Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
20.11.2020
Het zal in 1982 zijn geweest. Ik was 35, het jaar dat ik na 20 jaar stevig paffen besloot met roken te stoppen. Ik ga vroeg dood als ik zo doorga, bedacht ik. Het lukte mij, dat stoppen. En verdomd, 38 jaar later ben ik er nog, alive & kicking, en eindigde ik – voor enige ‘elite-spelers’ – als derde op Nunspeet in de laatste wedstrijd van de NVGJ in 2020. Nota bene met 0.3 pt hcp-verbetering.
Het was dus in 1982 dat ik mijn eerste ronde golf speelde; vier holes op De Kennemer Golf&Country Club. Het kwam allemaal door een uitnodiging ‘aan de media’ van Robbie van Erven Dorens, die net de organisatie van het Internationaal Golf Kampioenschap van Nederland op zich had genomen, voor een persconferentie annex wedstrijd. Van golf wist ik niets. Nul komma nul. Heel in de verte zei mij de naam Ballesteros iets, maar die Spanjaard kon evengoed vrijworstelaar als linksachter van Betis Sevilla zijn geweest.
Ik kreeg van mijn chef opdracht naar Zandvoort te gaan, tenminste als ik bereid was dat op mijn vrije dag te doen. Anders hoefde het niet. Ik ging, ook omdat mijn toenmalige vriendin Fanny Blankers, die producer was bij NOS Sport, er ook heen ging. Van de persconferentie met nogal wat blablabla, begreep ik niet veel. Ik wist absoluut niet hoe het ‘spelletje’ golf in elkaar zat. Wat er van mijn stukje voor het ANP is geworden, weet ik ook totaal niet meer. Na de pc en wat balletjes van de driving range speelden we onder begeleiding van leden van De Kennemer vier holes wedstrijd. Het ging om echte prijzen en daardoor werd het een fanatiek spel. Niemand van de pers kon er een pepernoot van. Ik viel niet in de prijzen. Kut. Fanny wel. Zij kreeg twee borrelglaasjes met een golfer erop. Nondeju. Jaloers dat ik was…
Het was daarom dat ik in het najaar van 1982 mijn eerste golfset aanschafte. Dat
gebeurde in een sportshop op Orchard Road in Singapore. Als wielersportverslaggever voor het ANP werkte ik vrijwel continue van het voorjaar tot de herfst. Vakanties, maar dan wel lang, vielen voor mij altijd tegen de winter, november-december. Heerlijk. Maar wel lekker ver weg, naar Azië. Die set in de uitverkoop kostte, na enig afdingen, 500 gulden, 13 stokken plus tas. Moest alleen ingevoerd worden, maar dat lukte, zonder kosten want de Nederlandse douane kneep bij zulk glimmend materiaal een oogje toe. Ik zette de Wilson set in een hoek van de slaapkamer en dacht: “Als ik 40 ben, ga ik golfen.”
Die set van 500 piek heeft inderdaad vijf jaar in de hoek van mijn slaapkamer staan
wachten tot het moment dat ik van voetbal afscheid nam en als golfer ging debuteren. Het bleken uitstekende stokken om ballen mee in de wildernis c.q. waterpartijen te slaan. Dat gebeurde hoofdzakelijk op Spaarnwoude, want daar kon je als ‘wilde golfer’ gemakkelijk terecht. Mijn ANP-collega Joop van der Flier wist daar de weg. Je legde bij de keet aan hole 1 20 gulden op tafel, zei “jazeker” op de vraag: “Ben u golfvaardig” en je kon afslaan. Zo leerden wij golfen. Nou ja, een klein beetje. Maar het was een goede leerschool om het daarna proberen beter te doen, zoals het hoort: met regels en etiquette.
Het zal in 1987 zijn geweest, misschien wel 1988, dat er initiatieven werden genomen om mensen uit het medialandschap, de pers zogezegd, aan het golfen te krijgen. Kwam het dat journalisten schrijven over voetbal omdat ze zelf ook voetballen, journalisten schrijven over biljarten (en dat was in die tijd zo, hele lappen tekst) omdat ze zelf biljarten?
Er kwamen golfwedstrijden voor journalisten. Robbie van Erven Dorens, ‘Mister Golf’; maar toen nog niet zo genoemd, organiseerde hier en daar een wedstrijdje. Ik meldde mij voor zo’n ‘NK Pers’ ook aan. Ervaring? Enige maanden Spaarnwoude met Joop. “Sorry, Leo. Maar jij doet niet mee. Want je hebt geen handicap.” “Ja maar”, blufte ik terug. “Ik speel wel hcp 16 hoor.” Robbie had daar niks mee te maken en hield mij buiten de wedstrijd. Kut.
Een jaar later, flink vooruit gegaan met mijn Wilson stokken uit Singapore en spelend van hcp 24, werd ik toegelaten tot het NK Pers. Deze titelstrijd had plaats op De Haar. Er waren niet zo veel deelnemers, dus het was doenlijk om bij de prijsuitreiking de hele uitslag voor te lezen. Toen klonk het als eerste: “Op de 16e plaats Leo van de Ruit met 18 punten. Over 18 holes!” Er klonk nog applaus ook. Pure beleefdheid begreep ik later. Het voelde als vernedering.
Het zal een of twee of drie jaar later zijn geweest dat Robbie van Erven Dorens er nog eens op is teruggekomen omdat hij mij op een of andere manier was gaan waarderen. Mijn golfspel werd allengs beter en beter, vooral omdat ik erin investeerde met lessen, beter materiaal en vooral golfpublicity! Hij had mij – en nogal wat anderen – aan het schrijven over golf gekregen! Toen ik op de Noordwijkse verscheen voor het TDK NK Golfkampioenschap voor Journalisten op de Noordwijkse met Marina Witte als caddie, pal nadat ik in Rome met de World No. 1 Nick Faldo een Pro Am had gespeeld (hoogtepunt!), riep Robbie spottend uit: “Heeft-ie een keer met Faldo mogen spelen, speelt-ie ineens met een caddie!”.
Dat was waar. Maar Marina Witte en ik hielpen Robbie intussen wel voor altijd uit de sores van accreditaties voor de pers. Dat was hem intussen par-5-hole boven zijn hoofd gegroeid. Marina Witte van de Nederlandse Sport Pers, door mij geaccompagneerd, hebben hem en Reved International uit die problemen geholpen.
By the way: Robbie en ik zijn zowat 30 jaar vrienden voor het leven. Het was in 1994 dat ik werd ontboden te burele van de heer R. Van Erven Dorens om aan
te horen dat ik was benoemd tot secretaris van de Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten. De oprichting zou, overgoten met een zee aan drank, plaats vinden te Hardelot (Fr) in het Park Hotel na het spelen van een 18 holes wedstrijd aldaar. Wanneer 20 of meer NL-persmensen zouden meedoen, zou de NVGJ naar de notaris gaan. Zo geschiedde. De heer RvED had bepaald dat Charles Taylor voorzitter zou worden, Ruud Onstein penningmeester en ik secretaris, zoals gezegd. Wij hebben alle drie lang gediend. Graag gedaan.
En toen hadden we de NVGJ, nu 26 jaar! Wie had dat gedacht? Fantastisch toch?!
Wat hebben we allemaal niet meegemaakt? Waar zijn we allemaal wel niet geweest? Wijs mij een club die het beter, mooier en geweldiger heeft gedaan. Bravo aan allen, bestuur, wedstrijdcommissies, medewerkers en helpers. Helemaal in deze vermaledijde tijd. Bravo ook aan alle banen die ons ontvingen en ontvangen. En als ik het toch het even voor het zeggen heb, verwijzend naar een klein woordje in mijn inleiding, wil ik zeggen: wij zijn er om elkaar een gezellige dag te bezorgen. Elite kan niet bestaan in onze vereniging.
Ik geef het estafettestokje graag door aan Charles Taylor, first founder van de NVGJ.
Ken je dat? Zo’n strook strak gemaaid gras in het midden van een golfhole, waar je links en rechts mensen ziet zoeken naar hun bal? Nou, dáár lag ik dus nooit. Peter Luijer wel. En als hij zich al aan de zijkanten meldde, dan was het om mij te helpen met zoeken. De driver wilde maar niet luisteren naar de baas. En ja, het ligt altijd aan de indiaan. En nooit aan de boog. Ik weet het. Maar toch.
Gespot, ons gewaardeerde lid Jur Raatjes op de oldtimer catwalk tijdens het driedaagse auto festival Concours D’Elegance op het prachtige landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt in Beesd. Als mede-organisator van dit grote festijn kon hij het niet nalaten deze dagen een podcast te doen met collega Tile. Voorlopig zullen wij Jur helaas niet zien op onze wedstrijden. Zijn voetoperatie is niet goed gegaan en de prothese moet binnenkort vervangen worden. Wel verzorgt hij met veel plezier alle teksten en lay outs voor het komende Nations Cup. Sterkte Jur met je voet en snel weer op de course!
Hierbij nodigen wij professionele mediavertegenwoordigers uit om met hun beste journalistieke werk mee te dingen naar de Golfpersprijs 2025, een gezamenlijk initiatief van de NGF, NVG, PGA Holland en NVGJ, de Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten.
Afgelopen dinsdag en woensdag stond onze homecourse De Texelse in het teken van de NVGJ. En hoe! Dinsdag begon nog veelbelovend met een stralende start, maar de echte Texelse ervaring liet niet lang op zich wachten: een pittige regenbui die ons stevig op de proef stelde. Woensdag daarentegen was het genieten geblazen. Zon, een strakblauwe lucht en dat kenmerkende Texelse briesje maakten er een prachtige golfdag van. Onze NVGJ’ers lieten zich uiteraard niet kennen. Er werd prima gespeeld en de sfeer zat er goed in. Voor een aantal van onze spelers die straks meedoen aan de Redexim Nations Cup was dit bovendien een uitstekende generale repetitie. Binnen een maand staat dit grote internationale toernooi voor de deur en de Texelse rondes waren ideaal om alvast wat scherpte en vertrouwen op te doen. Een belangrijk moment tijdens deze dagen was de samenstelling van de duo’s die Team Nederland gaan vertegenwoordigen. Met zorg en oog voor balans in handicaps zijn de koppels gevormd: * Marijke & Louis * Stef & Sonja * Martijn & Pamela * Anton & Hannie * Friso & Helene Met dit team hebben we een mooie mix van ervaring, talent en teamspirit. Ik ben ervan overtuigd dat deze combinaties elkaar perfect aanvullen en dat we hiermee sterk aan de start verschijnen. Achter de schermen wordt er ook keihard gewerkt. Cara zorgt ervoor dat alles tot in de puntjes geregeld is, zodat wij straks alleen maar hoeven te doen waar we goed in zijn: golfen en genieten. De komende weken benutten we om nog wat extra te trainen en de handicaps aan te scherpen. Ik kijk er met veel enthousiasme naar uit. De Redexim Nations Cup 2025 belooft een bijzonder evenement te worden en ik ben nu al trots op dit fantastische team. Op naar oktober – en op naar succes! Helene Wiesenhaan Captain Team Nederland
Er kan nog veel gebeuren, want we hebben nog vijf wedstrijden te gaan voor de finale op Nunspeet, inclusief een major op Haviksoord waarop niet minder dan 80 (of 70 of 60 enz) punten te verdienen zijn. Maar toch, de Order of Merit krijgt steeds meer vorm. Aan die finale doen de acht beste in A en acht beste van B mee. De vraag, wanneer kan ik voor de zekerheid nog spelen om mijn plekje veilig te stellen of te veroveren, wordt steeds vaker gesteld.
Je gaat je handicap waarschijnlijk niet verbeteren, maar wat een leuke ervaring; spelen op La Sella. De garantie dat je geen grammetje aankomt zal deze reis waarschijnlijk ook niet standhouden. Het vijf-sterrenhotel Denia Marriot Golfresort & Spa is pure verwennerij. De NVGJ is van 21 t/m 24 november vier dagen te gast. Ronald Massaut wilde niet zo lang wachten en nam samen met echtgenote Dea een voorproefje op de jaarlijkse surprisereis. Hun ervaring: super hotel en golfen, écht top! En ongelukkige kamertoewijzing brengt ons al met een half uur na aankomst onbedoeld in contact met de manager van de receptie. Onze kamer is toch niet zo heel vijf sterren als je moet douchen in de badkuip. Beetje link ook met mijn instabiel onderstel, inclusief versleten knieën. Begrip. Meteen wordt een andere kamer met een luxe inloopdouche geregeld. We krijgen zelfs een aangepaste kamer aangeboden. Maar hoe doen julie dat als wij in november terugkomen met 20 man/vrouw en aanhang? Die gaan echt niet douchen in een badkuip, zeg ik. Die vraag brengt ons de volgende dag in contact met Pau Buigues, de 'manager sportgroepen'. Alle kamers op de eerste en derde verdieping hebben standaard een grote inloopdouche. ,,Als de touroperator het vraagt plaatsen we iedereen op de derde verdieping'', biedt hij aan. ,,En groepen hebben meer benefits'', belooft hij. Wintertraining We praten verder over het hotel, de NVGJ en de vele professionals (golf en vooral wielrennen) die hun wintertraining hier plannen. ,,Als jullie groep er is hebben we ook een profwielerteam in huis'', vertelt Pau. Hij verwijst verder naar baanmanager annex caddymaster Raymond, een Nederlander die op La Sella is neergestreken. En Raymond regelt inderdaad álles. Aan buggy's geen gebrek op La Sella. Moet ook wel. Maar weinig golfers die gaan lopen. Dat is niet zo gek, want het gaat toch redelijk op en af. Lange Par 5'en plus holes die wat verder van elkaar liggen. Of neem de zomerse condities in de eerste week van september tot wel 34 graden. Gelukkig zijn in de baan verschillende (gekoelde) watertappunten. Als ook sanitaire voorzieningen. En de baan zelf? La Sella is ontworpen door José María Olazábal en heeft drie lussen. Rood en geel vormen een geheel met smalle fairways, bomen langs de baan en enkele waterhindernissen. De goene lus slingert door een mooi parklandschap met een meer open karakter. Erop en erover De greens lopen enigszins af. En al zijn deze licht bezand, ze zijn snel, écht snel. Dus: landen (net) voor de green. Anders is het erop-en-erover. De eerste dag spelen we rood en groen. De tweede golfdag nogmaals groen en daarna geel. Die laatste wordt vaker 'gespaard' en blijft dan dicht, hoor ik. Op hole 10 begint het rode lampje op het dashboard dreigend te knipperen; de accu is nagenoeg leeg. Terug naar de uitgifte komen we halverwege Raymond tegen. ,,Ik regel een nieuwe buggy, wordt zo gebracht. Of willen jullie vanmiddag in alle rust verder spelen? Regel ik ook.'' We kiezen voor het laatste. Eerst lunch. Zo blij dat we teruggekomen zijn voor de gele lus. Wat een geweldige, uitdagende baan. Smalle entree's naar de fairways, bomen die hinderijk in de weg staan, strategisch geplaatste bunkers, een verscholen waterhindernis en een blinde hole met een shot over de heuvel, direct gevolgd door een dogleg naar links. En weer die mooie, snelle greens. 'Fluffy' Een ander verhaal is het gras op La Sella. De fairways hebben wat droger, stugger gras. Net als direct naast de baan; een beetje 'fluffy'. De fairways zijn dus niet supersnel, maar beland je net naast de baan dan kun je het geluk hebben dat de bal - los van de grond - óp het gras ligt in plaats van verzonken. Met een houten 3 of - 5 kan dan zomaar een wereldslag volgen. De baan ligt er geweldig bij. Al of niet met de komende La Sella Open in aantocht. De lussen worden optimaal onderhouden. Dat zie je zo. De baan wordt zeker niet kapotgespeeld. Tussen 10 en 12 uur zijn er geen starts om alle partijen 'rustig' te laten doorspelen en om slijtage van de baan te beperken, legt Raymond uit. Werkelijk overal zijn greenkeepers; hele geduldige greenkeepers. Glaasje cava Dan nog het hotel zelf. Er is een á la carte-restaurant, een poolbar, een clubhuis en in het weekeinde is ook het Thais restaurant geopend. Echt een aanrader. En hoe mooi, juist dán is de NVGJ te gast in Denia Marriot. Het ontbijt biedt zo veel keuze; van fruit en yoghurt tot volledig Engels ontbijt en een ambachtelijk eierhoekje met ommeletten naar wens. Bijna gênant, maar we doen het er mee. Glaasje cava bij het ontbijt is er natuurlijk ook. Op de kamer kun je zelf koffie en thee zetten (waterkoker). Die worden elke dag aangevuld, inclusief twee flesjes bronwater. Vrienden en vriendinnen van de NVGJ. Ik ben geen reisverkoper, maar dit is gewoon een enorm leuke- en luxe surprisereis, die Hans Terol heeft georganiseerd. Speel je straks ook nog op La Galliana; nog zo'n mooie baan. Alle vervoer is geregeld. Blijf je langer, dan huur je een auto op het vliegveld (regelt Fairway Golftravel) en kun je eigen inkopen doen in de kleinste, maar meest uitgebreide buurtsuper op 7 kilometer van het hotel (vanaf de parking rechts af). Met bakkerij, slijterij en 'wegrestaurant'. Je kunt nog mee.