Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
24.11.2020
Hoe het begon, vraagt Hans Botman, en je eerste rondje en dat soort zaken. Maakt niet uit hoe lang, als je het maar snel inlevert. Succes man!
De Club
“Genoeg voor vandaag Charles. Genoeg voor altijd. Je hebt er geen barst aan gedaan. Dat zie ik zo, ga maar naar huis”, liet de Engelse golfpro van de net opgerichte Noord-Hollandse Golfclub (DNHGC) me op een ijskoude winterdag weten. Het was in het begin van de jaren tachtig. Ik was daar net lid geworden, dit op dringend of beter gezegd dwingend advies van Robbie van Erven Dorens. “Lessen, oefenen en dan spelen”, luidde diens motto, “want anders kun je het wel vergeten”.
Jawel onze nationale golfgoeroe was streng en sprak met gezag. Met een derdehands setje Slazenger golfclubs in een nogal afgeleefd tasje dat ik van Robbie had meegekregen, meldde ik me dan ook top- gemotiveerd bij de clubsecretaris aan voor lessen bij de clubpro, ene Peter Ackerley. Een vreemde vogel maar tegelijk ook een bijzondere kerel. Dat kwam zo.
Op een morgen, vlak na mijn aanmelding, ging de telefoon. “Met Ackerley”, hoorde ik. “Peter Ackerley. U heeft bij mij wat lessen geboekt. Tien om precies te zijn. Komt U maandagmorgen maar. Precies ja, om half acht. See you”. Ik wilde nog zeggen dat me dat tijdstip niet echt goed beviel. Wilde daarover praten want sportjournalisten bij kranten werden geacht in de weekenden te werken en wel tot aan het sluiten van de laatste edities. Ergens om half drie in de ochtend. Maar oké, ik ging slaperig tot en met, naar mijn eerste les en het was ijskoud, dat weet ik nog heel goed. Maar Ackerley stond erbij alsof hij net uit een stoomcabine was gekomen: dunne pantalon, polootje en katoenen truitje eroverheen. “Slight litte breeze today, Charles”, lachte hij me goedmoedig toe, en ik begreep de boodschap. Niet liggen mierenneuken, niet zeuren en zeveren, gewoon aanpakken, goed luisteren en oefenen.
Ik had best wel talent, liet Ackerley me wat later na de les minzaam weten, maar er moest dan nog wel flink wat werk worden verzet. Veel oefenen en tot volgende week maandag, zelfde tijd, oké? Ik zei ja, maar er kwam die week niet veel van terecht. Van oefenen niet en van les twee de volgende maandagmorgen ook niet. Zelfs met het ijzer-7 kreeg ik geen goeie bal van het gras. “Ga maar naar huis Charles”, baste Ackerley. “We stoppen er mee. Als je echt wilt gaan golfen dan moet je daar vol overgave aan werken en er niet de kantjes van aflopen. Ik kan mijn tijd wel beter besteden. Tot ziens”. Maar ik heb al betaald voor tien lessen, riep ik hem nog na terwijl hij gedecideerd weg beende. Tevergeefs.
Ik pakte mijn setje bij elkaar en verliet toch best wel wat geërgerd, de toen nog 9 holes van Sluispolder. Wat een zeperd, wat een vreemde vogel die pro, dacht ik. Geheel ten onrechte natuurlijk, maar ik baalde wel op dat moment. Nog het meest van mezelf! Tot mijn verrassing ging een dag later de telefoon. “Met Ackerley. Charles als je alsnog golf serieus wilt nemen en dus wilt oefenen en trainen, kan ik je nog inplannen voor een lesje. Neen, niet eerder dan over twee weken. Dan kijken we nog één keer of…”. Ja ik zal er zijn meneer Ackerley, liet ik hem weten, en trainde vervolgens alle volgende dagen minimaal een vol uur. Vóór acht uur s’- morgens. Het ging steeds beter en op les 2 kwam aan het einde de schouderklop van de pro. Les 3 zei hij, zijn de lessen 1 en 2 bij elkaar opgeteld, en meestal leidt dat tot een goed resultaat. Hij had natuurlijk gelijk, moest ik bekennen. Want nog steeds speel ik met groot plezier, en vol overgave een leuke handicap. En denk ik nog veel aan deze aparte, kleurrijke en bijzondere vogel, die helaas alweer van de aardbol is verdwenen. Veel te vroeg als je het mij vraagt.
Intussen moest ik het regelexamen afleggen waarbij we van regeldocent ir. Keverling-Buisman absoluut niet bij elkaar mochten afkijken. Sic! De ingenieur die werkte bij het reactorcentrum Petten bleek een wreedaard die a. scherp lette op het correct uitvoeren van zijn instructies en, b. heel graag multiple choice- vragen stelde waarop verschillende antwoorden goed waren. De meest originele waardeerde hij dan met een voldoende, maar bij een discutabel antwoord werd met een zogenaamd grapje verteld dat niet B maar C het juiste was en dat Pieterse, Janssen, Gerritsen, Berkhouwer en Taylor hun huiswerk voortaan beter moesten doen. Desondanks scoorde ik net aan een voldoende en omdat mijn praktijkexamen prima in orde was, kreeg ik wat nu het golfvaardigheidsbewijs heet. Lekker spelen op de club, iedere zaterdag weekendcompetities en als het kon, woensdags de Herenmiddagen.
De Krant
Op de krant werd de golfsport omarmd tot in de hoogste kringen. Enkele directieleden, marketeers en de hoofdredactie zagen potentie in dit nieuwe fenomeen dat in ons land tot begin jaren tachtig slechts rond de 30.000 clubleden kende; nu bijna 400.000. En des Telegraafs: waarin wordt geloofd, daar wordt over de hele breedte keihard aangepakt. Er werd op ons initiatief een contract gesloten in Londen om de portretrechten en handtekening van Jack Nicklaus / nog steeds de beste golfer ter wereld/ te bemachtigen, en daarnaast startte Telesport met een strip op de sportpagina’s gevolgd door een instructieboekwerkje Leer Golf Met Jack Nicklaus. De oplage was 48.000 stuks. Robbie en ikzelf hebben er zes weken achter elkaar aan gewerkt, samen met tekenaar Dick Vlottes. Een weergaloos succes.
Zelf werd ik op het sportieve vlak ook steeds meer gegrepen door dit virus waartegen geen vaccin bestand is. Golf laat je intrinsiek zien wie je bent. En daarnaast kom je op de mooiste plekken, en mag je met dank aan de krant in deze, wedstrijden volgen all over the world. Met als absolute hoogtepunten The Masters en het Britse Open. Jarenlang. Geweldig, wat een ervaring en wat een leerschool is dat. Werken met en tussen de grote toppers, spannende gesprekken voeren en interessante verhalen kunnen schrijven; een boeiend leven in alle opzichten. Op honderden banen in binnen- en buitenland speelde ik het universele spel. En leerde ik de verschillen kennen tussen vooral linksgolf en het spelen op bos- en heidebanen, heuvelachtige parcoursen, polderholes en wat al niet meer.
/Geef mij maar de echte golfbanen. Liefst aan zee. Meanderend door duin en gorse, aaneengesloten in het zanderige landschap. De wind speels in de haren. In de zilte lucht de geur van vis. Verre horizonten vanaf hoge tees. Samen onderweg in verbindende eenvoud./
De Telegraaf ging intussen door. Met het door ReVed laten organiseren van golfclinics onder leiding van de Amerikaanse golf- doctor Gary Wiren uit Florida en zijn crew, eerst op Spaarnwoude en Brunssum, gevolgd door onder meer Cruquius en banen elders in het land bereikte de krant veel nieuwe groei en aanwas. Het motto Lessen- Oefenen- Spelen, sloeg enorm aan. Ergo, er werden ook speciale golfreizen ontwikkeld waaronder een heel bijzondere. Op de advertorial Ga mee naar Ierland/ Rosa Penna/ Donegal, schreven meer dan 800 liefhebbers in. In een week tijd kon daar het begeerde lidmaatschap- van- een- club-golfkaartje worden verkregen. Daarmee kon bij iedere bij de NGF aangesloten golfclub tegen greenfee worden gespeeld!
Hoe was dat mogelijk? De NGF stond op zijn kop, maar ja, in die jaren was er van een GVB nog geen sprake en bepaalden de clubs wie wel en niet de baan in mochten. Was je lid van en echte erkende golfclub dan moest je worden toegelaten. En Rosa Penna was een echte golfclub. De eigenaar Frank King, was zowel de voorzitter, als secretaris en penningmeester van deze prachtige Ierse links, had een aantal uitstekend gekwalificeerde pro’s aan het werk, maar hij was ook nog eens een vooraanstaand lid van de Ierse Golf Federatie. Hoe officiëler kon je het krijgen. Na zeven dagen en korte nachten aan de Atlantische kust kwamen dan ook in korte tijd honderden nieuwe clubgolfers/sters terug naar ons land en bonsden op de deuren van de Noordwijkse, De Kennemer, De Pan en ga zo maar door. In naam van dit unieke media- initiatief van De Telegraaf: doe open de poort!
Even was het oorlog in Nederland- golfland, en helemaal toen ook de partij Dunhill samen met De Telegraaf optrok in een eigen landelijke competitie met een heuse finale op de Old Course van St. Andrews, het golfmekka van de wereld. Het was een ongekend avontuur voor alle finalisten. De reis naar Schotland/ St. Andrews, het weekend meemaken van de Dunhill Cup, oefenen op een van de schitterende banen in de East Neuk of Five, zaterdagavond met elkaar dineren in de Marquise samen met alle wereldtoppers en officials van de Royal and Ancient, en maandag zelf de Grande Finale spelen op de meest markante baan ter wereld, de Olde Course! Dit laatste onder leiding van good old Toto Strumphler namens de NGF, een powerman die naast golf en regel, ook erg veel hield van een goed glas rode wijn. Heerlijke erudiete vent, Toto. Tevens bron van veel grandioze golfverhalen. Dit fenomeen van De Telegraaf/Dunhill heeft bijna dertig jaar standgehouden en heeft alle deelnemende partijen (clubleden, clubs, NGF, de krant, Dunhill, en de ontwikkeling van de golfsport in ons land) heel veel goeds gebracht. Het GVB- kaartje niet in de laatste plaats!
Sponsors
Heel veel goeds hebben ook de sponsors van onze eigen prachtclub, de NVGJ, gedaan sinds deze vereniging op 28 maart 1994 in Hardelot het licht zag en in september van dat jaar de notaris passeerde. Voor de smeuïge verhalen en anekdotes over de oprichting en het verdere clubleven verwijs ik graag naar de voortreffelijke specials van NVGJ 15 jaar aan de hand van Anneke Groen, Madelon Barenbrug en Paul Mansoor en de full color NVGJ Magazines 2018 en 2019 onder eindredactie van Eric Korver en zijn medewerkers. Daarin straalde het licht vooral op de leden en hun dikwijls dolle avonturen, maar dat kon allemaal wel vooral met grote dank aan onze sponsors. Mensen vooral, die vanuit eigen kracht en/ of met steun van hun bedrijven, jarenlang steun hebben verleend. Support hebben gegeven zodat we ons konden blijven verenigen, ontwikkelen en van onze club een bijzondere sociëteit konden maken, tot op de dag van vandaag.
Vooral Piet van Kleef zaliger, Wim Breukink zaliger, Ton Enthoven, Tom van Eyk, Willy Hoogland, Eveline Jiskoot met haar grande professional Francesco, Aad Ouborg, Ruud van Breugel, Jur Raatjes, Jolanda Swart, Duca del Cosma, Fairway Golf Travel en anderen verdienen veel respect. Dat laatste verdienen wij als leden ook zelf, wees daarin niet al te bescheiden. Immers ons motto is en blijft dat we elkaar een leuke dag dienen te bezorgen en ten tweede dat we contacten moeten aangaan en onderhouden met elkaar, en verder in binnen en buitenland. Het laatste deel van onze existentiële parameters gaven we vorm en inhoud in twee door onze club geïnitieerde en uitgevoerde EMGJ’s/ European Masters for Golfplaying Journalists. De eerste op De Efteling, de tweede in Vaalsbroek/ Het Hoenshuis. En verder onze interlands met onze Duitse en Belgische vrienden. Voor alle Europese deelnemers/sters waren de twee EMGJ’s topdagen in ons land waarover nu nog steeds met veel eerbied en groot respect wordt gesproken.
Meinard Carper moet hier zeker ook even worden ‘gepluimstrijkt’, voor de vele inspanningen die hij samen met mij heeft ondernomen om deze NVGJ- happening tot een super en onvergetelijk geslaagd festijn te maken. En om het af te maken nog even de sponsors die ons toen enorm steunden met geld en goederen: Dunhill, Pro port, Enthoven Fashion Group, Faber Vlaggen, Terberg Leasing, Taylor Made en Lancia (hole in one auto!). Wat een weelde en wat was de penningmeester blij want zijn kas werd met het organiseren van deze toernooien weer wat ruimer. We profiteren er nog steeds van zelfs. De hoogste tijd dus om voor een derde ronde te gaan lijkt me een prima idee. Kennis, kunde en potentie genoeg in de club en een inspirerend doel om neer te zetten en naar toe te werken.
Kerstman
Ik schrijf dit stukje in mijn kleine studiootje onder het pannendak van mijn huis en wil er wel tot aan het einde van de avond mee doorgaan. Zo onwijs veel is er te vertellen over het unieke gezelschap dat we samen zijn: divers, kleurrijk, loyaal aan de erecode, sociaal, sportief en vibrerend. Onze wedstrijden, de verhalen, de diners, de ontmoetingen, alles bij elkaar een enorme schat die we koesteren. Gewoon omdat het waardevol is. Voor velen wellicht zelfs een belangwekkend onderdeel van het persoonlijke leven. De NVGJ….
Oh wacht even, mijn mobieltje trilt als een sidderaal. Ja hallo? Verrek ben jij dat Lia, wat is er? Ze zegt: ik zit beneden en hoorde net buiten dat liedje Ho Ho Ho. Heb jij dat niet gehoord. Ik zeg nee hoor, ik ben hard bezig hier. Ze zegt: ik ren naar buiten en zie ineens een witte streep door het heelal razen met een grote slee en elanden ervoor. Daar kwam dat geluid vandaan. Het klonk als jullie clublied. Zeker weten. Ik zeg tegen Lia: dan is de Kerstman wel erg vroeg dit jaar. Sinterklaas moet nog komen toch?! Ze zegt: Charles ik dacht dat het niet de Kerstman was, maar Jaap Homan. Doe niet zo gek, zeg ik. Hoe weet je dat zo zeker. Lia zegt: ik zag het parlement naast hem zitten. Het parlement? Ja, Ada. Zij had de teugels vast in handen. Hohoho, zo kan ie wel weer zeg ik..
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein
Onze preses verwoorde het keurig in zijn speech op de slotavond van de Redexim Nations Cup op Texel. “Everything is already said and done” True. Want van alle kanten kwamen de lovende woorden over de organisatie heen. Maar ook ik voel nog de behoefte om vanuit de buik van het peloton te reflecteren op wat een golfweek was van topgolf, chaos, vriendschap en een vleugje gezonde gekte. Friso, die hardnekkig links wil blijven - ik krijg hem elk jaar een beetje dichter bij de realiteit, maar het blijft trekken aan een dood paard. Stef, mijn avondmaatje, met wie ik elke ronde slag voor slag napraatte. Hannie, mijn pairingpartner, met wie het heerlijk spelen was, ook al telde onze score de eerste dag niet eens mee. En Marijke, die ’s ochtends in haar badjas even door de heg prikte op vakantiepark De Krim om me een koffie aan te reiken. Zij (en de rest) hadden namelijk wél de miljoen appjes voorafgaand aan het toernooi gelezen en cups meegenomen voor het apparaat in het chalet. Ik niet. Daar kreeg ik deze week meermaals op m’n kop voor van captain Hélène. “Je leest nooit wat, Anton.” En ze heeft gelijk. Hannie trouwens, die op de donderdag even verbaal uithaalde naar het Oostenrijkse duo, omdat onze Patrick Niederecker zo krankzinnig goed bleek te zijn, maar op zijn handicappasje vrolijk handicap 15 had staan. En met de 85%-regeling nog steeds 14 slagen meekreeg. Ik knapte gewoon op onze veertiende hole (hole 5). “Your handicap is an absolutely fucking joke” liet ik me ontvallen. En geloof me, daar was geen woord aan gelogen. Je moet het ook niet uitleggen als een verwijt (maar dat is het wel). Het was meer verbijsterende verwondering. Ik zou een been geven voor zijn ijzerspel. En zelf kan ik bij tijd en wijle een bal toch ook aardig raken? Geruchten gaan dat wij volgend jaar Peter van Weel (handicap -1,1) meenemen naar Engeland (South Sussex) en hem inschrijven met handicap 12. Louis dan. Elke avond was hij de hofnar van het Hanenhuus en gaf een optreden van formaat met danspasjes, zijn komische mimiek en ongebreideld enthousiasme. Wat is onze Friese vriend toch een vrolijke noot. En wat heb ik hem graag om me heen. Martijn, onze preses, vocht zich door de week heen met hevige rugpijn, maar bleef onverstoorbaar luisteren, lachen en motiveren. Is er iemand op aarde die beter kan luisteren dan Martijn? Ik betwijfel het. En wat ben ik blij dat ik hem inmiddels een echte vriend mag noemen. Sonja, ons culinaire wonder, die elke dag stiekem even een sigaretje met me ging doen. En daar zichtbaar van genoot. Sonja, het puntenwonder. Ze speelde twee dagen geweldig golf, maar kreeg het op de derde dag niet rondgebreid, tot haar grote frustratie. Pamela, mijn vriendinnetje. Als ik ze even mag lenen van Friso althans. Waarmee ik regelmatig even apart ging zitten om de wereld te fileren. We verbaasden ons over het zelfverklaarde intellectuele Nederland en haar dwalingen, over Ajax, over documentaires, over geldwolven, over Israël, over leeftijden die nooit bekend mogen worden… kortom: over alles wat belangrijk en onbelangrijk tegelijk is. En dan Hélène. Onze capitano. Wat ben ik trots op dit kanon. Hoe ze het neergezet heeft, hoe ze het team aanstuurde in haar debuut als captain van Team NL. En dat alles in nauwe samenwerking met de beste toernooidirecteur die de Nations Cup ooit gehad heeft: Cara. Ik weet nog goed dat ze ons mailde na de EMGJ in Portugal en vroeg wat er volgens ons nou echt anders moest als wij het zouden organiseren. Ik had een heel wensenlijstje opgestuurd, maar vooral gezegd: laten we het goed doen. Of niet. En dat kost centjes. Dat snapt iedereen. De kleine bijdrage die ik daaraan heb kunnen leveren door Redexim aan dit toernooi te koppelen als hoofdsponsor is dan ook bijzonder goed benut door Cara. En niet meer dan verdiend is ze ook uitgeroepen tot Lid van Verdienste voor de NVGJ. Meer dan waargemaakt. Wat een klasse. De Nations Cup was genieten. Met een grote G. Op de fantastische Texelse. Iwan, de eigenaar van De Krim, liep de hele week te glunderen. Herman de Bree van Redexim genoot zichtbaar van het internationale gezelschap. Het eten was elke dag geweldig geregeld door Anita Hiemstra en haar team. En de Orange Crew — René, Elaine, Ger, Madelon, Jolanda en Roland — draaide als een geoliede machine. Hans Botman hielp van afstand door het liveblog bij te houden. Honderden bezoekers op de site deze week door allerlei leden van de NVGJ en mensen van ver daarbuiten. We werden derde. Maar we wonnen op alle andere fronten. En dat bleek misschien nog wel het meest uit het minutenlange applaus dat kwam van de spelers zelf — de mensen die het op de baan hadden uitgevochten en zich elke dag volledig in de watten gelegd voelden. En nu, een paar dagen later, voel ik het nog. Niet alleen de spierpijn, maar ook het gemis van dat heerlijke, chaotische clubgevoel. De appgroep zwijgt inmiddels weer wat meer. Friso heeft ruzie met de stemwijzer, want hij blijft maar rechtser uitkomen dan hij eigenlijk wil zijn. Hélène is vermoedelijk al bezig met de teamsamenstelling voor 2026 als we de EMGJ Masters gaan spelen in Engeland. Of met 2027 als we naar Spanje lijken te gaan voor de volgende editie van de Nations Cup. Ikzelf zit op deze grijze zaterdagochtend met een kop echte bonenkoffie (zonder cup) terug te denken aan deze week. Aan Hannie, die de Oostenrijkers even ongemakkelijk deed voelen over hun handicap. En zorgde voor een paar holes Koude Oorlog. Waar iedereen last van had, ikzelf incluis, maar Hannie niet. Die maakte meteen een par voor drie punten op hole zes. Hahah! Maar ook aan Marijke, die in haar badjas de ochtendredding bracht. Aan Louis, die bewees dat dansen wél topsport is. Aan Martijn, die ondanks zijn rugpijn rechtop bleef. Aan Sonja, die lyrisch was over het eten in het Hanenhuus. Nou, dan weet je dat het goed zat. En aan Pamela — mijn sparringspartner, denker en wereldontleder. Het was geen golfweek. Het was een theaterstuk met heel veel hoofdrollen. Wat was het een mooie week! En ik? Ik stond er middenin. De man zonder cups, maar met een hart vol Texels geluk.
Ons gewaardeerde lid Cara de Vlaming is benoemd tot Lid van Verdienste van de NVGJ. Als toernooidirecteur van de Redexim Nations Cup stak ze de afgelopen maanden talloze uren in de organisatie van het geslaagde evenement op onze homecourse De Texelse. ,,Het hele team vrijwilligers heeft kneiterhard gewerkt maar de toernooidirectrice mag extra in het zonnetje gezet worden'', zei NVGJ-voorzitter Martijn Paehlig bij de uitreiking van de oorkonde op Texel.
Terwijl op Texel tout journalistiek golfend Europa zich heeft verzameld voor de Nations Cup, hebben Peter Luijer en ik in de luwte onze finale van de matchplay gespeeld. In sommige van de verslagen op de site, ben je al 1000 woorden verder voordat het over golf gaat, en met de verkiezingen voor de deur, en brandhaarden over de hele wereld is er genoeg om over te schrijven. Maar dit gaat vooral over golf. Na een superspannende halve finale tegen de onverslaanbaar geachte Peter van W, ging ik met aardig wat zelfvertrouwen de finale tegen die andere Peter in. De laatste weken speelde ik vrij steady, en m’n hcp was ondertussen gezakt naar 11.8 (hopelijk genoeg om van het duikboot label af te komen). De finale was eerst gepland voor 1 oktober, maar wat fysiek malheur zorgde voor vertraging. Mijn knie weigerde dienst na een potje tennis, en bij Peter was het de rug die voor onwilligheid zorgde. We hebben even overwogen om met een buggy de baan in te gaan, maar uiteindelijk toch lopend de 18 holes kunnen voltooien. Uit eerdere verslagen van de matchplay wedstrijden van Peter wist ik ongeveer wat ik kon verwachten. Alles recht, midden fairway en geen gekke dingen. En dat bleek. Over de complete 18 holes was er 1 hole waar Peter na z’n tee shot niet op de fairway lag (daarover later meer). De omstandigheden Spelen in oktober kan van alles betekenen. Regen, storm, kou, veel blaadjes op de baan, ballen verliezen omdat ze zo diep geplugd liggen dat ze onvindbaar blijken. Maar niets van dat alles. Zoals een echte top baan betaamt, was ook het weer tot in de puntjes geregeld. Geen regen, geen wind, geen blaadjes, en lekker spelen zonder jas in je polo, wat wil je nog meer? De baan zelf was in top conditie. Net als de halve finale een genot om te spelen. Prachtige holes, boterzachte greens met veel grip. Het was mijn eerste keer dat ik meedeed aan het matchplay tournooi, maar zeker niet m’n laatste.Vooraf wist ik niet dat halve finale en de finale op zulke schitterende banen zou worden gespeeld. Matchplay is al een superleuk spel, en dan ook nog het aanlokkelijk vooruitzicht van het spelen op deze topbanen is genoeg motivatie. En daarnaast proberen om zo lang mogelijk er voor te zorgen dat je geen verslag hoeft te schrijven. Pro like begin We begonnen allebei heel goed aan de ronde. Ik stond na 5 holes 1 boven de baan, maar Peter na 6 holes zelfs 1 onder de baan, en ik 3 down. De parren, greens in regulation en een birdie vlogen me om de oren. Had deze man echt hcp 14? Ik begon een beetje te begrijpen wat Peter van Weel moest hebben gevoeld toen ik tegen hem opeens allemaal parren maakte. De Cruciale hole De eerder genoemde hole waar Peter z’n teeshot miste was hole 7. Een korte par 4 (nog geen 300 meter). Zijn tee shot belandde 50 meter verder in de hei, z’n twee lag ook in de hei, en met 5 lag hij nog niet op de green. Ik had een wedge naar binnen, en voelde een kans om terug te komen van 3down. Vlag was rechts gepositioneerd vlak bij de diepe greenside bunker. Wedge naar binnen was iets rechts van de vlag. Valt op de fringe, maar bounced daarna tot mijn ongeloof in de bunker. Daarna ging er van alles mis. Long story short(er): Peter wint de hole met een triple bogey. Ipv 2 down is het 4 down. The Comeback? Ik moest een paar keer diep adem halen, flink intern vloeken, en mezelf moed inpraten. Een halve finale scenario van 5 down na 7 diende zich weer aan. Als het van vijf down kan, dan ook van vier down. Holes 8 en 9 was ik toch beetje van de leg, maar wist ik nog met moeite te halven. Daarna knop om, en met als motto ‘gewoon goed spelen, meer kan je niet doen’ proberen om dichterbij te komen. Hole 10 wist ik te winnen, maar de par 5 hole 11 ging weer verloren door slordig te putten. Ook de daarop volgende holes werden gehalved incl de hole waar ik een slag moest geven (Peter kreeg 2 slagen mee). Het spel werd steeds beter, de parren volgden elkaar op, en Peter moest toch ergens wel een keer een fout gaan maken? Een nieuwe Peter in town? Maar nee, dat deed Peter dus niet. Tee shots bleven midden fairway, en dat ik 30 meter verder lag, betekent nog niet dat de hole makkelijk binnen te halen is. Op 16 was het gedaan. Zijn tweede schot met (ik vermoed rescue of houtje 7) was een zeldzame mishit van het type hazenneuker, maar rolde wel feilloos langs de bunker de green op. Als het zo’n dag is dat alles lukt, dan valt dit ook net goed. Ik had een wedge naar binnen, maar kwam niet verder dan par. Die maakt hij ook en daarmee was het 3 /2 Pieken op het juiste moment De laatste holes wisten we ook beide te parren. Met als resultaat dat we allebei hele goede ronde hebben gelopen en tevreden de 18e hole afkwamen. Als je verliest, terwijl je 36 stableford punten scoort, kun je moeilijk ontevreden zijn. Peter maakt er een whopping 43. Dat is pieken op het juiste moment! Nogmaals gefeliciteerd. Ik kan wel iets meer van jouw rust en course management gebruiken. Kan natuurlijk niet afsluiten zonder Jolanda te bedanken voor haar steun aan matchplaytournooi. Zoals Schwarzenegger al zei: I’ll be back.