter de green, helemaal naar de voorkant en de grijze streep doorkruiste ook nog eens de hole. Op de green aangekomen, bleek dat zich een riviertje had gevormd dat zich over de green kronkelde. De cup was gevuld met hemelwater en putten was niet meer mogelijk. Wat te doen? Doorgaan of stoppen. Het stond inmiddels all-square (of moet je tied zeggen)? In de verte klonk ook nog eens naderend onweer. In al onze wijsheid besloten we die twee resterende holes toch maar te spelen.
Hole 17 korte par 4. Ik had een ijzer 5 in de hand. Gewoon op de lager gelegen fairway spelen, niets aan de hand. Dat was het plan. De grip van mijn clubs en van mijn handschoen was inmiddels gereduceerd tot nul. Sterker nog, het voelde alsof ik een aal in een emmer snot vastpakte. Gevolg: blad slaat open en de bal verdwijnt helemaal links in de hei. Dat was het. Mijn gevecht tegen de weerselementen had ik definitief verloren. Mijn afkeer was terug evenals de bijbehorende irritaties.
Hélène, in haar korte broek, ging stoïcijns door met goed spelen, alsof er geen regen was gevallen, wint de hole en speelt het professioneel uit. De Joop Flier trofee is dit jaar in goede handen. Hélène gefeliciteerd! verdiend gewonnen, mooie winnaar. Hoogtepunt was de duik in het water op de 18e green waarmee ze een uitroepteken zette achter haar overwinning.
Ik heb nog steeds een pesthekel aan regen, zeker tijdens het golfen. Maar dat ik het tot hole 17 heb volgehouden is een overwinning op mijzelf. Een lichtpunt op deze grijze, kletsnatte, maar prachtige dag.
Het was een finale die Hélène en ondergetekende nog lang zal heugen.
Zal je altijd zien. Als een van de twee spelers bijtijds weg moet, moeten er extra holes gespeeld worden. 'Gelukkig' duurde de play-off niet lang. Voor Martijn dan. Sonja was er minder blij mee. Lang verhaal kort; ik won, Sonja verloor, al was het een dubbeltje op zijn kant.
We wisten niet van elkaar dat we ooit een tijdje werkzaam waren voor hetzelfde bedrijf: de uitgeversgroep NDC/VBK. Dat moet in de periode 2005-2012 zijn geweest. Aernoud Jan bovenin de top bij de boekenpoot (VBK), ikzelf als (eind)redacteur bij de noordelijke dag- en weekbladen (NDC), vooral de Leeuwarder Courant. Nu bestiert Aernoud Jan zijn eigen uitgeverij (Edicola, gevestigd in Deventer, 8 mensen in vaste dienst, 20 zzp’ers) – dat wist ik dan weer wel. ‘Gemiddeld geven we anderhalf boek per week uit’, vertelde hij. Dat is zo’n tachtig boeken per jaar. Recente bestsellers zijn de biografieën van schaatscoryfee Irene Schouten (meer dan 20.000 exemplaren verkocht) en André van Duin (idem).
Twee winnaars op de Veluwse ‘Ik kom, maar bestel wel een buggy voor me’, liet Henri me twee weken geleden weten over onze afspraak om vrijdag 16 mei de 1e ronde Mr Glow te spelen. ‘We kunnen nog drie weken uitstellen’, opperde ik. ‘Die tijd heeft Louis ons gegeven.’ Maar Henri hield voet bij stuk. Ook al had hij enkele weken geleden van zijn neuroloog gehoord dat die niets aan zijn rugklachten kon doen en had hij niet meer gespeeld sinds Nunspeet. ‘Kom je wat eerder voor koffie en inslaan?, appte ik nog. ‘Inslaan?! Ga zelfs geen oefenswings maken. Zo min mogelijk bewegen!’, appte hij terug. Met gemengde gevoelens ging ik naar de baan; wordt dit een leuke wedstrijd? Henri, wellicht gefrustreerd. Ik, wil zo niet winnen. Nou ja, hij wil zelf spelen, we gaan het zien. Met een stralende lach, roepend ‘Wat is het hier prachtig’, kwam hij aangelopen. ‘Eerst maar de buggy halen.’ Samen stonden we te klungelen bij het hok; Hoe gaat die deur open? Is dit zijn achteruit? Met enige hulp kregen we hem eruit en aan de praat. Toch een paar oefenputjes en de baan in. Henri, ook van rood. Ik, 8 slagen mee. Teveel volgens Henri. Zijn eerste afslag bleef laag, maar kwam ver. Zo ook de tweede slag. Hij verloor de 1e hole dankzij mijn extra slag. Allebei in 5. De tweede halften we. Op de derde, een lange par 4, de moeilijkste, kwam zijn verre afslag in de bunker, maar die speelde hij er geweldig uit. Alleen dankzij een fijne put en een extra slag, won ik deze hole. Inmiddels werd me duidelijk dat Henri zoveel routine heeft dat hij ondanks een paar maanden geen golf heel behoorlijk speelt. Al stond hij inmiddels wel 4 down. Op hole 7, een pittige par 4 vertelde ik hoe tijdens mijn eerste wedstrijd op de Veluwse, een clubgenote in 1 slag bij de berkjes (170m) lag en met de tweede slag (150 m) op de green. Twee puts en daarmee een par. ‘Zo moest het dus’. Prompt deed Henri haar na; zijn eerste gewonnen hole. Opluchting op zijn gezicht. Het was er nog. Hij kreeg er zichtbaar weer geloof in. En hij genoot. ‘Wat een mooie baan is dit’, herhaalde hij. ‘En wat een geweldige dag.’ Intussen slonk mijn voorsprong, we wonnen de holes zo ongeveer om en om. Henri speelde de par 5 prachtig in 5, we halften de par 3 en op hole 15 had ik twee slagen nodig om uit de bunker te komen; nog 2 down. Nu de hole die Henri als eerste won (de Veluwse is een 9 holes baan); we stonden allebei op scherp, lagen samen aan de rand van de green, maar Henri putte tot twee keer te voorzichtig: 3/2. Een dikke omhelzing en een zoen. Terwijl we naar hole 17 gingen bekende hij; ‘Deze wedstrijd heeft twee winnaars. Ik ben zo blij dat ik geen last van mijn rug heb. Ik denk dat ik me gewoon voor Welderen ga opgeven. En misschien ook voor de Gelpenberg. En mijn schaamte voor de buggy, ach dat zit vooral in mij.’ Zelf besefte ik natuurlijk dat Henri zonder zijn rugpauze waarschijnlijk een stuk moeilijker te verslaan was geweest. Op het zonovergoten terras, glas wijn erbij, praatten we na, over schrijven, boeken. Over ego-documenten; schrijfsels van mensen over hun leven, een hype. Henri bestudeert die momenteel. En hoe anders en moeilijk fictie schrijven is voor journalisten. Ik: ’Je fantasie aanzetten’. Henri: ‘Die hebben we misschien wel te lang uit moeten zetten, omdat we ons bij de feiten moesten houden. En nu kunnen we het niet meer.’ Een heerlijke middag. Al schaamde ik me voor de ooit zo vermaarde keuken van de Veluwse; een broodje bal met frietjes, was de daghap. Het is dat er een lekker glas wijn bij stond.
Sponsor Alwin de Rijke is trainer-opleider en directeur van The Sparring Partners. Hij en zijn collega's zijn vooral actief in leiderschap en personlijke ontwikkeling. Een kleiner, maar onderscheidend deel, zijn (anti-)agressietrainingen. Bij de laatste gebruikt hij vechtkunst, een leek zou het gewoon boksen noemen, om sneller door te dringen tot de kern. ,,Praten, vertellen en uitleggen, oké. Als het fysiek wordt, komt het écht binnen.''
Met trots kondigt de NVGJ aan dat Redexim de titelsponsor is van de Nations Cup 2025, het internationale golftoernooi voor golfjournalisten dat dit najaar plaatsvindt op Texel.
Klop gehad ... van mijzelf ,,Je speelt niet tegen míj, je speelt tegen jezelf.'' Michiel van Kleef had het niet duidelijker kunnen stellen. Ik doe het zelf, kampioen holes verkloten. Totaal niet in de wedstrijd. En matchplay is écht een wedstrijd, puur één-op-één. Mijn voorbereiding op het seizen was ook helemaal niks. Pas vier rondje gespeeld sinds oktober vorig jaar. De hele winter mantelzorger geweest voor mijn beide ouders, verpleger/verzorger voor mijn echtgenote Dea na een hele ongelukkige val met de fiets. Surprisereis moeten annuleren, net als onze eigen winterse golfvakantie. Te veel water Vooraf had ik mij mede daarom ook niet echt een voorstelling gemaakt van mijn matchplay op De Purmer. Alleen dat Michiel zijn ballen gemakkelijk 130-150 meter slaat, ik kom vaak niet verder dan 80-90 meter, 100 max. Met slechts vier slagen mee op de moeilijkste holes red je dat écht niet. In theorie verlies je dan bijna elke par 5 en alle lange par 4-en. Gelukkig spelen we de lussen geel-rood. Niet de witte. De holes op wit zijn té lang, de fairways té smal en er is té veel water. En geel-rood is mij altijd wel goed gezind geweest. En toch: de eerste vier holes beginnen slecht. Ik krijg de bal niet fatsoenlijk weg vanaf de tee. Beetje te voorzichtig, misschien, afslaan met een houten 3. Maar toch: op hole 3 sta ik zo maar 1 up. Heel eerlijk, dat punt krijg ik in de schoot geworpen, want Michiel speelt met een verkeerde bal. Ik schrik er zelfs van. Dit kan niet. Klopt helemaal, want prompt gaat hole 4 verloren; twee keer een waterbal. En er komt nog veel meer water, bedenk ik mij. 'Zó zonde' Ik ben de tel kwijt hoeveel ballen ik in het water heb geslagen. Ik schat een stuk of tien. Heel toepasselijk: ik speel met lakeballs. Dieptepunt: met drie slagen voor op de moeilijkste hole van de rode lus sla ik mijn bal twee meter verder in het water. En vanaf dezefde plek nog eens. Weg voorsprong. ,,Zó zonde'', reageert Michiel hoofdschuddend. Doodzonde! Hoe kun je zo slecht spelen? Nu speel je natuurlijk niet alleen. En Michiel slaat soms - voor mij - wereldballen. Hoe kom jij aan handicap 26,5, vraag ik niet begrijpend. ,,Nou ja, dat heb je gezien. Ik sla wel ver, maar alle kanten op. Mijn pro zegt ook dat ik gemakkelijk naar handicap 20 kan. Alleen op deze manier gaat dat niet gebeuren.'' Om vervolgens weer met een hoek zijn bal zoek te spelen. ,,Dat bedoel ik dus.'' Oké. Putten Zo staat Michiel bij de turn slechts 1 up. ,,Alles is nog mogelijk.'' En dat blijkt ook als ik hole 10 win, dankzij een mooie putt. Gelijk! De putter is weer hot vandaag, maar daarvoor moet ik wel eerst op de green zien te komen. Zo blijkt. De volgende holes gaan verloren. Ik hoef niet eens meer te putten. Vier op rij gaan naar Michiel, deels door eigen handelen. Op hole 15 - een par 3 - beleef ik nog even een opleving, maar op hole 16 - een lange par 5 - gaat bij 3&3 definitief het licht uit. 'Je speelt niet tegen mij, je speelt tegen jezelf', herhaal ik de harde maar juiste observatie van Michiel. Michiel, succes in de volgende ronde. En ondanks de smadelijke nederlaag was het toch een aangename golfmiddag. Bedankt!