Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
29.08.2022
k kan goed tegen m’n verlies, misschien wel een beetje te goed, maar het voelt nu toch even anders. Verliezen in de match play-competitie betekent dit jaar dat je het verslag moet schrijven en wie het verslag schrijft, moet gewag maken van een incidentje als er een incidentje was. En het is niet leuk als je een incidentje moet beschrijven waar je zelf partij in bent. Ik ga het proberen zo netjes mogelijk te doen.
De match begon voor mij goed, voor Willem niet: na 5 holes stond ik 2 up. Op hole 6 gebeurde het. Ik moest als eerste afslaan en… sloeg van de verkeerde tee af. Op de Hoge Kleij zijn er geen rode en gele en witte tees, maar hebben de tees een nummer. Tee nummer 54 is dan blauw, tee 59 staat voor geel. Ik sloeg per ongeluk af van 54, zeven meter vóór 59. Willem: ‘Ik zie het nu pas, maar je slaat van de verkeerde tee af.’ Verrek. Nou, dan sla ik nog eens af, van 59. Maar zo waren we niet getrouwd. De slag die ik had gedaan, telde, volgens Willem. Ik kon het moeilijk geloven. Ik zei: ‘In het golf kun je foutjes maken zonder dat je ervoor wordt gestraft.’ Bewijs had ik niet, het was meer een soort sportief rechtvaardigheidsgevoel. Als je op de green per ongeluk je bal aanraakt, krijg je ook geen straf.
Als je bij het afslaan de bal zonder opzet raakt, zodat hij van de tee valt, krijg je ook geen straf. Een straf omdat je per ongeluk van de verkeerde tee slaat, dient geen enkel doel, dacht ik. Willem was onvermurwbaar. Hij claimde na afloop de hole (die we volgens mijn berekening deelden), ik kondigde aan de wedstrijdleider om advies te vragen. Snel een appje naar Louis, in de hoop dat hij bereikbaar zou zijn. Zes holes verder kwam het antwoord van Louis door: nee, in matchplay volgt geen straf als je van de verkeerde tee speelt.
Ik kreeg alsnog het halve punt van hole 6, we speelden verder en Willem won. Hij gooide er een hele serie ijzersterke tee-shots uit, krachtig geslagen, ver reikend. Hij is de betere golfer, geen twijfel. Ik moest dit jaar vaak aan hem denken, omdat hij me ooit vertelde regelmatig een rondje van 80 of 82 te lopen. Ik vind dat hallucinerend. Dit is een sterk jaar van me, ik heb intussen 23 kaarten ingeleverd en ben van handicap 19.6 gezakt naar 16.2. Maar ik kom zelden onder de 90 slagen binnen!
Willem wel, maar ja, die heeft een single handicap en is dus de betere golfer, die nu de finale gaat spelen. Maar fijn vond ik het niet, te verliezen met een akkefietje onderweg. Ik moest terugdenken aan de allereerste matchplay-wedstrijd die ik bij de NVGJ speelde, 25 jaar geleden, tegen Peter Smulders. Toen sloeg ik op hole 4 ook verkeerd af, wel van de goeie tee, maar met de bal buiten de gele markers. ‘Die hole is alvast voor mij’, sprak Peter gedecideerd. Je hoort het hem zeggen, want Peter is ook zo’n man die nog nooit betrapt is op enige twijfel in zijn stem. Achteraf bleek het lulkoek. Hij had me gewoon mogen vragen nog eens af te slaan, binnen de gele markers. Daar kwam ik pas jaren later achter.
Hoe? Welnu, als verslaggever was ik erbij toen Marco van Basten zijn eerste wedstrijd in de Hoofdklasse speelde voor Noordwijk, toevallig bij mij in het dorp. Ik erheen voor de krant. Na afloop legde Van Basten me uit hoe en wanneer hij zijn matchplay wedstrijd had gewonnen. Toen zijn tegenstander hem namelijk vroeg nog eens af te slaan, omdat Van Basten dezelfde fout maakte als ik tegen Peter Smulders: naast de tee-boxen afslaan. Van Basten vertelde dat hij toen zo giftig was geworden dat hij zijn tegenstander vervolgens van pure nijd had opgevreten.
Bij een matchplay-wedstrijd in de Hoofdklasse gelden zonder twijfel andere regels en omgangsvormen, maar bij matches bij onze NVGJ zou je denken dat het ‘elkaar een leuke dag bezorgen’ voorop staat en de definitie van sportiviteit voor iedereen hetzelfde is. Willem heeft er verder geen woord meer aan vuilgemaakt, ook later niet op het terras, misschien omdat hij van mening is dat het gedoe geen enkele invloed heeft gehad op de eindscore. Misschien klopt dat ook.
Misschien ook niet. Het maakt niet meer uit. De beste golfspeler heeft gewonnen, Willem is de verdiende finalist. Ik ben al blij in de halve finale te zijn gekomen en ik ben vooral blij dat dit verslagje af is.
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein