Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
17.02.2022
De man die zich, na de introductie van het WHS, even liet afzakken in het NVGJ-peloton en daar inmiddels genoeg heeft gezien om nog voor de seizoenstart weer hoopt aan te sluiten bij de kopmannen.Met dezelfde bronnen die onze graagschrijver heeft gebruikt voor de digitale leden-roast, hierbij een poging tot een bescheiden inzage in diens eigen levensloop, met soms vermakelijk, maar ook verrassend nieuws. Althans voor mij. De zoekende aanhouder wint bij Google.
De trefwoorden Brabant en van der Steen leidden tot het opmerkelijke ‘Solo grass track driver Van der Steen from the Netherlands’. Het staat er, maar kan natuurlijk niet waar zijn. Henri op een crossmotorfiets. De man die zich sinds mensenheugenis om klimaatprincipiële redenen, zelfs met golftas en verschoning, per openbaar vervoer liet verplaatsen; eerste klas, dat dan wel. Totdat het hem een jaar of drie, vier geleden plots iets te principieel — en misschien ook wel te gortig — werd en een Japannertje voor zijn deur in St. Michielsgestel verscheen. Inmiddels al weer vervangen door een volledig elektrisch Koreaans modelletje.
Maar Henri zorgt wel vaker voor onverwachte zaken. Wie herinnert zich niet (of juist wel) Henri’s spontane, toch wat beschamende schaamhaarscheer-enquete op een NVGJ’s golfbaanterrassen.
‘Newsgetter’ Henri van der Steen van het Brabants Dagblad lijkt een juistere omschrijving.
Gevonden in De Volkskrant, nota bene, in een interview dat Henri had met neuropsycholoog Erik Matser. Met als kop ‘Topvoetballer snuift coke’. Tegenwoordig nauwelijks nog nieuws als je het afzet tegen de vrijpostigheid waarmee in die wereld in billen wordt geknepen en nog erger.
Maar over De Volkskrant en billen gesproken: het aantal veren dat Volkskrant-columnist Paul Onkenhout terloops in Henri’s reet probeert te proppen is bijna net zo grensoverschrijdend. Lees en verbaas je over wat er over Neerlands meest oprechte, betrouwbare, consequente en golfspelende journalist in 2013 werd opgetekend:
Paul Onkenhout, VK, 13 december 2003:
Toen het in 1998 nogal warm was, op de tocht vanuit Parijs naar Zuid-Frankrijk, waar het Nederlands elftal zou verblijven voor het vervolg van het WK, werd Henri van der Steen midden in de nacht bij een tankstation aan de tolweg aangetroffen met zijn hoofd in een koelkast. Hij had het heet. Moet een mooi gezicht zijn geweest, Henri met zijn hoofd tussen de blikjes Orangina en Perrier. Wie zonder schroom zijn hoofd in een koelkast steekt in een benzinestation langs de péage, terwijl twee collega’s nietsvermoedend koffie staan te drinken, is niet voor een kleintje vervaard.
Onkenhout vervolgt:
Ik denk dat niemand anders het voor elkaar krijgt om zichzelf op zaterdagnacht bij voetballers uit te nodigen, maar Van der Steen dringt aan, en nog eens, en krijgt uiteindelijk permissie langs te komen. Ik verdenk hem ervan dat vooraf hij eist dat het wel een beetje gezellig moet worden gemaakt.
Eerste alinea van het nachtinterview met Foppe de Haan: ‘Hij wil de verslaggever voorzien van een glaasje rode wijn, maar Foppe — opgegroeid met de filosofie van de Blauwe Knoop — toont zijn exemplarische onhandigheid in de consumptieve genoegens van het leven. Hij vindt een fles, opent hem en roept dan verbaasd: ‘Het is witte!’
Rinus Israël heeft slechts water in huis (‘Greet schenkt een fris watertje. Ze heeft een tweeliterfles Bar le Duc koud gezet. Het mag laat worden!’), Harry van Raaij ontkurkt een fijne Margaux uit 1991 en bij Fred van der Hoorn (FC Den Bosch) komen champagne en Franse kazen op tafel.
De zogenaamde nachtinterviews die oorspronkelijk in het Brabants Dagblad en andere regionale kranten verschenen, zijn gebundeld, onder de titel ‘Diep in de nacht’ (uitgeverij Tirion). De formule is geniaal. Het karakter van de verslaggever (nieuwsgierig, vriendelijk, een tikje chaotisch én onbevreesd), het tijdstip (’s nachts) en de entourage (bijna altijd de woning van de voetballer of trainer) levert onthullende verhalen en anekdotes op.
Er volgen nog meer van Henri’s teksten die door de media werden gepikt, zoals ‘PSV heeft twee wereldspitsen, een goeie keeper en verder weinig’, van Ronald Waterreus (kopje thee, kersensmaak, en later naar verluidt 25 duizend gulden boete voor de doelman).
Wie instemt met een nachtinterview is moedig, want er gebeurt wel wat, als Van der Steen binnen komt zetten en niet van plan is na een uurtje weer weg te gaan.
Kort nadat Jan Wouters door Ajax als trainer was weggestuurd, kreeg hij bezoek van Van der Steen. Om half zeven ‘s ochtends verliet de reporter de villa weer. Wouters vertelde over zijn dochter, Rowan. ‘We zijn met haar naar school gegaan en hebben de juf ingeseind. Die heeft het de klas verteld, dat de papa van Rowan ontslagen was. Doodstil was het. Rowan is toen ineens keihard gaan huilen, die hield niet meer op. De juf heeft haar op schoot genomen. Maar het mooiste was de reactie van Joey, een jongetje dat verliefd is op Rowan. Hij riep dat de papa van Rowan een goeie trainer was; hij kon het schoolteam wel gaan coachen.’
Nog meer:
De toiletruimte van Pierre van Hooijdonk is zo groot dat deze is voorzien van een vijver waarin twee elftallen siervissen zwemmen. ‘Een glazen trap leidt naar een verhoging waarop zich de pot bevindt.’ De poes van Sef Vergoossen is naar Romario vernoemd, ‘klein, zwart en lui’, en René Eijkelkamp onthult dat Schalke-manager Assauer ooit (tevergeefs) voorstelde om hem dagelijks in Dalfsen met een helikopter op te laten halen. ‘Ik zeg: dat gaat hier niet. In dit gebied heb je boeren en koeien, daar landen geen helikopters.’
PSV’er Theo Lucius bekent dat hij zijn geld er in het casino doorheen jaagt en door zijn zaakwaarnemer onder curatele is gesteld.
De vader van John de Wolf werd begraven met een paar voetbalschoenen van zijn zoon op zijn buik en Willem van Hanegem ontkent met klem dat hij zijn haren (zwart) verft.
Een ander hoogtepunt: Wamberto, zo’n voetballer die niet de moeite waard wordt gevonden om te interviewen, behalve door Van der Steen die hem in de kerstnacht bezoekt. Hij komt te weten dat Wamberto op zijn vijftiende al vader werd en in Brazilië voor achtduizend dollar werd gekocht door een voetbalmakelaar. Hij groeide op in een krottenwijk in São Lúis, als jongste kind in een kolossaal gezin. Als voetballer van Ajax onderhoudt hij de hele familie, een mannetje of twintig. Van der Steen krijgt een Belgische documentaire te zien, waarin de moeder van Wamberto klaagt over haar man: ‘Die doet niks anders dan bier drinken en slapen en overal vertellen dat hij baron is.’
Rosane, Wamberto en hun zoons Danilo, Wambertinho en Wanderson wonen in een nieuwbouwwijk in Amstelveen. Eigendom van God, staat er op een bordje op de deur. In de documentaire ziet Van der Steen hoe de moeder van de geweldige Wamberto tevreden aan een grote sigaar lurkt, een zwarte.
Toch inkijkjes in de voetballerij die verder gaan dan het gemiddelde, ingestudeerde commentaar na een voetbalwedstrijd.
Verder bladerend door de social schepsels van de heren Zuckerberg en consorten stuiten we op nog meer voetbal en op een aanbieding van het boek Penalty, ondertitel: ‘Het trauma van Oranje’, waarin de onderzoeksresultaten van Henri naar het ‘van elf meter tegen een bal trappen’. 160 pagina’s lang, niet gesigneerd. Dat laatste mag een godswonder heten, want als je een boek van Henri koopt of cadeau krijgt tref je onherroepelijk op een van de bladzijden een handgeschreven aan- of (zelfs) afbeveling.
Overigens staat zo ongeveer Henri’s hele huisbibliotheek te koop bij allesverkoper Bol.com, waarmee hij nog even dacht een discussie over de af te dragen commissie te kunnen voeren. Kansloos dus. ‘Zelf inpakken, versturen en dan een habbekrats overhouden’, deed het rechtvaardigheidsgevoel van onze vriend geen goed. Maar de verspreiding van het geschreven woord lijkt het, zij het morrend, te hebben gewonnen, zelfs als van de toch al schlemielige verkoopprijs slechts een matig saldootje overblijft.
Welkom in de wereld van de digitale commercie, vriend.
De verkoop van ‘Penalty’ schijnt tijdens de strafschoppencrisis een opleving te hebben beleefd binnen de kringen van de KNVB, want alle spelers van het Nederlands elftal kregen het boek destijds als leerstof mee naar huis. Aanvoerder Frank de Boer, zelf ook geen elfmeterspecialist, verklaarde openlijk: ‘Dat hebben we allemaal gelezen, dus we zijn mentaal voorbereid’. Het moet voor de voetbalschrijver als een ode hebben gevoeld.
Heel andere koek in ieder geval dan het oordeel dat Henri ooit velde over Ruud van Nistelrooij, ‘die niet eens het lef en het fatsoen had om zelfs maar één keer te reageren op alle toenaderingen onzerzijds’, zo lieten Van der Steen en co-auteur Van Helvoirt pissig weten over de medewerking van Ruud aan diens eigen biografie. Misschien waren tien pagina’s met 16 foto’s over het huwelijk van Ruud en diens Leontien ook wel net iets te veel. Wel weten we nu hoe pastoor Pieter Scheepers eruit ziet en dat couturier Addy van den Krommenacker Leontien de hele huwelijksdag op de voet volgde.
Een weigering die voor de auteurs reden was om te concluderen dat Van Nistelrooij minder aardig is dan vaak wordt gedacht.
Henri: ‘Louis van Gaal wilde alleen met me praten als hij het stuk van tevoren mocht en eenzijdig mag schrappen. Niet dus.’ In die strijd voor onafhankelijkheid ontpopte Henri zich als een van de laatste nakomertjes van Ben de Graaf, de voormalige chef sport van de Volkskrant. Onlangs interviewde hij Marco van Basten, namens de GPD- bladen. Ook de KNVB eiste dat eenzijdig kon worden geschrapt. Van der Steen stemde daar niet mee in, maar het interview ging tóch door. Van der Steen: ‘Ze wilden natuurlijk geen relletje. Van Basten deed het toch, maar zei helemaal niets. Alles op routine, wat ook een truc is natuurlijk.’
Henri hield het grootste deel van zijn journalistieke leven de voetballerij een spiegel voor. Totdat hem de rode kaart werd getoond. Bij het voetbalmaandblad ELF, dat hij in 1986 zelf had opgericht, ging hij volgens de nieuwe eigenaar Jack van Gelder te veel naast zijn stoute schoenen lopen. Henri: “Jack ging het allemaal heeeel anders doen. Ik ging nog wel n’s een week met de linksback van Cambuur op stap, maar Jack dacht alleen maar aan Real, Milan en United”. Gevolg: Van der Steen werd gewisseld en mocht niet eens meer op de bank plaatsnemen.
Of de volgorde der gebeurtenissen helemaal juist is doet nauwelijks ter zake. Het lijkt op een hink-stap-sprong door Henri’s leven als journalist, maar uiteindelijk is zijn carrière bij het Brabants Dagblad geëindigd op de kunstredactie.
Of het drieluikinterview met bisschop Gerard de Korte van Den Bosch, onder die noemer valt is de vraag. Maar er is daarbij zeker geen gevolg gegeven aan het onvermijdelijke verzoek tot lezing vooraf, gezien de opmerkelijke uitspraken die aan de monseigneur werden ontfutseld. Enkele zinsnedes uit het interview moeten het toch tot in Vaticaanstad hebben doen donderen: ‘Ook de bisschop van Den Bosch weet dat het in Rome een bende is.’ Henri dwong de bisschop om ouderwetse standpunten te verdedigen, over homo’s, vrouwen en duivels. ‘De Rooms-Katholieke Kerk speelt nog wel mee, maar als een soort grensrechter, een vierde official.’
Eindigen we via een omweg toch weer bij de voetballerij.
Ruud Taal
Andreas van der Schaaf blikt terug op het leven van Karel van de Graaf, die ons op 14 november op 72-jarige leeftijd ontviel. De pauze voordat Karel ruiterlijk moest bekennen dat dit zo was duurde bijna 2 seconden en voor iemand wiens eerste vraag in zijn leven als journalist, interviewer of presentator vaak cruciaal bleek was dit best opvallend. De omstanders (zijn flightgenoten) waren op dat moment enigszins verbouwereerd, omdat zij in die ‘split seconds’ nog dachten dat het over het redelijk forse hoofd van Karel zelf ging. “Ja” zei Karel na die twee seconden dus, “U heeft ‘m gezien?” en haalde zijn spiksplinternieuwe oversized ‘greatest big Bertha’ uit zijn tas. (kort daarna werd deze geloof ik verboden) Het neemt ons terug naar die zonovergoten dag op de Golfbaan van Best waar de gebroeders van de Kerkhof hun jaarlijkse ‘golftournament’ (2003) vierden en waar een keur aan oud-voetballers, artiesten, BN’ers, etc. uitgenodigd waren om nu maar eens echt te laten zien of hun handicap een juiste afspiegeling vormde van hun veronderstelde capaciteiten op golfgebied. Het grote nadeel was dat ik er was met een professionele cameraploeg om voor zowel GooiTV als BVN op indringende wijze kond van te doen. Kijk, bij de NVGJ hebben wij allen in meer of minderen mate Karel meegemaakt in zijn hoedanigheid als causeur en vaak worstelend golfer, die zijn sport uitermate serieus nam en ook tot in de details alles wilde voorbereiden. Vooral als ik in zijn buurt kwam of (nog ‘erger’) met hem samenspeelde was hij uitermate op zijn hoede, want zijn grote gevoel voor humor kon dan wel eens de overhand krijgen over de concentratie in zijn golfspel om eindelijk eens te bereiken waar ieder van ons vaak van droomt: In 1x (in een wedstrijd) uit een bunker slaan tot 2 centimeter bij de pin. Het vermoeden van een ‘longest drive’ die op het allerlaatst tegen het bordje ketst en 10 meter terugvalt, een hole-in-one met voorbedachte rade om over een Albatros maar te zwijgen! Onderaan deze terugblik en warme herinnering over Karel dan ook de directe links naar mijn 2-delige reportage waarin u geachte NVGJ’ers dit allemaal nog eens haarfijn kunt bekijken. Een ding is zeker of het nauw ‘liefde en of haat’ was uiteindelijk moesten we altijd onbedaarlijk lachen. Kijk, er was natuurlijk wel verschil toen wij elkaar leerden kennen. Jarenlang hadden we namelijk onafhankelijk van elkaar ons bezig gehouden met ‘televisie’ en of radio. Karel was duidelijk AVRO en ik deed (maar) wat bij de NCRV en later bij de TROS. Karel was redelijk serieus met nieuws, achtergronden en ‘human interest’ in de weer ik zat met Ron Brandsteder in de sauna om de laatste details van ‘het waterbakkenspel’ uit te werken. Maar toen wij elkaar begin deze eeuw -mede door de NVGJ- steeds beter leerden kennen ontstond er een gezamenlijke band: humor. Alleen was dat voor Karel een bottleneck in zijn bijna autistische benadering van het bedrijven van de golfsport met andere woorden hoe sla ik altijd een bal recht midden op de fairway op zo’n 250 meter van de afslag. Daar past dus op zo’n moment geen zinnetje van Prins Bernhard of Prins Claus achter zijn rug bij. (“Mammie (tijdens het zwemmen) doe even een touwtje om je gebit anders verlies je het”.) Dus hij omzeilde mij vaak omdat er een te groot lachgevaar bestond, waardoor Karel zijn spel tot rampzalige diepte zou kunnen leiden. Karel van de Graaf, die guitige blik, die onbedaarlijke lach een iets te harde klap op je schouder en dat verfijnd getimede gevoel voor humor, daar moest ik direct aan denken toen ik het droeve bericht las van zijn overlijden. Laten we eerlijk wezen –zoals professor Zonnebloem het zou omschrijven- “Och arme, zo jong nog”. Inderdaad. ………Ik heb nu even iets langer dan die 2 seconden pauze genomen in mijn epistel om te zeggen; Karel bedankt, dat ik je in ‘die golfjaren’ zo heb leren kennen en dat we vooral met humor ons er doorheen hebben geslagen, ook resulteerde dat niet altijd in 5 birdie’s, 2 eagles, een onterechte boogie, een praktische hole-in-one en 9 parren waarvan de meeste met backspin op de green belandden. Karel van de Graaf 1950-2023 R.I.P.
Een bont gezelschap verzamelde zich 15 november in Brasserie Nel in Amsterdam om niet alleen de 73ste verjaardag van Rob Hoogland te vieren, maar ook om het glas te heffen op zijn laatste bundel columns. Of, nou ja, laatste..? Sinds Hoogland in 1989 begon met het schrijven van columns tikte hij een slordige achtduizend stukjes bij elkaar. Een groot deel daarvan bundelde hij in 2015 in 'De Grote Hoogland', een ruim driehonderd pagina's dik boek met daarin enkele honderden van zijn beste columns. Niet alleen sneuvelden er acht jaar geleden al veel, sinds hij officieel met pensioen ging, schreef hij vrolijk door, voor zijn krant DeTelegraaf, maar ook voor onder meer Golfers Magazine waar hij inmiddels ook alweer bijna honderd stukjes tikte over de sport die hem zo na aan het hart ligt. Hoog tijd dus om een nieuwe bundeling te maken, de laatste die hij meemaakt, zo voorzag hij bij de lancering. 'Na de Grote Hoogland en de Oude Hoogland ligt de Dode Hoogland nogal voor de hand, maar dat is dan niet meer aan mij', kreeg hij de lachers op zijn hand in de Amsterdamse horecagelegenheid waar een bont gezelschap (o.a. Guus Hiddink, tal van Telegraafcollega's, collega-columnisten als Sylvia Witteman en Theodor Holman, voormalig minister Ronald Plasterk en demissionair staatssecretaris Gunay Uslu en een handvol NVGJ-leden) zich op de 73ste verjaardag van Hoogland verzameld had. De Oude Hoogland is een uitgave van EzoWolf en bevat naast columns uit de Telegraaf ook enkele columns die eerder in Golfers Magazine hebben gestaan en enkele speciaal voor dit boek geschreven bijdragen. Het kost €23,95 en is verkrijgbaar bij de boekhandel en online.
Rogier Carper, de zoon van ons overleden lid Meinard Carper, stuurde ons het volgende: "Als je op een mooie dag, zo langs de Texelse Golfbaan loopt en tegen de duinrand bij Hole 6 aankomt, dan staat daar nu een mooi eerbetoon aan mijn vader. Neem plaats op de bank en kijk of anderen ook een Hole in One slaan. Scan de QR-code en luister naar het prachtige lied wat mijn zus gezongen heeft en leef mee met het familiemotto.'' Op de website van de Texelse stond de volgende tekst: Oplettende wandelaars op het Hanenpad is het wellicht opgevallen. Ter hoogte van hole 6 is het bankje aldaar vervangen door een nieuw, gedenkwaardig exemplaar, namelijk ter nagedachtenis aan de in juni 2022 overleden Meinard Carper. ‘Ik wilde geen steen of urn en al helemaal niet op zo’n opgepropte begraafplaats’, dat leek mij niets’ aldus zijn vrouw Tineke. Een bankje bij de golfbaan leek haar wel wat en zo geschiedde. ‘Het is een mooie manier om Meinard te gedenken. Hij was een fanatieke golfer – hij heeft ooit op hole 6 een hole-in-one geslagen - en heeft altijd zijn ziel en zaligheid in golf gelegd, vooral op De Texelse. Via Anita Hiemstra en Hans Witte kwam Tineke bij Novalishoeve terecht alwaar het houten bankje werd vervaardigd. En op maandag 23 oktober is in het bijzijn van onder meer hun twee kinderen, drie kleinkinderen en met behulp van Hans Witte het bankje geplaatst. Bijzondere bijkomstigheid is dat aan de linkerkant van de bank een QR-code is aangebracht. Als die code wordt gelezen door een mobiele telefoon of een Ipad, kan je het lied horen dat dochter Tessa heeft gezongen op de crematie. Dus mocht u tijdens het wandelen op het Hanenpad even willen uitrusten, het bankje van Meinard is een bijzonder moment voor een stonde contemplatie.
Er is weinig vervelender dan een nieuwe indeling van het een of ander. Een website, de supermarkt, de keukenkastjes. Tot je na een paar dagen niet eens meer weet hoe het eerder was.
Niels Paauw is winnaar geworden van de Golfpersprijs met het artikel ‘Andere tijden Golf’ over de beginjaren van de Ryder Cup, dat verscheen in Golfers Magazine. De twee andere genomineerden waren Roy Heethaar met ANWB Golfweekendcursus – na twee dagen het echte werk? (op Golf.nl) en Ralph Blijlevens, die voor het AD een artikel schreef over de Netflix serie Full Swing.
De finales van de Masters op het Rijk van Nunspeet heeft in zowel de A- als B-categorie de zaak behoorlijk op z’n kop gezet. Zowel Henri van der Steen (A) als Onno Hansum (B), als winnaars van de Order of Merit met 250 punten begonnen, redden het niet. Henri eindigde als vierde, waardoor Anton Kuijntjes hem voorbij kon steken. Onno moest het in een directe confrontatie met Leonard van Nunen afleggen met een minimaal verschil van 25 punten. Foeke Collet haakte door fysieke malheur voortijdig af.