Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
24.11.2020
Hoe het begon, vraagt Hans Botman, en je eerste rondje en dat soort zaken. Maakt niet uit hoe lang, als je het maar snel inlevert. Succes man!
De Club
“Genoeg voor vandaag Charles. Genoeg voor altijd. Je hebt er geen barst aan gedaan. Dat zie ik zo, ga maar naar huis”, liet de Engelse golfpro van de net opgerichte Noord-Hollandse Golfclub (DNHGC) me op een ijskoude winterdag weten. Het was in het begin van de jaren tachtig. Ik was daar net lid geworden, dit op dringend of beter gezegd dwingend advies van Robbie van Erven Dorens. “Lessen, oefenen en dan spelen”, luidde diens motto, “want anders kun je het wel vergeten”.
Jawel onze nationale golfgoeroe was streng en sprak met gezag. Met een derdehands setje Slazenger golfclubs in een nogal afgeleefd tasje dat ik van Robbie had meegekregen, meldde ik me dan ook top- gemotiveerd bij de clubsecretaris aan voor lessen bij de clubpro, ene Peter Ackerley. Een vreemde vogel maar tegelijk ook een bijzondere kerel. Dat kwam zo.
Op een morgen, vlak na mijn aanmelding, ging de telefoon. “Met Ackerley”, hoorde ik. “Peter Ackerley. U heeft bij mij wat lessen geboekt. Tien om precies te zijn. Komt U maandagmorgen maar. Precies ja, om half acht. See you”. Ik wilde nog zeggen dat me dat tijdstip niet echt goed beviel. Wilde daarover praten want sportjournalisten bij kranten werden geacht in de weekenden te werken en wel tot aan het sluiten van de laatste edities. Ergens om half drie in de ochtend. Maar oké, ik ging slaperig tot en met, naar mijn eerste les en het was ijskoud, dat weet ik nog heel goed. Maar Ackerley stond erbij alsof hij net uit een stoomcabine was gekomen: dunne pantalon, polootje en katoenen truitje eroverheen. “Slight litte breeze today, Charles”, lachte hij me goedmoedig toe, en ik begreep de boodschap. Niet liggen mierenneuken, niet zeuren en zeveren, gewoon aanpakken, goed luisteren en oefenen.
Ik had best wel talent, liet Ackerley me wat later na de les minzaam weten, maar er moest dan nog wel flink wat werk worden verzet. Veel oefenen en tot volgende week maandag, zelfde tijd, oké? Ik zei ja, maar er kwam die week niet veel van terecht. Van oefenen niet en van les twee de volgende maandagmorgen ook niet. Zelfs met het ijzer-7 kreeg ik geen goeie bal van het gras. “Ga maar naar huis Charles”, baste Ackerley. “We stoppen er mee. Als je echt wilt gaan golfen dan moet je daar vol overgave aan werken en er niet de kantjes van aflopen. Ik kan mijn tijd wel beter besteden. Tot ziens”. Maar ik heb al betaald voor tien lessen, riep ik hem nog na terwijl hij gedecideerd weg beende. Tevergeefs.
Ik pakte mijn setje bij elkaar en verliet toch best wel wat geërgerd, de toen nog 9 holes van Sluispolder. Wat een zeperd, wat een vreemde vogel die pro, dacht ik. Geheel ten onrechte natuurlijk, maar ik baalde wel op dat moment. Nog het meest van mezelf! Tot mijn verrassing ging een dag later de telefoon. “Met Ackerley. Charles als je alsnog golf serieus wilt nemen en dus wilt oefenen en trainen, kan ik je nog inplannen voor een lesje. Neen, niet eerder dan over twee weken. Dan kijken we nog één keer of…”. Ja ik zal er zijn meneer Ackerley, liet ik hem weten, en trainde vervolgens alle volgende dagen minimaal een vol uur. Vóór acht uur s’- morgens. Het ging steeds beter en op les 2 kwam aan het einde de schouderklop van de pro. Les 3 zei hij, zijn de lessen 1 en 2 bij elkaar opgeteld, en meestal leidt dat tot een goed resultaat. Hij had natuurlijk gelijk, moest ik bekennen. Want nog steeds speel ik met groot plezier, en vol overgave een leuke handicap. En denk ik nog veel aan deze aparte, kleurrijke en bijzondere vogel, die helaas alweer van de aardbol is verdwenen. Veel te vroeg als je het mij vraagt.
Intussen moest ik het regelexamen afleggen waarbij we van regeldocent ir. Keverling-Buisman absoluut niet bij elkaar mochten afkijken. Sic! De ingenieur die werkte bij het reactorcentrum Petten bleek een wreedaard die a. scherp lette op het correct uitvoeren van zijn instructies en, b. heel graag multiple choice- vragen stelde waarop verschillende antwoorden goed waren. De meest originele waardeerde hij dan met een voldoende, maar bij een discutabel antwoord werd met een zogenaamd grapje verteld dat niet B maar C het juiste was en dat Pieterse, Janssen, Gerritsen, Berkhouwer en Taylor hun huiswerk voortaan beter moesten doen. Desondanks scoorde ik net aan een voldoende en omdat mijn praktijkexamen prima in orde was, kreeg ik wat nu het golfvaardigheidsbewijs heet. Lekker spelen op de club, iedere zaterdag weekendcompetities en als het kon, woensdags de Herenmiddagen.
De Krant
Op de krant werd de golfsport omarmd tot in de hoogste kringen. Enkele directieleden, marketeers en de hoofdredactie zagen potentie in dit nieuwe fenomeen dat in ons land tot begin jaren tachtig slechts rond de 30.000 clubleden kende; nu bijna 400.000. En des Telegraafs: waarin wordt geloofd, daar wordt over de hele breedte keihard aangepakt. Er werd op ons initiatief een contract gesloten in Londen om de portretrechten en handtekening van Jack Nicklaus / nog steeds de beste golfer ter wereld/ te bemachtigen, en daarnaast startte Telesport met een strip op de sportpagina’s gevolgd door een instructieboekwerkje Leer Golf Met Jack Nicklaus. De oplage was 48.000 stuks. Robbie en ikzelf hebben er zes weken achter elkaar aan gewerkt, samen met tekenaar Dick Vlottes. Een weergaloos succes.
Zelf werd ik op het sportieve vlak ook steeds meer gegrepen door dit virus waartegen geen vaccin bestand is. Golf laat je intrinsiek zien wie je bent. En daarnaast kom je op de mooiste plekken, en mag je met dank aan de krant in deze, wedstrijden volgen all over the world. Met als absolute hoogtepunten The Masters en het Britse Open. Jarenlang. Geweldig, wat een ervaring en wat een leerschool is dat. Werken met en tussen de grote toppers, spannende gesprekken voeren en interessante verhalen kunnen schrijven; een boeiend leven in alle opzichten. Op honderden banen in binnen- en buitenland speelde ik het universele spel. En leerde ik de verschillen kennen tussen vooral linksgolf en het spelen op bos- en heidebanen, heuvelachtige parcoursen, polderholes en wat al niet meer.
/Geef mij maar de echte golfbanen. Liefst aan zee. Meanderend door duin en gorse, aaneengesloten in het zanderige landschap. De wind speels in de haren. In de zilte lucht de geur van vis. Verre horizonten vanaf hoge tees. Samen onderweg in verbindende eenvoud./
De Telegraaf ging intussen door. Met het door ReVed laten organiseren van golfclinics onder leiding van de Amerikaanse golf- doctor Gary Wiren uit Florida en zijn crew, eerst op Spaarnwoude en Brunssum, gevolgd door onder meer Cruquius en banen elders in het land bereikte de krant veel nieuwe groei en aanwas. Het motto Lessen- Oefenen- Spelen, sloeg enorm aan. Ergo, er werden ook speciale golfreizen ontwikkeld waaronder een heel bijzondere. Op de advertorial Ga mee naar Ierland/ Rosa Penna/ Donegal, schreven meer dan 800 liefhebbers in. In een week tijd kon daar het begeerde lidmaatschap- van- een- club-golfkaartje worden verkregen. Daarmee kon bij iedere bij de NGF aangesloten golfclub tegen greenfee worden gespeeld!
Hoe was dat mogelijk? De NGF stond op zijn kop, maar ja, in die jaren was er van een GVB nog geen sprake en bepaalden de clubs wie wel en niet de baan in mochten. Was je lid van en echte erkende golfclub dan moest je worden toegelaten. En Rosa Penna was een echte golfclub. De eigenaar Frank King, was zowel de voorzitter, als secretaris en penningmeester van deze prachtige Ierse links, had een aantal uitstekend gekwalificeerde pro’s aan het werk, maar hij was ook nog eens een vooraanstaand lid van de Ierse Golf Federatie. Hoe officiëler kon je het krijgen. Na zeven dagen en korte nachten aan de Atlantische kust kwamen dan ook in korte tijd honderden nieuwe clubgolfers/sters terug naar ons land en bonsden op de deuren van de Noordwijkse, De Kennemer, De Pan en ga zo maar door. In naam van dit unieke media- initiatief van De Telegraaf: doe open de poort!
Even was het oorlog in Nederland- golfland, en helemaal toen ook de partij Dunhill samen met De Telegraaf optrok in een eigen landelijke competitie met een heuse finale op de Old Course van St. Andrews, het golfmekka van de wereld. Het was een ongekend avontuur voor alle finalisten. De reis naar Schotland/ St. Andrews, het weekend meemaken van de Dunhill Cup, oefenen op een van de schitterende banen in de East Neuk of Five, zaterdagavond met elkaar dineren in de Marquise samen met alle wereldtoppers en officials van de Royal and Ancient, en maandag zelf de Grande Finale spelen op de meest markante baan ter wereld, de Olde Course! Dit laatste onder leiding van good old Toto Strumphler namens de NGF, een powerman die naast golf en regel, ook erg veel hield van een goed glas rode wijn. Heerlijke erudiete vent, Toto. Tevens bron van veel grandioze golfverhalen. Dit fenomeen van De Telegraaf/Dunhill heeft bijna dertig jaar standgehouden en heeft alle deelnemende partijen (clubleden, clubs, NGF, de krant, Dunhill, en de ontwikkeling van de golfsport in ons land) heel veel goeds gebracht. Het GVB- kaartje niet in de laatste plaats!
Sponsors
Heel veel goeds hebben ook de sponsors van onze eigen prachtclub, de NVGJ, gedaan sinds deze vereniging op 28 maart 1994 in Hardelot het licht zag en in september van dat jaar de notaris passeerde. Voor de smeuïge verhalen en anekdotes over de oprichting en het verdere clubleven verwijs ik graag naar de voortreffelijke specials van NVGJ 15 jaar aan de hand van Anneke Groen, Madelon Barenbrug en Paul Mansoor en de full color NVGJ Magazines 2018 en 2019 onder eindredactie van Eric Korver en zijn medewerkers. Daarin straalde het licht vooral op de leden en hun dikwijls dolle avonturen, maar dat kon allemaal wel vooral met grote dank aan onze sponsors. Mensen vooral, die vanuit eigen kracht en/ of met steun van hun bedrijven, jarenlang steun hebben verleend. Support hebben gegeven zodat we ons konden blijven verenigen, ontwikkelen en van onze club een bijzondere sociëteit konden maken, tot op de dag van vandaag.
Vooral Piet van Kleef zaliger, Wim Breukink zaliger, Ton Enthoven, Tom van Eyk, Willy Hoogland, Eveline Jiskoot met haar grande professional Francesco, Aad Ouborg, Ruud van Breugel, Jur Raatjes, Jolanda Swart, Duca del Cosma, Fairway Golf Travel en anderen verdienen veel respect. Dat laatste verdienen wij als leden ook zelf, wees daarin niet al te bescheiden. Immers ons motto is en blijft dat we elkaar een leuke dag dienen te bezorgen en ten tweede dat we contacten moeten aangaan en onderhouden met elkaar, en verder in binnen en buitenland. Het laatste deel van onze existentiële parameters gaven we vorm en inhoud in twee door onze club geïnitieerde en uitgevoerde EMGJ’s/ European Masters for Golfplaying Journalists. De eerste op De Efteling, de tweede in Vaalsbroek/ Het Hoenshuis. En verder onze interlands met onze Duitse en Belgische vrienden. Voor alle Europese deelnemers/sters waren de twee EMGJ’s topdagen in ons land waarover nu nog steeds met veel eerbied en groot respect wordt gesproken.
Meinard Carper moet hier zeker ook even worden ‘gepluimstrijkt’, voor de vele inspanningen die hij samen met mij heeft ondernomen om deze NVGJ- happening tot een super en onvergetelijk geslaagd festijn te maken. En om het af te maken nog even de sponsors die ons toen enorm steunden met geld en goederen: Dunhill, Pro port, Enthoven Fashion Group, Faber Vlaggen, Terberg Leasing, Taylor Made en Lancia (hole in one auto!). Wat een weelde en wat was de penningmeester blij want zijn kas werd met het organiseren van deze toernooien weer wat ruimer. We profiteren er nog steeds van zelfs. De hoogste tijd dus om voor een derde ronde te gaan lijkt me een prima idee. Kennis, kunde en potentie genoeg in de club en een inspirerend doel om neer te zetten en naar toe te werken.
Kerstman
Ik schrijf dit stukje in mijn kleine studiootje onder het pannendak van mijn huis en wil er wel tot aan het einde van de avond mee doorgaan. Zo onwijs veel is er te vertellen over het unieke gezelschap dat we samen zijn: divers, kleurrijk, loyaal aan de erecode, sociaal, sportief en vibrerend. Onze wedstrijden, de verhalen, de diners, de ontmoetingen, alles bij elkaar een enorme schat die we koesteren. Gewoon omdat het waardevol is. Voor velen wellicht zelfs een belangwekkend onderdeel van het persoonlijke leven. De NVGJ….
Oh wacht even, mijn mobieltje trilt als een sidderaal. Ja hallo? Verrek ben jij dat Lia, wat is er? Ze zegt: ik zit beneden en hoorde net buiten dat liedje Ho Ho Ho. Heb jij dat niet gehoord. Ik zeg nee hoor, ik ben hard bezig hier. Ze zegt: ik ren naar buiten en zie ineens een witte streep door het heelal razen met een grote slee en elanden ervoor. Daar kwam dat geluid vandaan. Het klonk als jullie clublied. Zeker weten. Ik zeg tegen Lia: dan is de Kerstman wel erg vroeg dit jaar. Sinterklaas moet nog komen toch?! Ze zegt: Charles ik dacht dat het niet de Kerstman was, maar Jaap Homan. Doe niet zo gek, zeg ik. Hoe weet je dat zo zeker. Lia zegt: ik zag het parlement naast hem zitten. Het parlement? Ja, Ada. Zij had de teugels vast in handen. Hohoho, zo kan ie wel weer zeg ik..
Paehlig vs De Jong 5 & 4 ''' 'Als ik het verhaal moet tikken dan wordt het een heel korte hoor. Iets van “Martijn speelde goed, Martijn heeft gewonnen”''', zegt Annette als good old Hans Woudstra op het terras van 'zijn' Zaanse vraagt hoe dat straks dan gaat als ik, ondanks dat ik 29 slagen moet geven, onverwacht toch zou weten te winnen. Onze oude vriend babbelde er vrolijk op los. Oude namen kwamen voorbij, herinneringen aan mooie dagen bij de club: '''ik heb pas geleden nog eens een jasje uit de kast getrokken met het oude nvgj-logo op de borst. Het zat wat ruim'' glimlachte de ook alweer bijna tachtiger voor hij ons uitzwaaide naar de eerste tee. De Zaanse dus. Dat is, ik geef het grif toe, niet mijn favoriete baan. Geen idee waarom, maar met sommige banen heb je nu eenmaal meer, met sommige wat minder. Al hielp het niet dat ik me stiekem ook verheugd had op een ronde op De Goyer, maar daarvoor niet geholpen werd door Friso die zich in de vorige ronde aan Annettes zegekar had laten binden. Zijn nederlaag, en verslag, bezorgde me bovendien de nodige bibbers. “Als iemand handicap 18 heeft op de waterrijke Zaanse, weet je één ding zeker: die slaat een rechte bal. En zo gebeurde op een zonovergoten baan. Annette was super degelijk vanaf de tee, prikte haar houtjes van de fairway recht vooruit, chipte alles netjes in de buurt van de vlag en wist zo de handvol extra slagen die ze kreeg op één na (gehalved) keurig te verzilveren”, schreef hij. Het was precies zoals de in Amsterdam opgegroeide Noord-Hollandse speelde. Niet ver maar alles rechtdoor. Het was echter niet de enige 'maar', er waren er nog twee. Maar 1: maar haar chippen en putten was niet altijd wat het zou moeten zijn. Maar 2: maar ook als het dat wel was geweest was het waarschijnlijk een lastig verhaal geworden ondanks de zes slagen (geen 29 Hans!). Na vijf holes had ik al vier birdieputts op het maximaal dertig centimeter van de cup gelaten, stond ik één boven par voor de ronde...en vier up voor de wedstrijd. Hans: 'En wat doen jullie dan als het na tien holes klaar is', zou toch niet bewaarheid worden? Gelukkig niet nee. Daarvoor was het te gezellig en bovendien herpakte Annette zich uitstekend. Een echte bogeygolfer. Net wat minder afstand, vrijwel alles recht en als je dan je bogeys maakt kom je snel naderbij. Bij het bereiken van de turn was het verschil weer 1 hole, maar na het keerpunt ging het ineens alsnog hard en het was waarschijnlijk vooral de par-5 twaalfde die het moraal bij Annette brak. Waar je banen kan hebben die je minder liggen, heb je dat ook met individuele holes, en Annette had dat met deze hole, zo zei ze nog voor we in de buurt van de tee waren gekomen. Dat gevoel werd er niet beter op toen ze ondanks herhaalde pogingen niet uit de greensidebunker kwam. Met de verkeerde bal ook nog eens constateerden we toen ze de hole op had gegeven. Ook dertien ging verloren na een bal in het water en toen ze op de par-3 veertiende een putt van minder dan een meter een 360 graden ererondje zag maken zonder te vallen en ik mijn korte putt wel maakte, was het ineens gedaan. Met nog vier holes te spelen was de achterstand te groot geworden om nog goed te kunnen maken. We speelden – we moesten toch die kant op – de par-5 vijftiende nog, maar besloten dat dat de laatste was. Tijd voor het terras, bier, bitterballen en mooie verhalen. Het verslag dat Annette voorzag bleek redelijk spot on. Al zou ik er nog wel wat aan toe willen voegen. Martijn speelde goed, Martijn heeft gewonnen, de Zaanse toonde zich van zijn beste kant en het was ontzettend gezellig.
Het is 16:00 uur op maandagmiddag als ik op de eerste teebox sta van Burnham & Barrow Golf Course. De zon schijnt en een Nederlandse vlag wappert in de harde westenwind. Klaar om de strijd aan te gaan met de baan, mijzelf én de wind. Er zijn echt dagen dat je een links course vervloekt. Aan de andere kant is het juist het mooiste wat er is. Wat veroorzaakt nou die tegenstelling tussen liefde en haat? De wind blaast met windkracht 5 vol in mijn gezicht op de eerste tee, direct voor het clubhuis. Zoveel gedachten gaan er door mijn hoofd, van genieten tot angst. Zoals Ben Hogan ooit zei: "Golf is a game of misses. The golfer who misses the best is going to win." Met die gedachte sla ik mijn houten 3 net rechts de rough in. Let's go.
Er zijn van die namen die je telkens weer tegenkomt in een vereniging als de onze, zonder dat je precies weet wie erachter schuilgaat. Ik spreek wellicht voor mezelf, maar de Joop van der Flier-trofee is er zo eentje. Elk jaar wordt ’ie uitgereikt aan de winnaar van onze befaamde matchplaycompetitie. En elk jaar staan die vijf woorden gegraveerd op de bokaal. Maar wie was Joop van der Flier? En waarom juist hij?
Match Play op Golfclub Zeegersloot: Een avond vol plezier, verbazing en uiteraard een klein drama. Ik had er weer zin in. Echt! De wedstrijd op Golfclub Zeegersloot in Alphen aan den Rijn stond op de planning tegen Willem. Een van de mooiste commerciële banen van Nederland, als je het mij vraagt. Verrassend uitdagend, mooie greens, echt een pareltje in de dop. Een aanrader voor iedereen die eens iets anders wil spelen dan de standaard banen. Dus wat doe je dan? Juist: je nodigt je tegenstander uit om daar een potje Match Play te komen spelen. Wie was mijn tegenstander? Willem dus. Vol goede moed en met meer enthousiasme dan talent begon ik aan de wedstrijd, die tevens rond 17u gepland stond. De zon scheen en het was top golf weer. En eerlijk is eerlijk: ik ging als een speer uit de startblokken! Ik stond zomaar ineens 2-up. Verrassend? Absoluut. Verbazingwekkend? Nog meer. Ik durf gerust te zeggen dat Willem zelf ook even z’n wenkbrauwen optrok. Maar ja… dan begint het echte werk natuurlijk pas. Willem, met z’n single handicap, begon langzaam warm te draaien. En ik… tja, ik draaide vooral de verkeerde kant op. Toch had ik op de tweede negen nog een kans om weer van 2-up naar 1-up te komen. Maar zoals het een ware Match Play-leerling betaamt, liet ik die kans natuurlijk liggen. Het werd uitstel van executie. Op hol 13, zo’n moment waarop je denkt “als ik nu iets goeds doe, kan ik nog terugkomen”, maakte ik een fout waardoor ik die kans zag verdwijnen. En iedereen die er een beetje verstand van heeft (en zelfs ik) wist toen al hoe het zou eindigen. Hol 16, een par 3, werd het toneel van mijn ondergang. Als eerste de bal afslaan en dan voor je slaat bedenken dat je eigenlijk helemaal nog geen balletje bent verloren. Je voelt hem al aankomen, "plons" daar ging mijn bal. Willem besliste de wedstrijd met 2 vingers in zijn neus. Wat op een par 3 kan je tegen Willem deze fouten niet permitteren. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb genoten. Van de baan, van het weer, van de gezelligheid en vooral van Willem zijn spel. Het is ongekend hoe lekker hij kan golfen, zelfs als hij zelf zegt dat hij niet op z’n best is. En ik? Ik ben voorlopig nog lang niet goed genoeg voor een Match Play-toernooi. Maar ik blijf het proberen, wie weet over 3 jaar. Gelukkig was de borrel en het delen van een hapje de kers op de taart. Want hé, verliezen op zo’n mooie baan is toch nog altijd leuker dan thuis saai op de bank zitten?
Vandaag 7-7 stond er een matchplay-knaller op het programma: Madelon versus Peter, op het altijd imposante The International. Madelon – ondanks een onmenselijk vroege start uit Arnhem, op een tijdstip waarop alleen bakkers en vogels actief zijn – arriveerde in topvorm. De baan? Perfect. Strak gemaaid, snelle greens, en pinposities die vermoedelijk zijn uitgezet door iemand met een licht sadistische inslag. Gelukkig was de rough mild – Moeder Natuur liet ons nog een beetje ademhalen. Het weer kwam met het complete Hollandse assortiment: zon, regen, wolken en wind, allemaal tegelijk en zonder logica. Paraplu een beetje open, een beetje dicht. Repeat. De wedstrijd ging gelijk op. Het was stuivertje wisselen: eerst stond ik 2 up, toen 1 up, daarna ineens 1 down, en voor ik het wist 2 down. Kortom: een potje matchplay-twister. Op hole 16 moest er iets gebeuren. Tijd voor een hero shot! Helaas bleek mijn innerlijke Rory McIlroy vandaag met vakantie. Ik nam nét iets te veel risico – de bal had duidelijk andere plannen. Daarmee was de wedstrijd beslist in het voordeel van Madelon, die bal na bal rechtdoor bleef slaan en putts maakte alsof het niets was. Maar wat een dag. Mooie slagen (soms per ongeluk), eerlijke strijd en vooral veel plezier. En daar gaat het uiteindelijk om – elkaar een topdag bezorgen op de baan. De tweede mooiste overwinning van vandaag was het spelplezier. De eerste? De gele Peter na afloop natuurlijk. Madelon, dank voor de heerlijke dag en veel succes in de volgende ronde!
Niet alleen de wedstrijd was drukbezocht, ook op de prijzentafel was het dringen geblazen tijdens het Jaski Open. Zouden er leden zijn geweest die met lege handen naar huis gingen afgelopen vrijdag? Vast, maar het zullen er niet veel geweest zijn. En ze mochten zich nog beroepen op wel heel veel misfortuin bovendien, zoveel prijzen waren er te vergeven. Naast natuurlijk de prijzen voor de winnaars van de wedstrijd in zowel de A- als de B-categorie en de neary's en longest drives, werd een groot aantal leden verblijd met een prijs tijdens de traditionele loterij. Niels Terol was de gelukkigste van allemaal, hij was het die er met het door Jaski beschikbare kunstwerk vandoor ging, maar ook degenen die een van de andere prijzen in ontvangst mocht nemen deed dat met een grote glimlach. Nee, we spelen niet om de prijzen maar wat zijn we blij dat ze beschikbaar worden gesteld. Daarom langs deze weg nog maar eens dank aan de sponsoren van deze wedstrijd: Wil Hoogland en haar Jaski Art Gallery, Yulin Tjan die Foeke niet alleen met een lege portemonnee achterliet na zijn hole in one, de bijzondere petten van Bay Hill die door George Taylor uit Amerika mee waren genomen, de ballen van Nassau, de wijnen van Sonnenberg, het bijzonder kunstwerk van Ruud Onstein, en niet in de laatste plaats natuurlijk al het tafelzuur dat ter beschikking werd gesteld door Kesbeke. Foeke en Paul gaan er nog een flinke kluif aan krijgen die pot leeg te krijgen voor de volgende editie van het Jaski Open.