Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
13.03.2024
Dat alles in het werk gesteld wordt om meer vrouwen en jongeren naar de golfbaan te krijgen is een mooi streven, maar moet je je daarbij per se afzetten tegen een groot deel van de bestaande golfpopulatie? Och arme golfer die de sport al jaren met liefde en plezier beoefent. Gij zijt het kwaad. De reden dat golf niet verder groeit, instromers afhaken en clichés in stand blijven. Ben ik de enige die zich bij tijd en wijle afvraagt of hij nog wel gewenst is op de golfbaan?
Voordat ik verderga en het verwijt krijg dat ik er niets van snap: ik weet heus wel dat je om je boodschap over te brengen soms gebruik moet maken van overdrijving als stijlfiguur. Pas als je iets lekker dik aanzet trek je de aandacht, niet door gebruik van nuance en het bewandelen van de middenweg. Een straat waar stelselmatig een paar kilometer te hard gereden wordt is een racebaan. Op iemand die iets te laat is heb je een eeuwigheid staan wachten. En een voor de derde keer verteld verhaal heb je al honderd keer gehoord.
De inzet van de kracht van overdrijving speelt naar ik denk – en hoop - zeker mee als ik denk aan de boodschap die de NGF vurig verkondigt. Golf heeft een slecht imago en daar moeten we van af. Het is bijna of een campagneboodschap of een column om dat uit te dragen pas geslaagd is als er gewezen wordt op de verschillen en het kwalijke, als de stereotypen onderstreept en uitvergroot zijn.
Laat ik vooropstellen: natuurlijk zijn er onvriendelijke mensen op de golfbaan. Net zoals je die overal tegen kan komen. Lui die je het gevoel geven dat je niet welkom bent. Kakkers misschien zelfs wel, met een rode broek aan hun kont of 'oud, grijsharig en voorzien van een flinke bierbuik'. Maar moet dat het focuspunt zijn waarmee je nieuwe mensen naar de sport trekt? Door het voortdurend wijzen op wat je niet wilt zijn? Hoe inclusief is je boodschap als je bereikt dat een groepje mannen een van hun vrienden toevoegt 'dat hij wel lef heeft in zijn rode broek?'
Ineens moet ik denken aan een liedtekst van Huub van der Lubbe.
Wij zijn er ook nog
Wij zijn met de meesten
Met mensen die snappen hoe je als vriend
Door de verschillen heen over de grenzen
Elkaar recht in de ogen kunt zien
Ik ben geen marketeer, noch zit ik in de zo begeerde doelgroep (eerder in die van de oude grijsharige mannen met bierbuiken... behalve dan dat ik kaal ben), maar ik heb wel het hele pad bewandeld. Ooit was ik een jonge nieuwkomer in de sport, zocht aansluiting, vond die soms wel, soms niet. Ik speelde met vrienden en met mensen die vrienden werden, met gelijkgestemden en met lui met wie ik niets anders deelde dan een starttijd, de baan en een hobby. Ik was nieuw in de sport, maar werd langzaam golfer. Waarom? Omdat ik het spel leuk vond en mensen vond om dat mee te delen. Maar nu, bijna 25 jaar later, vraag ik me dus wel eens af of er op mijn aanwezigheid wel prijs wordt gesteld. Niet voor niets begon ik dit stukje met de overdreven – maar niet geheel uit de lucht gegrepen – 'beschuldiging'. De golfer die zijn/haar sport al decennia met veel plezier beoefent als sta in de weg voor nieuwe golfers.
Maar is dat zo?
Meer dan ooit ben ik me tegenwoordig juist bewust van de diversiteit op de golfbaan. Toen ik onlangs even wat ballen ging slaan zag ik op de oefengreen een groep mid-twintigers die in opperbeste sfeer en met veel geluid een puttles kregen. Op de eerste tee sloegen leden af die er al waren toen ik in het jaar 2000 voor het eerst het clubhuis binnenstapte. Op de driving range stonden meer vrouwen dan mannen, en ik moet me sterk vergissen, of ik was met mijn 51 jaar zomaar de oudste op al die bezette matjes. De een stond met oortjes in geconcentreerd strepen van ballen te slaan, de ander harkte moeizaam wat ijzers weg, een groepje jongens stond gewoon wat met elkaar te kletsen, een paar jonge vrouwen verheugden zich op hun ronde. Beginners en gevorderden zij aan zij. En iedereen had het zichtbaar naar zijn zin.
Op de golfbaan is voor iedereen plaats en iedereen vindt er een plaats. Het zou mooi zijn als dát bij een volgende campagne het uitgangspunt wordt. Eenheid door diversiteit. Niet wijzen op de verschillen, maar op dat wat verbindt. Golf.
Texel schreeuwt om regen. En dat valt er de komende week ook Het was droog, de voorbije dagen op onze homecourse De Texelse; kurkdroog. De fairways schraal, welhaast geel, amper gras; alleen op de lagere, aflopende delen bij de drainage en de waterafvoer. Gekscherend heb ik het 'de steppe van de Texelse' genoemd. ,,Elke dag doen we regendansje'', grapt één van de marshalls. En ze worden gehoord, want tot dinsdag 9 september valt er elke dag regen. Baanmanager Anita Hiemstra van de Texelse noemt het op de eigen website 'De stoere charme van de Texelse'. En dat is eigenlijk ook wel zo. ,,En ja, alsjeblieft elke nacht regen'', vraagt ook Anita. Want: ,,Wij kunnen zelf niets doen. We zitten in een gesloten systeem. We mógen zelfs niets doen.'' Op de eigen website legt Anita uit: ,,Op Texel gaan we zorgvuldig om met ons kostbare zoetwater. Als eiland zijn wij volledig omringd door de zee, waardoor we ons in een gesloten zoetwatersysteem bevinden. Dat betekent dat we geen oppervlaktewater mogen gebruiken voor de beregening van onze golfbaan.'' Topconditie ,,Om optimale speelmogelijkheden te bieden, hebben we twee grote waterbassins aangelegd met een totale capaciteit van 30.000 kubieke meter. In de herfst en winter vullen we deze bassins met oppervlaktewater uit het stelsel van sloten dat rondom de golfbaan ligt. Daarmee zorgen we ervoor dat in droge zomers de greens, voorgreens en tee’s altijd in topconditie blijven.'' ,,De fairways krijgen in droge zomers minder of geen beregening. Hierdoor kunnen ze wat droger en schraler worden, maar dat geeft juist het echte karakter van een authentieke linkscourse: stevig, uitdagend en typisch Texels'', zo staat op de website. ,,We zijn trots op ons verantwoorde waterbeheer en hopen dat onze spelers de stoere charme en het bijzondere karakter van onze baan in elk seizoen waarderen.'' Is de baan dan onbespeelbaar onder deze condities? Deze week op woensdag en donderdag zelf op de Texelse gespeeld. Woensdag was het wel 'even wennen'. Of waren het de tergend langzame flights voor ons waardoor we na hole 9 direct zijn doorgestoken naar hole 15. Maar donderdag, voor vertrek naar de overkant - superrelaxed - nog even de eerste 9 gespeeld. Met 22 stablefordpunten toch weer eens mijn handicap verbeterd; Inclusief birdie, par, twee bogeys en superputts, Trouwens: Dea scoort beide dagen respectievelijk 19 en 20 punten op de eerste negen. Hoezo is de droogte een nadeel? Biljartlaken De greens waren beide dagen fantastisch: prachtig groen en zo strak als een biljartlaken. De kurkdroge en schrale fairways zien er niet typisch agrarisch Texels uit, maar het voordeel is dan weer dat de bal tientallen meters voortstuitert. Gemerkt: best lekker als je carry 'ondergemiddeld' is. Was het niet prof.dr.ing. Johan Cruijff die zei: ,,Elk voordeel heb s'n eigense nadeel' (of woorden van gelijke strekking). Dan geldt dat andersom natuurlijk ook. Of zoals Anita het verwoordt: 'De stoere charme van de Texelse'. En dat is het! 'Rainy night in Texel', vrij naar Randy Crawford. Namens Hans en Anita: tot dinsdag 9 september en/of woensdag 10 september, Tot Texel.
Was het uit (tijd)nood geboren of was het een ultieme poging om een contra-jinx te bewerkstelligen dat ik al een dag voor de wedstrijd tegen Peter begon met het schrijven van het verslag? Het zal een beetje van beiden zijn, maar het is vast niet eerder voorgekomen dat 'het verslag' over een wedstrijd eerder klaar was dan de wedstrijd zelf. Goeddeels klaar moet ik daarbij zeggen, want “de XXXX vul ik later wel in”. Iets waar je overigens wel scherp op moet zijn. Recent zag ik in de krant nog een 'hier graag nog een tussenkop' en 'graag een streamer van deze lengte' die aan de aandacht van de eindredactie was ontsnapt.
Na 1 week ligt de baan er nog steeds prachtig bij. De hei nog volop in bloei, de zon schijnt en de greens worden steeds moeilijker. Doel om over een paar weken als het Nationaal Open hier wordt gespeeld de greens rond stimp 10,5 te hebben. Niet te doen voor spelers zoals wij, nu al een hele uitdaging. Ik heb het natuurlijk over De Hoge Kleij waar ik vorige week nog mijn handicap verbeterde toen ik met 37 stableford punten van de baan kwam. Matchplay is een heel ander spelletje maar ik had er zin in en Louis ook. We besloten allebei vanaf blauw te spelen en op basis van mijn handicap kreeg ik maar liefst 10 slagen mee tov Louis. Dat lijkt heel veel maar met zijn afslagen vanaf de blauwe tee had ik vaak die extra slag nodig om op gelijk niveau uit te komen bij de green. Louis begon goed met 2 parren maar daarna wilde zijn korte ijzers niet meewerken dus ontstonden er wat kansen voor mij en na 9 holes stond het “all square”. Ondanks het feit dat Louis bleef zoeken naar de juiste slagen met zijn korte ijzers zakte mijn spelniveau onder dat van hem (weg mooie rechte drives, hallo bos en bomen) dus na 12 holes stond Louis ineens 3 up. Ik maakte vervolgens nog een mooie par op 13 maar 14 en 15 (waar ik geen extra slag kreeg) waren weer voor Louis dus game over. Overige holes nog wel gezellig uitgespeeld waarbij Louis nog wat extra ballen heeft geslagen om wat uit te proberen met zijn korte ijzers. Helaas is het hem nog niet duidelijk waar het probleem zit dus werk aan de winkel. Meteen het frustrerende van het spelletje maar ook waar de uitdaging voor mij in zit: vandaag spelen je de sterren van de hemel, morgen is alles weer anders. Naast het wedstrijdelement is ook het ontmoeten van elkaar leuk. Ik had pas 1 keer eerder met Louis in een flight gezeten dus dit is ook een superleuke manier om elkaar wat beter te leren kennen. Na de wedstrijd nog wat tijd hiervoor genomen door een hapje te blijven eten en te genieten van wat het was : een mooie en gezellige dag. Dank voor de gezelligheid Louis en succes tegen Michiel!
Hoppa! Zesduizend woorden. Dat vind ik al een prestatie op zich. Ik ken mensen die niet eens 6.000 stappen tijdens een golfwedstrijd kunnen lopen, of daar al een buggy voor nodig hebben. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb genoten. Niet zozeer van het wedstrijdverslag (voor de scrollers; dat begint ergens halverwege bij de tweede 3.000 woorden), maar wel van de welbekende Henri-cocktail: een snufje maatschappijkritiek, een sneertje naar de hem zo gehate en tegelijkertijd geliefde journalistiek, een scheut (euh.. waterval) links activisme en een flinke plens ironie. Waarvan die laatste dan soms maar moeilijk te ontwaren is.
Door vakanties, werkreizen en anderszins volle agenda’s was onze match over de zomervakantie heen getild en waren we dicht in de buurt van een reprimande van Louis om snel onze wedstrijd af te ronden. Toen de lang geplande dag daar was, bleek het 36 graden en windstil. Ook het tijdstip van onze match, 14:00 uur, was hitte technisch niet het beste. We konden echter beiden niet vroeger of later dus met extra waterflessen begonnen we dapper.
Het ging allemaal nog redelijk voorspoedig. Ok, mijn twee holes voorsprong na vier holes was al wel verdwenen door een explosie van belachelijk lange drives en dito wedges van de heer Kuijntjes. Maar allsquare na zeven, dat was allemaal nog prima te doen.