Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
09.07.2024
Het kortst mogelijke verslag: Jeroen van Leeuwen (hcp 11.3) wint 8 juli de matchplay-wedstrijd op De
Utrechtse in Houten tegen Henri van der Steen (hcp 18.3) na een superspannende strijd op de 20 ste
hole.
Wie belangstelling heeft voor achtergronden, details en context, wordt vriendelijk uitgenodigd verder te lezen in dit mogelijk weer wat te uitvoerige verslag…
Tijdens het gebruikelijke keuvelen vooraf (‘Lekker weer, hè’, ‘Speel je vrijdag in Alkmaar ook mee?’)
vertel ik Jeroen wat ik onderweg bij elkaar heb zitten filosoferen. Over nut en noodzaak van winnen.
Ik vertel hem dat het mij bij stableford-wedstrijden van ons illuster genootschap niet interesseert
eerste te worden. Ik ben een nummer twee. (Bij wielerwedstrijden met vriendjes was ik vroeger altijd
Poulidor…) Of een nummer vijf. Met 37 punten spring ik een gat in de lucht. Als er zes anderen zijn
die 39 en 40 punten scoren, spring ik nog steeds een gat in de lucht. Is dat bij matchplay anders…? En
zou ik vandaag ook een gat in de lucht springen als ik tweede word…? De conclusie van de
mijmeringen in de auto onderweg luidt: ik wil graag winnen, maar vooral goed spelen. En als dan de
tegenstander iets beter is, heb ik daar vrij gemakkelijk vrede mee.
Als voetbalverslaggever (1970-2007) heb ik de nodige conflicten gehad omdat het mij meer ging om
het spel dan om de knikkers. Sterker: ik vond de uitslag eigenlijk nooit zo interessant. Als een
overwinning van de onzen met laf countervoetbal tot stand was gekomen, maakte ik de onzen
gepassioneerd af in de krant. Als dat iets te opzichtig gebeurde, werd ik op het matje geroepen, zoals na een Europa Cup-wedstrijd van PSV, die ik als PSV-watcher voor 2 miljoen abonnees van de GPD-kranten mocht verslaan. Een van die abonnees was mijn doorgaans voetbalhatende hoofdredacteur
die ook eens was komen kijken en in de business-loge van de krant zowaar een kostelijke avond had
gehad. Wat wil je: comfortabele stoel, perfect uitzicht, glaasje wijn, hapje eten en een 1-0
overwinning van de onzen.
Mijn baas was de volgende ochtend dus nogal ontsteld, toen hij las hoe ik in m’n stuk met PSV de vloer had aangeveegd. Op het matje dus. ‘Waarom dit negatieve verslag, de mensen hebben zich geweldig vermaakt?’ ‘Nou, ik niet, ik heb me kapot geërgerd.’Nog een aantal van deze affaires (op zekere ochtend lag er een steen voor mijn huisdeur met eenwaarschuwend briefje van de harde supporterskern van PSV) en de krant besloot toch maar eenmeer volgzaam type op PSV te zetten.
Ik bleef wel het topvoetbal volgen voor de kranten, ook de wedstrijden voor de Europa Cup. Bij een
van die wedstrijden, van Feyenoord, kwam het tot een hilarische blunder – waar nooit iemand iets
van heeft gemerkt. Om recalcitrant te doen leverde ik in die tijd mijn verslagen in zonder uitslag. Die
was immers in mijn beleving van ondergeschikt belang. Geen lezer die het wist, omdat de
eindredactie die uitslag alsnog altijd keurig ergens tussen haakjes vermeldde. Onvergetelijk is mijn
herinnering aan de ochtend dat ik eerst Trouw opensloeg om het wedstrijdverslag van mijn vriend
Matty Verkamman te lezen en… zag dat Matty de verkeerde uitslag had. Wat was het geval: bij die
wedstrijd van Feyenoord – ik geloof tegen Espanyol – liepen hij en ik en anderen kort voor tijd van de
perstribune naar de perszaal om daar een goed plekje te vinden en aan het tikken te gaan.
Onderweg passeerde ik een zaaltje met televisie en… zag ik de Spanjaarden nog een goal maken. Ik wel, Matty dus niet, want die had de verkeerde uitslag in de krant, dacht ik de volgende morgen. Oh, hoe sneu voor Matty, dacht ik… Ik voel het me nog denken… Tot het kwartje viel: ik had zelf de verkeerde uitslag! Tenminste, in m’n hoofd. Mijn verslag was immers zonder uitslag ingeleverd. En die goal die ik op tv had gezien was een herhaling van het eerste doelpunt van de Spaanse ploeg. Dat had ik niet in de gaten, omdat in het Feyenoord-stadion even daarvoor de tv-camera’s aan de overzijde van de hoofdtribune waren gezet…
Ik kwam dus weg met mijn provocatie voornamelijk aandacht te schenken aan het vertoonde spel,
maar dat werd in 2000 anders: het EK in Nederland. Voor de GPD-kranten ‘deed’ ik ook al jaren de
grote toernooien en het Nederlands elftal – en dat zou daarna nog jaren zo blijven. Dat EK van 2000
was wel een cesuur. Er kwam bij mijn eigen krant een plenaire redactievergadering aan te pas, nadat
Oranje in de halve finale was uitgeschakeld door Italië en ik onze jongens snoeihard had afgezeikt,
inclusief de coach. Mijn eigen collega’s vonden dat ik over een grens was gegaan: geen enkele
compassie met de onzen, een veel te scherp taalgebruik, terwijl heel Holland bakte van het
medelijden met de jongens die met strafschoppen uit de finale waren gehouden.
Volle zaal, ik werd ernstig ter verantwoording geroepen. Mijn weerwoord: ik daagde iedereen uit bij mij thuis de wedstrijd nog eens terug te kijken, zodat de door de NOS-verslaggeving opgefokte live-
sfeer niet meer zou tellen en we nuchter naar het gepresteerde konden kijken. Dan zou blijken dat
Nederland anderhalf uur lang (vanaf minuut 30 plus verlenging) met 11 tegen 10 had gespeeld, wat
geen moment te zien was. En dat Rijkaard faalde als coach, ook in zijn wisselbeleid. Het is 24 jaar geleden en de scorebordjournalistiek is intussen instrumenteel geworden. Tant pis.
Tot zover de theorie. Mijn theorie. Jeroen denkt er overigens vermoedelijk wat anders over. Hij heeft
de ambitie single-handicapper te worden, al dan niet uitgedaagd door zijn dochter van 13 die
intussen op 8 en nog wat zit. Zijn eerste bal gisteren onderstreepte die ambitie misschien: een streep
van 240 meter! Nondeju, en ik dacht dat die Van Leeuwen in een dipje zat… Bij golf gaat het gelukkig
niet alleen om de afslag. Die eerste hole won ik. En even later stond ik zelfs 2 up. Halfweg was het all
square. Het was eigenlijk zo: Jeroen was beter met zijn afslagen, ik een beetje beter met de ijzers, op
de greens ontliepen we elkaar niet veel.
Op de tweede 9 kwam ik nog eens 2 up, tot… een combinatie van kwaliteit en Vrouwe Fortuna zich
met de score ging bemoeien. Jeroen sloeg een miserabele tweede bal op de veertiende hole, een
par-4. Het ding dreigde in het water te verdwijnen, stuitte op het bruggetje, dreigde toen alsnog in
de plomp te belanden, maar… bleef op de rand liggen, twintig meter van de vlag. Ik had mijn bal intussen op drie meter van de pin neergelegd. Puntje voor Henri, 1 up? Nee, Jeroen chipte en… het balletje rolde de hole in. Wonderbal! Ja, 1 up, voor Jeroen dus. En een paar minuten later 2 up, met nog twee holes te gaan. ‘Je moet aan de bak, Henri’, zei mijn tegenstrever nogal nuchter. Dat deed ik dus
maar… en won de laatste twee holes. Spannend!
De verlenging is feitelijk snel verteld. De negentiende hole (waar ik een slag kreeg!) werd met succes
door Jeroen geneutraliseerd. De 20 ste was een par-3 van 160 meter. Onze balletjes eindigden voor de green. Jeroen had een povere putt. Die van mij was nog slechter, hoewel ik dichter bij de hole
eindigde, zes meter om vijfeneenhalf. Wat gebeurde: hij douwde ‘m er gewoon in. Par! Dat was
schrijvertje dezes niet gegund. Afgelopen, winnaar: J. van Leeuwen. Chapeau, verdiend!
Daar moet iets aan worden toegevoegd. Jeroen van Leeuwen was deze heerlijke middag niet alleen
een winnende tegenstander, maar ook een bijzonder sportieve. Ik heb, geloof ik, een extra zintuig (of
een afwijking) als het gaat om sportiviteit. Ik mag Jeroen niet alleen feliciteren met zijn overwinning,
maar hem ook complimenteren met zijn hoffelijke gedrag. Zijn zege mag je zwaarbevochten noemen,
maar is dik verdiend. Op het cruciale moment een putt van een meter of zes maken: klasse, Jeroen!
En jij, Henri, zeg eens eerlijk: niet een klein beetje ziek van deze uitslag…? Jazeker, een heel klein
beetje, even. Maar dit is sport.
Vorige week won ik op Het Woold en vergat ik in mijn verslagje te melden dat ik ook het geluk had gehad dat Coen Brandhorst een bal van mij vond die ik zelf nooit meer had gevonden… Als een flightgenoot jouw verloren gewaande bal vindt, krijg je meteen een euforisch gevoel over je, kippenvel. Dat had ik, gek genoeg ook, bij die laatste putt van Jeroen van zes meter. Dit is sport, heerlijke bijzaak in het heerlijke leven.
Intussen is het dinsdag. De ochtendkranten verhalen uitgebreid over de persconferentie van Ronald
Koeman van gisteren. In het oog springende quote: ‘Succes is als je het toernooi wint.’ Evidente
nonsens, zou Maarten van Rossem zeggen. Ik zeg: lulkoek. De grootste glorie vinden we in de
romantiek, met het Nederlands elftal van 1974 als beste voorbeeld: het toernooi niet winnen en toch
eeuwig succes hebben. (En ermee wegkomen dat enkele van die Oranje-klanten van ’74 tot de
gemeenste flikkers uit de voetbalgeschiedenis hoorden).
Ronald Koeman is, zeg ik maar met een knipoog, de Anton Kuijntjes van de voetballerij: alleen het
resultaat telt. Winnen! Maar wat geeft een groter genot: heroïsch verliezen van Engeland of met
geluk, een toevalletje en onverschillig voetbal winnen? Koeman is een man voor wie het doel de
middelen heiligt. Ik maakte een nogal spraakmakend interview met hem in het voorjaar van 1988.
PSV had Bordeaux verslagen in de Europa Cup I. In Frankrijk was Jean Tigana, de beste speler van
Bordeaux, uit de wedstrijd geschopt door Hans Gillhaus. ‘Klasse’, vond Koeman dat in het interview.
Gevolg: drie wedstrijden schorsing van de UEFA, een hoop gezeik, uiteindelijk strafvermindering. Zo
kon Koeman toch de finale spelen – en winnen. Maar hij zei nog veel meer in dat interview, want in
de thuiswedstrijd tegen Bordeaux had hij Tigana ook nog even persoonlijk aangepakt – en definitief
uitgeschakeld. ‘Er was iets afgesproken. We wisten dat-ie wat had.
Ja, zo werkt het in het Europees voetbal, je moet je tegenstander op zijn zwakke plekken pakken. Als je weet dat Tigana last heeft van zijn enkel, ga je daar nog een keer op staan. Die gele kaart van Gillhaus is goud waard geweest.’Dat was 36 jaar geleden. En wat zien we tijdens dit EK voortdurend: spelers die op de voet en enkel van tegenstanders gaan staan, schijnbaar per ongeluk… Want ja, we willen winnen, hè…
Sint-Michielsgestel
9 juli 2024.
Een nieuw winterrubriekje: Terug in de tijd. Met grappige, soms ontroerende foto's uit het rijke verleden van de NVGJ. Op de wedstrijdkalender van 2005 stonden “slechts” twee surprisereizen. De eerste naar Hardelot waar onze vereniging is opgericht en de tweede naar Parijs en St. Brieux. Naar Hardelot met onze eigen auto en naar Parijs en St. Brieux met een privé jet van de KLM. Vooral de laatste bleek een ongekende luxe van jewelste! Voor slechts € 25,= pp twee dagen geheel verzorgd. Dan krijgt onze secretaris een telefoontje van ex-collega Jeroen Goeman Borgesius. “Heb je zin om met jouw kluppie naar de Vogezen te gaan? Zo ja, dan ben je bij deze uitgenodigd door ClubMed.” De leden wisten echter niet, dat Hans Terol ook nog in onderhandeling was met het Portugese toeristenbureau. Tijdens zijn laatste gesprek medio september in Den Haag ging de kogel door de kerk en werd de NVGJ definitief ‘gratis en voor niks’ uitgenodigd om 5 dagen naar de Oost Algarve te gaan. Tegenprestatie was exposure over deze schitterende streek. Het was ook alweer een kers op de taart. De Portugese gastvrouwen hebben ons werkelijk verwend met prachtige golfbanen, mooi hotel, heerlijke diners en drankjes en de laatste avond werden zelfs de deuren van een groot theater geopend om alleen voor de “Nederlandse journalisten” een schitterende dinnershow te presenteren. Het was een vermakelijke avond waar tenslotte de ene na de andere polonaise volgde. Op de foto zien we Rob Hoogland die zich kostelijk vermaakte met de gezellige feestelijkheid en heerlijke visjes. Eén van de charmante Portugese gastvrouwen die de hele avond op de dansvloer stond keek opvallend veel naar die grote reus uit Nederland. Hij merkte dat ook, glimlachte naar haar, totdat zij met haar stoute schoenen hem vroeg ”Do you want to dance with me?” Tot haar grote verrassing werd ze spontaan door hem opgetild en liep Rob dansend over de vloer, terwijl zij het bijna in haar broek deed van het lachen.
Een nieuw winterrubriekje: Terug in de tijd. Met grappige, soms ontroerende foto's uit het rijke verleden van de NVGJ. Hier zien we John Dekker in 2012 zijn uiterste best doen en speciale foto te maken van een fles uit het repertoire van Heleen Sonnenberg, destijds sponsor van de NVGJ met de Weduwe Joustra. Heleen staat op de uitkijk en kijkt kennelijk of er geen golfballen aan komen. De flessen, de troostprijs voor de laatste plaats, kregen de naam Kostertje, vernoemd naar Henk Koster na een miserabele ronde op de Texelse.
Met trots kan het organisatiecomité de definitieve datum presenteren voor het Charity Golftoernooi t.b.v. De Stichting Sintvoorieder1, gesponsord door Zorg Vastgoed Management BV. En wel op dinsdag 13 mei 2025. Golfcentrum De Hoge Dijk stelt hiervoor belangeloos haar golfbaan beschikbaar! Het toernooi is een vurige wens van onze gewaardeerde sponsor Eric Venghaus die de stichting een warm hart toedraagt. De stichting zet zich in om kinderen die in verborgen armoede leven op pakjesavond toch een presentje te kunnen geven. Daarvoor is geld nodig. De volledige opbrengst gaat, na aftrek van kosten, naar de stichting. Alle medewerkers zetten zich vrijwillig in om dit toernooi tot een succes te maken. Wij vragen onze leden deze flyer onder de aandacht te brengen van hun netwerk. Wellicht bevinden zich daaronder geïnteresseerden in dit evenement. Elke flight is welkom! Het organisatiecomité
Ons gewaardeerde lid Sonja van de Rhoer mocht na een overwinning in de voorronde in Turkije deelnemen aan de finale van de Turkish Airlines World Golf Cup, uiteraard in Turkije. Ze speelde onder meer met ex-voetballer van Paris Saint Germain uit Kameroen en een Mongoliër, die danslesjes gaf tijdens het wachten bij de teebox. Hoe leuk kan golf zijn? Lees HIER over de avonturen van Sonja op de prachtige banen bij het Gloria Serenity Resort. Dit artikel werd eerder geplaatst in het Nationaal Golf Magazine.
De 'surprisereis', dit keer naar Spanje, zit er weer op. Sommigen stellen bleven nog iets langer, de meesten stapten maandag om 17 uur in de bus om pas tegen middernacht de golftas weer van de band op Schiphol te tillen. Het waren een paar sublieme dagen. Zonnetje, mooie banen, hier en daar een drankje, geen onvertogen woord, allemaal tevreden (hoewel niet altijd over het spel).