Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
13.06.2024
Kansloos!
Ik kwam zoals gewoonlijk weer eens net op tijd, geen tijd om in te slaan. Lopend langs de putting green kwam ik Foeke tegen. Enthousiast als hij altijd is, kwam hij mij tegemoet en schudde mij de hand. Hij had duidelijk zin in de volgende ronde. Toch besloot ik, ondanks de zes minuten die ik nog had, een negental balletjes te putten. Putten is tenslotte mijn sterkste kant van het golfen.
We komen aan bij hole 10 van de prachtige baan Golfclub Zeegersloot en slaan af. Foeke had duidelijk nog langer nodig dan de 45 minuten die hij al had ingeslagen, want hole 1 verprutst hij vakkundig. Hij besluit daar professioneel mee door te gaan op hole 2, wat ervoor zorgde dat ik na twee holes gewoon aan de leiding ging. Ondanks mijn putts, die mij nu al in de steek laten, sta ik tegen de altijd zo sterke en steady Foeke 2 up. Helaas voor mij lopen we ook vandaag gewoon 18 holes en niet slechts drie.
Op hole 3 was Foeke warm, iets wat ik eigenlijk alle opvolgende holes niet ben geworden. Niets liep zoals het moest. Ja, één ding: ik zelf, want de handicarts mochten niet op de baan op onze eerste negen holes. Ik stond al gauw 5 down en toen konden we beginnen aan de tweede negen.
Op de negen holes die zouden volgen (niets van waar natuurlijk, want Foeke stond 5 up, maar dat is een kleinigheidje). Het blijft golf, misschien dat Foeke ineens last zou krijgen van een hooikoortsaanval en zijn ogen niet meer open kon houden. Helaas bleef dat uit en startten wij aan onze tweede negen.
Waar ik het vandaan haalde, geen idee, maar ik sloeg een prachtige driver. Je zou het bijna niet geloven, maar ik lag zelfs verder dan Foeke. "Op naar de green dan maar," dacht ik nog bij mezelf. Hahaha, daar kwam hij zeker en ik wist de hole te winnen. "Zou het dan toch nog kunnen?" Haha, ja, als in het bos waar wij liepen ineens zeven dwergen voorbij kwamen lopen, had waarschijnlijk alles nog kunnen gebeuren. De volgende hole verloor ik dan ook weer. Maar goed, gewoon weer een volgende hole te gaan. Met volle vertrouwen pak ik mijn driver, windje mee en slaan.
Foeke, die langzamerhand een heel klein beetje medelijden begon te krijgen, adviseerde mij niet met de driver te slaan vanwege de afstand die wat kort was, zo'n 220 meter tot het water. Uiteraard luisterde ik daar niet naar en sloeg een werelddrive... maar was hij niet in het water gegaan? Dit zou natuurlijk geheel bij de dag passen. Nadat Foeke eindelijk weer eens een balletje niet perfect sloeg, was dit misschien wel een kans om eens gek te doen en nog eens een hole te winnen.
Met volle spanning reed ik naar de waterkant. "Zou hij er dan toch nog liggen?" Anderhalve meter voor de waterkant, iets downhill, lag hij hoor, mijn bal. Met pure trots en net iets te enthousiast roep ik veel te hard naar Foeke: "Hij ligt er nog, ongelooflijk!" Nadat Foeke zijn mindere bal probeert te herstellen (waar hij uiteraard weer prima in slaagt) pak ik mijn 48, want als het goed is sla ik daar normaal gesproken 80 meter mee. Ongelooflijk maar waar, hij valt op de green en ik heb kans op birdie. Het moet niet gekker worden. Maar zoals ik de hele dag al kansloos bezig ben, maak ik deze twee meter putt niet en wordt het een par. Gek genoeg win ik de hole gewoon en moeten we er nog één spelen.
Maar je voelt het al aankomen, nog steeds geen zeven dwergen gezien, dus was dit natuurlijk uitstel van executie. Ik mocht zelfs weer beginnen aan de volgende hole. En toen was het op. Overal pijn, honger, en ik wil nog wel een aantal excuses opschrijven, maar het was klaar. Een verschrikkelijke afzwaaier naar links tot gevolg; hij lag weer op hole 10, naar verwachting, en vertrok (inmiddels iets minder vrolijk) met drie. Hoe goed Foeke vandaag speelde, ging hij dit nooit meer uit handen geven.
Opgeven daarentegen kan ik dan weer niet, dus liepen we stug door, tot ik uiteindelijk met zeven naar de vlag moest en Foeke uiteraard weer netjes voor vier ging. "Foeke, zullen we een biertje gaan drinken?" riep ik dan ook uitgeteld en verslagen naar hem. Toch spelen we de hole uit. Wel ben ik vergeten op hoeveel ik uitholede of heb ik dat helemaal niet meer gedaan, maar dat is voor niemand meer interessant. We gaven elkaar een hand en ik feliciteerde Foeke met deze mooie overwinning en reden naar het clubhuis. Gelukkig waren de bitterballen en het biertje top.
Helaas, einde verhaal, hier houdt het voor mij op. Gestrand in de tweede ronde, "Haha, eigenlijk al een wonder." Het was een genot om met je te spelen, Foeke. Win dan nu maar gewoon de Mr. Glow Trophy, dan heb ik in ieder geval kansloos verloren van de beste. Kortom, een prachtige dag, maar kansloos vanaf het begin.
Zal je altijd zien. Als een van de twee spelers bijtijds weg moet, moeten er extra holes gespeeld worden. 'Gelukkig' duurde de play-off niet lang. Voor Martijn dan. Sonja was er minder blij mee. Lang verhaal kort; ik won, Sonja verloor, al was het een dubbeltje op zijn kant.
We wisten niet van elkaar dat we ooit een tijdje werkzaam waren voor hetzelfde bedrijf: de uitgeversgroep NDC/VBK. Dat moet in de periode 2005-2012 zijn geweest. Aernoud Jan bovenin de top bij de boekenpoot (VBK), ikzelf als (eind)redacteur bij de noordelijke dag- en weekbladen (NDC), vooral de Leeuwarder Courant. Nu bestiert Aernoud Jan zijn eigen uitgeverij (Edicola, gevestigd in Deventer, 8 mensen in vaste dienst, 20 zzp’ers) – dat wist ik dan weer wel. ‘Gemiddeld geven we anderhalf boek per week uit’, vertelde hij. Dat is zo’n tachtig boeken per jaar. Recente bestsellers zijn de biografieën van schaatscoryfee Irene Schouten (meer dan 20.000 exemplaren verkocht) en André van Duin (idem).
Twee winnaars op de Veluwse ‘Ik kom, maar bestel wel een buggy voor me’, liet Henri me twee weken geleden weten over onze afspraak om vrijdag 16 mei de 1e ronde Mr Glow te spelen. ‘We kunnen nog drie weken uitstellen’, opperde ik. ‘Die tijd heeft Louis ons gegeven.’ Maar Henri hield voet bij stuk. Ook al had hij enkele weken geleden van zijn neuroloog gehoord dat die niets aan zijn rugklachten kon doen en had hij niet meer gespeeld sinds Nunspeet. ‘Kom je wat eerder voor koffie en inslaan?, appte ik nog. ‘Inslaan?! Ga zelfs geen oefenswings maken. Zo min mogelijk bewegen!’, appte hij terug. Met gemengde gevoelens ging ik naar de baan; wordt dit een leuke wedstrijd? Henri, wellicht gefrustreerd. Ik, wil zo niet winnen. Nou ja, hij wil zelf spelen, we gaan het zien. Met een stralende lach, roepend ‘Wat is het hier prachtig’, kwam hij aangelopen. ‘Eerst maar de buggy halen.’ Samen stonden we te klungelen bij het hok; Hoe gaat die deur open? Is dit zijn achteruit? Met enige hulp kregen we hem eruit en aan de praat. Toch een paar oefenputjes en de baan in. Henri, ook van rood. Ik, 8 slagen mee. Teveel volgens Henri. Zijn eerste afslag bleef laag, maar kwam ver. Zo ook de tweede slag. Hij verloor de 1e hole dankzij mijn extra slag. Allebei in 5. De tweede halften we. Op de derde, een lange par 4, de moeilijkste, kwam zijn verre afslag in de bunker, maar die speelde hij er geweldig uit. Alleen dankzij een fijne put en een extra slag, won ik deze hole. Inmiddels werd me duidelijk dat Henri zoveel routine heeft dat hij ondanks een paar maanden geen golf heel behoorlijk speelt. Al stond hij inmiddels wel 4 down. Op hole 7, een pittige par 4 vertelde ik hoe tijdens mijn eerste wedstrijd op de Veluwse, een clubgenote in 1 slag bij de berkjes (170m) lag en met de tweede slag (150 m) op de green. Twee puts en daarmee een par. ‘Zo moest het dus’. Prompt deed Henri haar na; zijn eerste gewonnen hole. Opluchting op zijn gezicht. Het was er nog. Hij kreeg er zichtbaar weer geloof in. En hij genoot. ‘Wat een mooie baan is dit’, herhaalde hij. ‘En wat een geweldige dag.’ Intussen slonk mijn voorsprong, we wonnen de holes zo ongeveer om en om. Henri speelde de par 5 prachtig in 5, we halften de par 3 en op hole 15 had ik twee slagen nodig om uit de bunker te komen; nog 2 down. Nu de hole die Henri als eerste won (de Veluwse is een 9 holes baan); we stonden allebei op scherp, lagen samen aan de rand van de green, maar Henri putte tot twee keer te voorzichtig: 3/2. Een dikke omhelzing en een zoen. Terwijl we naar hole 17 gingen bekende hij; ‘Deze wedstrijd heeft twee winnaars. Ik ben zo blij dat ik geen last van mijn rug heb. Ik denk dat ik me gewoon voor Welderen ga opgeven. En misschien ook voor de Gelpenberg. En mijn schaamte voor de buggy, ach dat zit vooral in mij.’ Zelf besefte ik natuurlijk dat Henri zonder zijn rugpauze waarschijnlijk een stuk moeilijker te verslaan was geweest. Op het zonovergoten terras, glas wijn erbij, praatten we na, over schrijven, boeken. Over ego-documenten; schrijfsels van mensen over hun leven, een hype. Henri bestudeert die momenteel. En hoe anders en moeilijk fictie schrijven is voor journalisten. Ik: ’Je fantasie aanzetten’. Henri: ‘Die hebben we misschien wel te lang uit moeten zetten, omdat we ons bij de feiten moesten houden. En nu kunnen we het niet meer.’ Een heerlijke middag. Al schaamde ik me voor de ooit zo vermaarde keuken van de Veluwse; een broodje bal met frietjes, was de daghap. Het is dat er een lekker glas wijn bij stond.
Sponsor Alwin de Rijke is trainer-opleider en directeur van The Sparring Partners. Hij en zijn collega's zijn vooral actief in leiderschap en personlijke ontwikkeling. Een kleiner, maar onderscheidend deel, zijn (anti-)agressietrainingen. Bij de laatste gebruikt hij vechtkunst, een leek zou het gewoon boksen noemen, om sneller door te dringen tot de kern. ,,Praten, vertellen en uitleggen, oké. Als het fysiek wordt, komt het écht binnen.''
Met trots kondigt de NVGJ aan dat Redexim de titelsponsor is van de Nations Cup 2025, het internationale golftoernooi voor golfjournalisten dat dit najaar plaatsvindt op Texel.
Klop gehad ... van mijzelf ,,Je speelt niet tegen míj, je speelt tegen jezelf.'' Michiel van Kleef had het niet duidelijker kunnen stellen. Ik doe het zelf, kampioen holes verkloten. Totaal niet in de wedstrijd. En matchplay is écht een wedstrijd, puur één-op-één. Mijn voorbereiding op het seizen was ook helemaal niks. Pas vier rondje gespeeld sinds oktober vorig jaar. De hele winter mantelzorger geweest voor mijn beide ouders, verpleger/verzorger voor mijn echtgenote Dea na een hele ongelukkige val met de fiets. Surprisereis moeten annuleren, net als onze eigen winterse golfvakantie. Te veel water Vooraf had ik mij mede daarom ook niet echt een voorstelling gemaakt van mijn matchplay op De Purmer. Alleen dat Michiel zijn ballen gemakkelijk 130-150 meter slaat, ik kom vaak niet verder dan 80-90 meter, 100 max. Met slechts vier slagen mee op de moeilijkste holes red je dat écht niet. In theorie verlies je dan bijna elke par 5 en alle lange par 4-en. Gelukkig spelen we de lussen geel-rood. Niet de witte. De holes op wit zijn té lang, de fairways té smal en er is té veel water. En geel-rood is mij altijd wel goed gezind geweest. En toch: de eerste vier holes beginnen slecht. Ik krijg de bal niet fatsoenlijk weg vanaf de tee. Beetje te voorzichtig, misschien, afslaan met een houten 3. Maar toch: op hole 3 sta ik zo maar 1 up. Heel eerlijk, dat punt krijg ik in de schoot geworpen, want Michiel speelt met een verkeerde bal. Ik schrik er zelfs van. Dit kan niet. Klopt helemaal, want prompt gaat hole 4 verloren; twee keer een waterbal. En er komt nog veel meer water, bedenk ik mij. 'Zó zonde' Ik ben de tel kwijt hoeveel ballen ik in het water heb geslagen. Ik schat een stuk of tien. Heel toepasselijk: ik speel met lakeballs. Dieptepunt: met drie slagen voor op de moeilijkste hole van de rode lus sla ik mijn bal twee meter verder in het water. En vanaf dezefde plek nog eens. Weg voorsprong. ,,Zó zonde'', reageert Michiel hoofdschuddend. Doodzonde! Hoe kun je zo slecht spelen? Nu speel je natuurlijk niet alleen. En Michiel slaat soms - voor mij - wereldballen. Hoe kom jij aan handicap 26,5, vraag ik niet begrijpend. ,,Nou ja, dat heb je gezien. Ik sla wel ver, maar alle kanten op. Mijn pro zegt ook dat ik gemakkelijk naar handicap 20 kan. Alleen op deze manier gaat dat niet gebeuren.'' Om vervolgens weer met een hoek zijn bal zoek te spelen. ,,Dat bedoel ik dus.'' Oké. Putten Zo staat Michiel bij de turn slechts 1 up. ,,Alles is nog mogelijk.'' En dat blijkt ook als ik hole 10 win, dankzij een mooie putt. Gelijk! De putter is weer hot vandaag, maar daarvoor moet ik wel eerst op de green zien te komen. Zo blijkt. De volgende holes gaan verloren. Ik hoef niet eens meer te putten. Vier op rij gaan naar Michiel, deels door eigen handelen. Op hole 15 - een par 3 - beleef ik nog even een opleving, maar op hole 16 - een lange par 5 - gaat bij 3&3 definitief het licht uit. 'Je speelt niet tegen mij, je speelt tegen jezelf', herhaal ik de harde maar juiste observatie van Michiel. Michiel, succes in de volgende ronde. En ondanks de smadelijke nederlaag was het toch een aangename golfmiddag. Bedankt!