Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
31.07.2020
Zo’n corona- crisis doet bijzondere dingen met mensen. Als je me een half jaar geleden had gezegd dat ik nu 2,5 dag per week tussen de heren- èn dameskleding zou rondlopen, had ik je niet geloofd. Maar er was vanaf begin maart geen voetbal meer te verslaan voor deze commentator en verslaggever en door een teveel aan energie en een tekort aan nuttige tijdsbesteding heb ik uiteindelijk deze stap gezet. En het bevalt me nog ook. Jullie zijn allen trouwens van harte uitgenodigd voor de uitverkoop bij Steppin’ Out in Amersfoort. Voor polo’s, korte en lange broeken en meer. De koffie staat klaar. Ik reken op een massale opkomst, de komende dagen…
Voetbal dat wegviel dus, dit voorjaar, en hetzelfde gold voor golf. En daar baal ik van, want de NVGJ is voor mij juist de ideale manier om regelmatig aan mijn wedstrijdjes te komen. Tot nu toe heb ik de clubs alleen in mijn handen gehad om ze in de garage van de linker muur naar de rechter muur te verplaatsen als ze in de weg stonden. Doodzonde natuurlijk dat een rondje er niet in zat, maar daar hebben we allemaal onder geleden. Hoewel dat laatste woord wat erg sterk is aangezet, wellicht. Laat ik zeggen dat we met z’n allen stevig baalden. Ook komt er geen KLM Open in 2020 en dus doe ik ook geen commentaar voor Studio Sport. Jammer, net als het ‘voorbereidings- weekendje’ (voor critici van de publieke omroep: op eigen kosten, hoor) in Crans Montana bij de Omega European Masters, zoals ik dat eigenlijk had gepland (de golfsfeer in de straatjes, de fenomenale vergezichten in de baan en de gezellige restaurantjes kan ik iedere levensgenieter onder u een keer aanraden).
Wel ben ik dit kalenderjaar verschillende keren op golfbanen geweest voor reportages op NPO Radio 1. De eerste keer was, toen de jeugd tot 18 jaar weer de wei in mocht. De tweede keer was bij mij om de hoek bij De Biltse Duinen in Bilthoven, op het moment dat de volwassenen met inachtneming van de speciale corona- regels eindelijk weer welkom waren. De eerste zin in de reportage van een geïnterviewde: ’Ik belde meteen mijn vrindjes; mannen we mogen weer…’ leidde tot grote hilariteit op de redactie, ha, ha. Wat mij betreft verdient zeker golfbaan Sluispolder een dikke pluim. Er werd daar in no time een compleet jeugdprogramma met spellen en lunch uit de grond gestampt door de enthousiaste trainers en daar was veel interesse in. Vanzelfsprekend stond manager Arnoud de Jager, gastvrij als in zijn beste Lage Vuursche- dagen, direct klaar voor de spelers op de Biltse Duinen.
Mijn eerste kennismaking met golf was eigenlijk op de verkeerde plek. Ik werkte aan het einde van mijn middelbare schooltijd en nog even aan het begin van mijn studie als kelner/ barman op de Kennemer in Zandvoort. Bijna alles is daarna vanzelfsprekend minder: clubhuis, keuken en niet in de laatste plaats de baan. Na afloop van de diensten nam pro Andrew weleens wat personeel mee de putting green op om ook degenen die nul verstand van golf hadden een en ander bij te brengen. Of daartoe een poging te doen, want vooral voormalig de- icer Ted bleef het allemaal maar ingewikkeld vinden met al die regels en gewoonten. De horeca was destijds in handen van manager Fred Paap, met die achternaam een echte Zandvoorter en een man met het hart op de goede plek.
Echter, toen ik ooit kortstondig omging met clublid Liselotte en hij daar lucht van kreeg, werd me heel duidelijk gemaakt dat er twee soorten mensen op deze aardkloot leven: leden van de KG&CC en niet- leden. Hij was bang dat er ‘verhalen’ van zouden komen nu die twee soorten zouden dreigen te vermengen, maar vergat daarbij voor het gemak dat we b.v. gewoon op dezelfde middelbare school zaten. Enfin, verder een schat van een man, die Paap, die me veel horeca- ervaring heeft bijgebracht. Het was sowieso een prachtige tijd op de KG&CC met prinsen van Oranje aan het diner, de Drie van Milaan zomaar aan de bar en meer bijzondere gasten. Na sluitingstijd schonken we dan dubbele gin- tonics in en die dronken we als personeel op op de grote Chesterfield voor het raam.
De eerste keer 18 holes lopen op de Kennemer liet nog wel een aantal jaren op zich wachten, trouwens. Net na mijn studietijd in Utrecht haalde ik samen met Michiel Teeling mijn GVB. Dat was destijds op Naarderbos, waar vandaag de dag slechts een woestenij schijnt te liggen na het zoveelste faillissement. We deden het examen nog in het oude, houten gebouwtje aan de rand van de vijver, dat daar stond zo lang de nieuwbouw nog niet klaar was. Daar houd ook iedere golfovereenkomst tussen Michiel en mijzelf op, want beter was hij altijd al, maar hij liep verder en verder bij me weg in de jaren die volgden. U weet er alles van…
De eerste wedstrijd bij de NVGJ moest ik even terughalen, maar die speelde ik ooit in Veldhoven. Ik herinner me dat er niemand meedeed, die ik persoonlijk kende, maar de naam van Henri van der Steen kende ik wel. Hij, de denkende en onafhankelijke sportverslaggever uit Brabant, was een bekende naam in het sportwereldje. Als ik het me goed herinner, was Toussaint Kluiters mijn andere flightgenoot die dag. Een fotograaf die ik weleens tegenkwam in de stadions, dus dat schepte ook een band. Met het nodige beginnersgeluk gooide ik er een hele acceptabele ronde uit, vooral de eerste 9 holes waren goed, en ik weet nog goed dat Henri na afloop in het clubhuis rondbazuinde dat de A- categorie er snel een gevaarlijke klant bij zou krijgen. Niets is minder waar gebleken. Maar wat niet is kan komen. Als er een tijd komt, met wat meer ruimte in de agenda. Vooral dat. Jaloers kijken ik en anderen uit de werkende klasse naar de grijze eminenties die keer op keer weer inschrijven voor de NVGJ. En die ook nog tijd hebben voor een buitenlandse verrassingstrip.
Tot slot, waarde leden, laten we oog houden voor nieuwe jonge aanwas bij onze bijzondere club. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst en laten we die met onze club zo verzekeren. En waar blijven toch die nieuwe vrouwelijke leden? Genoeg werk aan de winkel, maar laat ik klein beginnen, n.l. bij mezelf. Na de vakantie schrijf ik snel weer in. Wat mij betreft schrijft NOS- collega Stefan Verheij het volgende stuk. De man die ervoor zorgde dat ik sinds een paar jaar live voor Studio Sport commentaar mag doen bij het golf op het KLM Open. Mijn dank daarvoor, nogmaals, Stefan. Ik kijk er ieder jaar weer erg naar uit!
Paehlig vs De Jong 5 & 4 ''' 'Als ik het verhaal moet tikken dan wordt het een heel korte hoor. Iets van “Martijn speelde goed, Martijn heeft gewonnen”''', zegt Annette als good old Hans Woudstra op het terras van 'zijn' Zaanse vraagt hoe dat straks dan gaat als ik, ondanks dat ik 29 slagen moet geven, onverwacht toch zou weten te winnen. Onze oude vriend babbelde er vrolijk op los. Oude namen kwamen voorbij, herinneringen aan mooie dagen bij de club: '''ik heb pas geleden nog eens een jasje uit de kast getrokken met het oude nvgj-logo op de borst. Het zat wat ruim'' glimlachte de ook alweer bijna tachtiger voor hij ons uitzwaaide naar de eerste tee. De Zaanse dus. Dat is, ik geef het grif toe, niet mijn favoriete baan. Geen idee waarom, maar met sommige banen heb je nu eenmaal meer, met sommige wat minder. Al hielp het niet dat ik me stiekem ook verheugd had op een ronde op De Goyer, maar daarvoor niet geholpen werd door Friso die zich in de vorige ronde aan Annettes zegekar had laten binden. Zijn nederlaag, en verslag, bezorgde me bovendien de nodige bibbers. “Als iemand handicap 18 heeft op de waterrijke Zaanse, weet je één ding zeker: die slaat een rechte bal. En zo gebeurde op een zonovergoten baan. Annette was super degelijk vanaf de tee, prikte haar houtjes van de fairway recht vooruit, chipte alles netjes in de buurt van de vlag en wist zo de handvol extra slagen die ze kreeg op één na (gehalved) keurig te verzilveren”, schreef hij. Het was precies zoals de in Amsterdam opgegroeide Noord-Hollandse speelde. Niet ver maar alles rechtdoor. Het was echter niet de enige 'maar', er waren er nog twee. Maar 1: maar haar chippen en putten was niet altijd wat het zou moeten zijn. Maar 2: maar ook als het dat wel was geweest was het waarschijnlijk een lastig verhaal geworden ondanks de zes slagen (geen 29 Hans!). Na vijf holes had ik al vier birdieputts op het maximaal dertig centimeter van de cup gelaten, stond ik één boven par voor de ronde...en vier up voor de wedstrijd. Hans: 'En wat doen jullie dan als het na tien holes klaar is', zou toch niet bewaarheid worden? Gelukkig niet nee. Daarvoor was het te gezellig en bovendien herpakte Annette zich uitstekend. Een echte bogeygolfer. Net wat minder afstand, vrijwel alles recht en als je dan je bogeys maakt kom je snel naderbij. Bij het bereiken van de turn was het verschil weer 1 hole, maar na het keerpunt ging het ineens alsnog hard en het was waarschijnlijk vooral de par-5 twaalfde die het moraal bij Annette brak. Waar je banen kan hebben die je minder liggen, heb je dat ook met individuele holes, en Annette had dat met deze hole, zo zei ze nog voor we in de buurt van de tee waren gekomen. Dat gevoel werd er niet beter op toen ze ondanks herhaalde pogingen niet uit de greensidebunker kwam. Met de verkeerde bal ook nog eens constateerden we toen ze de hole op had gegeven. Ook dertien ging verloren na een bal in het water en toen ze op de par-3 veertiende een putt van minder dan een meter een 360 graden ererondje zag maken zonder te vallen en ik mijn korte putt wel maakte, was het ineens gedaan. Met nog vier holes te spelen was de achterstand te groot geworden om nog goed te kunnen maken. We speelden – we moesten toch die kant op – de par-5 vijftiende nog, maar besloten dat dat de laatste was. Tijd voor het terras, bier, bitterballen en mooie verhalen. Het verslag dat Annette voorzag bleek redelijk spot on. Al zou ik er nog wel wat aan toe willen voegen. Martijn speelde goed, Martijn heeft gewonnen, de Zaanse toonde zich van zijn beste kant en het was ontzettend gezellig.
Het is 16:00 uur op maandagmiddag als ik op de eerste teebox sta van Burnham & Barrow Golf Course. De zon schijnt en een Nederlandse vlag wappert in de harde westenwind. Klaar om de strijd aan te gaan met de baan, mijzelf én de wind. Er zijn echt dagen dat je een links course vervloekt. Aan de andere kant is het juist het mooiste wat er is. Wat veroorzaakt nou die tegenstelling tussen liefde en haat? De wind blaast met windkracht 5 vol in mijn gezicht op de eerste tee, direct voor het clubhuis. Zoveel gedachten gaan er door mijn hoofd, van genieten tot angst. Zoals Ben Hogan ooit zei: "Golf is a game of misses. The golfer who misses the best is going to win." Met die gedachte sla ik mijn houten 3 net rechts de rough in. Let's go.
Er zijn van die namen die je telkens weer tegenkomt in een vereniging als de onze, zonder dat je precies weet wie erachter schuilgaat. Ik spreek wellicht voor mezelf, maar de Joop van der Flier-trofee is er zo eentje. Elk jaar wordt ’ie uitgereikt aan de winnaar van onze befaamde matchplaycompetitie. En elk jaar staan die vijf woorden gegraveerd op de bokaal. Maar wie was Joop van der Flier? En waarom juist hij?
Match Play op Golfclub Zeegersloot: Een avond vol plezier, verbazing en uiteraard een klein drama. Ik had er weer zin in. Echt! De wedstrijd op Golfclub Zeegersloot in Alphen aan den Rijn stond op de planning tegen Willem. Een van de mooiste commerciële banen van Nederland, als je het mij vraagt. Verrassend uitdagend, mooie greens, echt een pareltje in de dop. Een aanrader voor iedereen die eens iets anders wil spelen dan de standaard banen. Dus wat doe je dan? Juist: je nodigt je tegenstander uit om daar een potje Match Play te komen spelen. Wie was mijn tegenstander? Willem dus. Vol goede moed en met meer enthousiasme dan talent begon ik aan de wedstrijd, die tevens rond 17u gepland stond. De zon scheen en het was top golf weer. En eerlijk is eerlijk: ik ging als een speer uit de startblokken! Ik stond zomaar ineens 2-up. Verrassend? Absoluut. Verbazingwekkend? Nog meer. Ik durf gerust te zeggen dat Willem zelf ook even z’n wenkbrauwen optrok. Maar ja… dan begint het echte werk natuurlijk pas. Willem, met z’n single handicap, begon langzaam warm te draaien. En ik… tja, ik draaide vooral de verkeerde kant op. Toch had ik op de tweede negen nog een kans om weer van 2-up naar 1-up te komen. Maar zoals het een ware Match Play-leerling betaamt, liet ik die kans natuurlijk liggen. Het werd uitstel van executie. Op hol 13, zo’n moment waarop je denkt “als ik nu iets goeds doe, kan ik nog terugkomen”, maakte ik een fout waardoor ik die kans zag verdwijnen. En iedereen die er een beetje verstand van heeft (en zelfs ik) wist toen al hoe het zou eindigen. Hol 16, een par 3, werd het toneel van mijn ondergang. Als eerste de bal afslaan en dan voor je slaat bedenken dat je eigenlijk helemaal nog geen balletje bent verloren. Je voelt hem al aankomen, "plons" daar ging mijn bal. Willem besliste de wedstrijd met 2 vingers in zijn neus. Wat op een par 3 kan je tegen Willem deze fouten niet permitteren. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb genoten. Van de baan, van het weer, van de gezelligheid en vooral van Willem zijn spel. Het is ongekend hoe lekker hij kan golfen, zelfs als hij zelf zegt dat hij niet op z’n best is. En ik? Ik ben voorlopig nog lang niet goed genoeg voor een Match Play-toernooi. Maar ik blijf het proberen, wie weet over 3 jaar. Gelukkig was de borrel en het delen van een hapje de kers op de taart. Want hé, verliezen op zo’n mooie baan is toch nog altijd leuker dan thuis saai op de bank zitten?
Vandaag 7-7 stond er een matchplay-knaller op het programma: Madelon versus Peter, op het altijd imposante The International. Madelon – ondanks een onmenselijk vroege start uit Arnhem, op een tijdstip waarop alleen bakkers en vogels actief zijn – arriveerde in topvorm. De baan? Perfect. Strak gemaaid, snelle greens, en pinposities die vermoedelijk zijn uitgezet door iemand met een licht sadistische inslag. Gelukkig was de rough mild – Moeder Natuur liet ons nog een beetje ademhalen. Het weer kwam met het complete Hollandse assortiment: zon, regen, wolken en wind, allemaal tegelijk en zonder logica. Paraplu een beetje open, een beetje dicht. Repeat. De wedstrijd ging gelijk op. Het was stuivertje wisselen: eerst stond ik 2 up, toen 1 up, daarna ineens 1 down, en voor ik het wist 2 down. Kortom: een potje matchplay-twister. Op hole 16 moest er iets gebeuren. Tijd voor een hero shot! Helaas bleek mijn innerlijke Rory McIlroy vandaag met vakantie. Ik nam nét iets te veel risico – de bal had duidelijk andere plannen. Daarmee was de wedstrijd beslist in het voordeel van Madelon, die bal na bal rechtdoor bleef slaan en putts maakte alsof het niets was. Maar wat een dag. Mooie slagen (soms per ongeluk), eerlijke strijd en vooral veel plezier. En daar gaat het uiteindelijk om – elkaar een topdag bezorgen op de baan. De tweede mooiste overwinning van vandaag was het spelplezier. De eerste? De gele Peter na afloop natuurlijk. Madelon, dank voor de heerlijke dag en veel succes in de volgende ronde!
Niet alleen de wedstrijd was drukbezocht, ook op de prijzentafel was het dringen geblazen tijdens het Jaski Open. Zouden er leden zijn geweest die met lege handen naar huis gingen afgelopen vrijdag? Vast, maar het zullen er niet veel geweest zijn. En ze mochten zich nog beroepen op wel heel veel misfortuin bovendien, zoveel prijzen waren er te vergeven. Naast natuurlijk de prijzen voor de winnaars van de wedstrijd in zowel de A- als de B-categorie en de neary's en longest drives, werd een groot aantal leden verblijd met een prijs tijdens de traditionele loterij. Niels Terol was de gelukkigste van allemaal, hij was het die er met het door Jaski beschikbare kunstwerk vandoor ging, maar ook degenen die een van de andere prijzen in ontvangst mocht nemen deed dat met een grote glimlach. Nee, we spelen niet om de prijzen maar wat zijn we blij dat ze beschikbaar worden gesteld. Daarom langs deze weg nog maar eens dank aan de sponsoren van deze wedstrijd: Wil Hoogland en haar Jaski Art Gallery, Yulin Tjan die Foeke niet alleen met een lege portemonnee achterliet na zijn hole in one, de bijzondere petten van Bay Hill die door George Taylor uit Amerika mee waren genomen, de ballen van Nassau, de wijnen van Sonnenberg, het bijzonder kunstwerk van Ruud Onstein, en niet in de laatste plaats natuurlijk al het tafelzuur dat ter beschikking werd gesteld door Kesbeke. Foeke en Paul gaan er nog een flinke kluif aan krijgen die pot leeg te krijgen voor de volgende editie van het Jaski Open.