Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
05.10.2022
Goedemorgen!
Het is nog vroeg. Want zelfs de greenkeepers zijn nog niet wakker. En de gedachten gaan even terug naar gisteravond. We kijken Ajax – Napoli in de bar. “Als het 1-4 wordt ga ik naar boven hoor. Dat trek ik niet,” zegt Pamela, wanneer de scheidsrechter fluit voor het rustsignaal bij een 1-3 tussenstand. De barman biedt uitkomst. Want nog voor het tweede bedrijf kan aanvangen komt hij vertellen dat het klaar is voor die dag en dat de deur op slot gaat.
Zonder ook maar één wanklank wordt er geluisterd. Dat is wel anders geweest deze week. Wat helpt is: Eentje is moe. Een ander verkouden. Er is verdriet. Teleurstelling. En sowieso voelen we bij elke Italiaanse goal bijna fysiek de pijn die onze voorzitter zo’n 931 kilometer verderop op dat moment moet voelen. We rekenen de laatste bonnetjes af en gaan naar onze kamers. Want het gaat hier niet om het echec wat Ajax heet. Het gaat zelfs niet om het falen van Alfred Schreuder. Nee, wij hebben Madelon Barenbrug! En onze non-playing-captain zoals haar titel voluit heet, heeft de zaakjes prima op orde.
De eerste twee oefendagen van het EMGJ zitten erop. En wat is het hier fantastisch mooi. Foto’s kunnen nooit vertellen wat onze ogen daadwerkelijk zien. Al komen de plaatjes van Hélène wel akelig dicht in de buurt. Maar zij is dan ook niet voor niets een prof. Er liggen hier twee achttien holes banen rondom het ‘kasteel’ waarin we verblijven. Eentje aan de oostkant. En die heet – je zou het bijna kunnen raden — d’Este Course. Het is ook de eerste baan die we geoefend hebben afgelopen maandag. En het is ook de baan die we zo dadelijk (woensdag) ook gaan proberen te bedwingen voor het eggie.
De eerste negen holes zijn voor de klauteraars. Er zijn holes waarbij het hoogteverschil van tee tot green wel zo’n 23 meter bedraagt. Als je het snel zegt, lijkt het niks. Maar met een tas op je rug vol met ijzer is het toch een pittig stukje. De uitzichten zijn werkelijk prachtig. De tweede negen is – gelukkig — wat platter. Er wordt niet heel goed gespeeld door de meesten. Er is maar een die de grens van 30 punten overstijgt (33). En dan moet de driekwart handicap berekening er nog op losgelaten worden. Wat volgens Pim niet eerlijk is en alleen maar in het voordeel van de betere golfers. Omdat, zo stelt hij, iemand met handicap 4 nu maar één slag minder hoeft te maken dan ‘normaal’. Terwijl iemand met handicap 20 er nu nog maar 15 meekrijgt. Of die vijf slagen net zo makkelijk in te lopen zijn dan dat ene slagje voor de 4-handicapper laat ik maar even in het midden. De regels zijn de regels. En daar zullen we het mee moeten doen.
Die zijn er overigens ook in de sauna. Bij aankomst wordt ons netjes verteld dat in het zwembad badkleding verplicht is en in de sauna juist het tegenovergestelde. Klinkt allemaal heel logisch. Maar Marijke, dan is het niet de bedoeling dat je in je Eva kostuum door het zwembad heen loopt naar de sauna die daar gevestigd zit. En wanneer mijn eigen schone, Hélène en ikzelf in het Turks stoombad gaan zitten in onze blote kont worden we door een chagrijnige Tsjechische tante van 70+ met veel handgebaren duidelijk gemaakt dat er ook nog een verschil zit tussen de kledingvoorschriften voor de sauna en het Turks stoombad. Aaah! Er is er dus nog één! Wisten wij veel.
In de verte hoor ik de eerste grasmaaiers gestart worden. Het is niet te hopen dat ze de greens van de Radecky cours nóg sneller gaan maken, want op de tweede oefendag regent het drieputts. Althans, ik geloof nooit dat die anderen daar geen last van hebben gehad. Toch? Zelf speel ik echt goed van tee tot green. Achter elkaar raak ik fairways en greens in regulation, maar het putten is werkelijk een drama. Terwijl ik op de andere course de putts toch aardig onder controle leek te hebben. Maar wat gisteren was, hoeft vandaag niet te zijn. We gaan er met alle vertrouwen tegenaan. De Radecky cours is overigens nóg mooier dan de d’Este. Dat moet gezegd.
Oh ja, wat ik echt niet mag vergeten is dat er ook nog een kasteel is bezocht. Al moet ik bekennen dat ik daar zelf voor gespijbeld heb. De bus vertrok plots een kwartier eerder, vandaar. Wel kreeg ik een samenvatting van Louis tijdens het diner. Die ging ongeveer zo: Er was een kasteel. Van heel veel steen. Met heel veel dode dieren. De eigenaar had als hobby: schieten. Zijn dagelijkse werk was: schieten. Met zijn vrienden deed hij: schieten. Als hij zich verveelde, dan ging hij: schieten. Tijdens zijn verjaardagsfeestje was de activiteit: schieten. Wanneer hij ging sporten met zijn familie: schieten.
En zo kwam de leeghoofd Franz-Ferdinand aan nog veel meer dode dieren, dan ik aan putts. Franz-Ferdinand was de troonopvolger van keizer Franz Jozef. Het enige waar hij voor leefde was om dieren af te knallen voor de fun. Zo iemand kan dan ook niet anders aan zijn einde zijn gekomen, dan door ook afgeknald te worden. Dat gebeurde uiteindelijk in Sarajevo op een warme junidag in 1914 door student Gravil Princip. En dat was dan weer de uiteindelijke aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog. Kijk, dat soort dingen weet Pim dan weer.
Ik moet gaan afronden, maar dan krijgen jullie als lezers toch ook nog een stukje cultuur mee. Volledig in de geest van founding father van de NVGJ én van dit EMGJ: Charles Taylor. Hebben we dat mooi te pakken. Nu de Duitsers, de Belgen, de Denen, de Zwitsers, de Italianen, de Oostenrijkers en natuurlijk de Tsjechen nog. Tot vanavond/morgen. Dan neemt Fred of Leo de samenvatting voor hun rekening.
Hup Holland!
Zal je altijd zien. Als een van de twee spelers bijtijds weg moet, moeten er extra holes gespeeld worden. 'Gelukkig' duurde de play-off niet lang. Voor Martijn dan. Sonja was er minder blij mee. Lang verhaal kort; ik won, Sonja verloor, al was het een dubbeltje op zijn kant.
We wisten niet van elkaar dat we ooit een tijdje werkzaam waren voor hetzelfde bedrijf: de uitgeversgroep NDC/VBK. Dat moet in de periode 2005-2012 zijn geweest. Aernoud Jan bovenin de top bij de boekenpoot (VBK), ikzelf als (eind)redacteur bij de noordelijke dag- en weekbladen (NDC), vooral de Leeuwarder Courant. Nu bestiert Aernoud Jan zijn eigen uitgeverij (Edicola, gevestigd in Deventer, 8 mensen in vaste dienst, 20 zzp’ers) – dat wist ik dan weer wel. ‘Gemiddeld geven we anderhalf boek per week uit’, vertelde hij. Dat is zo’n tachtig boeken per jaar. Recente bestsellers zijn de biografieën van schaatscoryfee Irene Schouten (meer dan 20.000 exemplaren verkocht) en André van Duin (idem).
Twee winnaars op de Veluwse ‘Ik kom, maar bestel wel een buggy voor me’, liet Henri me twee weken geleden weten over onze afspraak om vrijdag 16 mei de 1e ronde Mr Glow te spelen. ‘We kunnen nog drie weken uitstellen’, opperde ik. ‘Die tijd heeft Louis ons gegeven.’ Maar Henri hield voet bij stuk. Ook al had hij enkele weken geleden van zijn neuroloog gehoord dat die niets aan zijn rugklachten kon doen en had hij niet meer gespeeld sinds Nunspeet. ‘Kom je wat eerder voor koffie en inslaan?, appte ik nog. ‘Inslaan?! Ga zelfs geen oefenswings maken. Zo min mogelijk bewegen!’, appte hij terug. Met gemengde gevoelens ging ik naar de baan; wordt dit een leuke wedstrijd? Henri, wellicht gefrustreerd. Ik, wil zo niet winnen. Nou ja, hij wil zelf spelen, we gaan het zien. Met een stralende lach, roepend ‘Wat is het hier prachtig’, kwam hij aangelopen. ‘Eerst maar de buggy halen.’ Samen stonden we te klungelen bij het hok; Hoe gaat die deur open? Is dit zijn achteruit? Met enige hulp kregen we hem eruit en aan de praat. Toch een paar oefenputjes en de baan in. Henri, ook van rood. Ik, 8 slagen mee. Teveel volgens Henri. Zijn eerste afslag bleef laag, maar kwam ver. Zo ook de tweede slag. Hij verloor de 1e hole dankzij mijn extra slag. Allebei in 5. De tweede halften we. Op de derde, een lange par 4, de moeilijkste, kwam zijn verre afslag in de bunker, maar die speelde hij er geweldig uit. Alleen dankzij een fijne put en een extra slag, won ik deze hole. Inmiddels werd me duidelijk dat Henri zoveel routine heeft dat hij ondanks een paar maanden geen golf heel behoorlijk speelt. Al stond hij inmiddels wel 4 down. Op hole 7, een pittige par 4 vertelde ik hoe tijdens mijn eerste wedstrijd op de Veluwse, een clubgenote in 1 slag bij de berkjes (170m) lag en met de tweede slag (150 m) op de green. Twee puts en daarmee een par. ‘Zo moest het dus’. Prompt deed Henri haar na; zijn eerste gewonnen hole. Opluchting op zijn gezicht. Het was er nog. Hij kreeg er zichtbaar weer geloof in. En hij genoot. ‘Wat een mooie baan is dit’, herhaalde hij. ‘En wat een geweldige dag.’ Intussen slonk mijn voorsprong, we wonnen de holes zo ongeveer om en om. Henri speelde de par 5 prachtig in 5, we halften de par 3 en op hole 15 had ik twee slagen nodig om uit de bunker te komen; nog 2 down. Nu de hole die Henri als eerste won (de Veluwse is een 9 holes baan); we stonden allebei op scherp, lagen samen aan de rand van de green, maar Henri putte tot twee keer te voorzichtig: 3/2. Een dikke omhelzing en een zoen. Terwijl we naar hole 17 gingen bekende hij; ‘Deze wedstrijd heeft twee winnaars. Ik ben zo blij dat ik geen last van mijn rug heb. Ik denk dat ik me gewoon voor Welderen ga opgeven. En misschien ook voor de Gelpenberg. En mijn schaamte voor de buggy, ach dat zit vooral in mij.’ Zelf besefte ik natuurlijk dat Henri zonder zijn rugpauze waarschijnlijk een stuk moeilijker te verslaan was geweest. Op het zonovergoten terras, glas wijn erbij, praatten we na, over schrijven, boeken. Over ego-documenten; schrijfsels van mensen over hun leven, een hype. Henri bestudeert die momenteel. En hoe anders en moeilijk fictie schrijven is voor journalisten. Ik: ’Je fantasie aanzetten’. Henri: ‘Die hebben we misschien wel te lang uit moeten zetten, omdat we ons bij de feiten moesten houden. En nu kunnen we het niet meer.’ Een heerlijke middag. Al schaamde ik me voor de ooit zo vermaarde keuken van de Veluwse; een broodje bal met frietjes, was de daghap. Het is dat er een lekker glas wijn bij stond.
Sponsor Alwin de Rijke is trainer-opleider en directeur van The Sparring Partners. Hij en zijn collega's zijn vooral actief in leiderschap en personlijke ontwikkeling. Een kleiner, maar onderscheidend deel, zijn (anti-)agressietrainingen. Bij de laatste gebruikt hij vechtkunst, een leek zou het gewoon boksen noemen, om sneller door te dringen tot de kern. ,,Praten, vertellen en uitleggen, oké. Als het fysiek wordt, komt het écht binnen.''
Met trots kondigt de NVGJ aan dat Redexim de titelsponsor is van de Nations Cup 2025, het internationale golftoernooi voor golfjournalisten dat dit najaar plaatsvindt op Texel.
Klop gehad ... van mijzelf ,,Je speelt niet tegen míj, je speelt tegen jezelf.'' Michiel van Kleef had het niet duidelijker kunnen stellen. Ik doe het zelf, kampioen holes verkloten. Totaal niet in de wedstrijd. En matchplay is écht een wedstrijd, puur één-op-één. Mijn voorbereiding op het seizen was ook helemaal niks. Pas vier rondje gespeeld sinds oktober vorig jaar. De hele winter mantelzorger geweest voor mijn beide ouders, verpleger/verzorger voor mijn echtgenote Dea na een hele ongelukkige val met de fiets. Surprisereis moeten annuleren, net als onze eigen winterse golfvakantie. Te veel water Vooraf had ik mij mede daarom ook niet echt een voorstelling gemaakt van mijn matchplay op De Purmer. Alleen dat Michiel zijn ballen gemakkelijk 130-150 meter slaat, ik kom vaak niet verder dan 80-90 meter, 100 max. Met slechts vier slagen mee op de moeilijkste holes red je dat écht niet. In theorie verlies je dan bijna elke par 5 en alle lange par 4-en. Gelukkig spelen we de lussen geel-rood. Niet de witte. De holes op wit zijn té lang, de fairways té smal en er is té veel water. En geel-rood is mij altijd wel goed gezind geweest. En toch: de eerste vier holes beginnen slecht. Ik krijg de bal niet fatsoenlijk weg vanaf de tee. Beetje te voorzichtig, misschien, afslaan met een houten 3. Maar toch: op hole 3 sta ik zo maar 1 up. Heel eerlijk, dat punt krijg ik in de schoot geworpen, want Michiel speelt met een verkeerde bal. Ik schrik er zelfs van. Dit kan niet. Klopt helemaal, want prompt gaat hole 4 verloren; twee keer een waterbal. En er komt nog veel meer water, bedenk ik mij. 'Zó zonde' Ik ben de tel kwijt hoeveel ballen ik in het water heb geslagen. Ik schat een stuk of tien. Heel toepasselijk: ik speel met lakeballs. Dieptepunt: met drie slagen voor op de moeilijkste hole van de rode lus sla ik mijn bal twee meter verder in het water. En vanaf dezefde plek nog eens. Weg voorsprong. ,,Zó zonde'', reageert Michiel hoofdschuddend. Doodzonde! Hoe kun je zo slecht spelen? Nu speel je natuurlijk niet alleen. En Michiel slaat soms - voor mij - wereldballen. Hoe kom jij aan handicap 26,5, vraag ik niet begrijpend. ,,Nou ja, dat heb je gezien. Ik sla wel ver, maar alle kanten op. Mijn pro zegt ook dat ik gemakkelijk naar handicap 20 kan. Alleen op deze manier gaat dat niet gebeuren.'' Om vervolgens weer met een hoek zijn bal zoek te spelen. ,,Dat bedoel ik dus.'' Oké. Putten Zo staat Michiel bij de turn slechts 1 up. ,,Alles is nog mogelijk.'' En dat blijkt ook als ik hole 10 win, dankzij een mooie putt. Gelijk! De putter is weer hot vandaag, maar daarvoor moet ik wel eerst op de green zien te komen. Zo blijkt. De volgende holes gaan verloren. Ik hoef niet eens meer te putten. Vier op rij gaan naar Michiel, deels door eigen handelen. Op hole 15 - een par 3 - beleef ik nog even een opleving, maar op hole 16 - een lange par 5 - gaat bij 3&3 definitief het licht uit. 'Je speelt niet tegen mij, je speelt tegen jezelf', herhaal ik de harde maar juiste observatie van Michiel. Michiel, succes in de volgende ronde. En ondanks de smadelijke nederlaag was het toch een aangename golfmiddag. Bedankt!