Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
15.07.2020
De sollicitatiebrief
Dank je wel, Jan Mennega, voor de sympathieke geste mij aan te wijzen als opvolger in de Estafette. Het past ook wel. Een jaar of drie, vier probeerde ik Jan warm te maken voor de NVGJ, elke keer als we elkaar zagen. De goede Jaap Homan mag hem hebben geïntroduceerd, ik heb Jan de club in gepraat. En nu moet ik hem weer missen, omdat hij zijn taak als opa belangrijker vindt. Terecht!
Zoals ik altijd gretig informeerde bij Jan hoe het bij FC Groningen ging, zo gretig informeerde ik de afgelopen jaren hoe het was zonder FC Groningen, helemaal zonder werk. Het was geweldig, zei hij, feitelijk had hij er veel eerder mee moeten ophouden. Ik onthield het en ervaar nu al bijna twee jaar hetzelfde.
Intussen hebben we Jan dus kwijtgespeeld bij de NVGJ, zoals we Jaap al jaren niet meer zien, Max en Gaele en Igor en Louis mondjesmaat, Gjalt nog wat vaker, Fred nog wat minder, Onno ook nog maar zelden, maar Fred Sochacki helemaal niet meer. Zo valt de provinciale schil langzaam weg en lijkt de NVGJ meer en meer exclusief gevormd te worden door de Hollanden en Utrecht.
Hoe was het 25 jaar geleden? Ik solliciteerde op 26 september 1994 bij de club die ik had leren kennen via een interview dat secretaris Leo van de Ruit gaf in De Journalist van twee weken daarvoor. Daarin stelde hij de NVGJ voor. ‘De opzet van de NVGJ moet zich nog uitkristalliseren, maar op dit moment staat de gezelligheid voorop’, aldus Leo. Dat uitkristalliseren heeft dus weinig om het lijf gehad, kunnen we inmiddels vaststellen.
Mij leek het wel wat, die gezelligheid van de NVGJ. Helaas was ik nog volstrekt onbekwaam: geen handicap (36 was de minimumeis), niet eens een Golfvaardigheidsbewijs. En ik schreef ook niet over golf. Aan de vraag of ik gezellig genoeg was voor de club van Leo, kwam de ballotagecommissie dus niet eens toe; mijn sollicitatiebrief werd weggehoond, althans niet met een lidmaatschap gehonoreerd.
De sollicitatiebrief
Een jaar later mocht ik alsnog lid worden, toen ik een handicapkaartje met 36 overlegde en de ballotagecommissie kon bevestigen te begrijpen dat het de bedoeling was na de rondjes bij het bier vooral sociaal verantwoorde onderwerpen aan te snijden. Liever geen discussies over politieke retorica, het fenomeen van de drogredeneringen, religie, charlatans die omarmd worden door de omroepen omdat ze goed zijn voor de kijkcijfers en dat soort flauwekul; niet gezellie.
Intussen had ik vijf jaar gedaan om officieel golfer te worden. Mijn eerste mep deelde ik uit in de zomer van 1990, bij het WK voetbal in Italië, waar alle geaccrediteerde journalisten een pas kregen voor alle sportaccommodaties, dus ook voor de golfbaan in Monza, naast het circuit. Dat bleek zo leuk, dat ik bij thuiskomst een tas met een half setje cadeau kreeg van mijn geliefde.
Bij de NVGJ had ik het vervolgens 25 jaar zeer naar mijn zin. Ik koester de momenten met Leon, heb me de lessen ingeprent van Ruud Onstein, mail met René Brouwer over literatuur en filosofeer in de auto met Marijke over alle andere zaken in het leven, ook die het leven soms ongezellig maken.
Een van de zelden genoemde, kleine genoegens van spelen in clubverband is het altijd weer grappige moment dat je vanuit de verte iemand herkent aan zijn of haar manier van lopen. Associatief golfen! Als je wilt weten waar Pim Donkersloot loopt, hoef je alleen maar te luisteren, maar veel van de anderen kun je herkennen aan hun loopje.
Pim is overigens een van de leden naar wie ik ook van korte afstand graag luister. Man met een zeldzaam grote rugzak verhalen, telg uit een roemrijk en enorm geslacht. Ik leerde zijn oom kennen, professor Nico Donkersloot, door het even sublieme als schrijnende oorlogsdagboek van Hanny Michaelis (‘De wereld waar ik buiten sta’), een pil van meer dan 1000 bladzijden. Ik las het boek met rode oortjes, verbijsterd door het stilistisch vermogen van de 20-jarige schrijfster – en natuurlijk de oorlogsterreur. Hanny werd verliefd op de twee keer zo oude Nico Donkersloot, zodat de hoogleraar Nederlandse letterkunde een interessante rol speelt in het boek. En op dit moment – as we speak – lees ik de zeer boeiende biografie van A. den Doolaard en kom ik Donkersloot weer voortdurend tegen, nu in zijn hoedanigheid van belangrijk recensent, onder het pseudoniem Anthony Donker. Kijk, zo blijf je je inschrijven voor de wedstrijden van de NVGJ — omdat er altijd wel iemand is met wie je het over gezellige dingen kunt hebben.
Ik geef het stokje over aan William, met wie ik trouwens ook nog talloze gezellige gesprekken hoop te voeren.
Wat kan golf toch een verschrikkelijk frustrerende sport zijn. Dat is natuurlijk geen nieuws voor het gros van de NVGJ'ers, die alles weten van fluffs, toppertje, slices en 3-putts. Ons motto is niet voor niets 'elkaar een leuke dag bezorgen', en niet 'these guys and girls are good'. Maar soms gaan de golfgoden wel heel ver met het geven van lesjes nederigheid.
**Winderig, maar warm ontvangen: NVGJ aanwezig bij Redexim Golfdag** Namens de NVGJ waren we op uitnodiging van Redexim en Barenbrug aanwezig bij de 35e editie van hun jaarlijkse Golfdag. Een traditie waar we als NVGJ graag bij aansluiten, zeker in een jaar waarin Redexim zich als trotse sponsor aan onze eigen Nations Cup heeft verbonden. Martijn Paehlig, Hélène Wiesenhaan, Peter Boogaard en ondergetekende mochten de eer van de vereniging hooghouden. En dat deden we op een plek van formaat: De Pan. De wind maakte het uitdagend, maar het Engelse karakter van de baan kwam er prachtig door tot zijn recht. Naast een stevige ronde golf stonden ook demonstraties van nieuwe machines op het programma, en was er bijzondere aandacht voor greenkeeper Marcel Bossinade. Hij ontving de Cees de Bree Innovation Award voor zijn niet-aflatende inzet en innovatieve werk op De Pan. Terecht en verdiend. Dank aan Redexim en Barenbrug voor de uitnodiging, de goede organisatie en het warme ontvangst. Wij kijken nu al uit naar oktober, wanneer we hen op Texel mogen ontvangen voor The Nations Cup.
Mijn golftas met een bagage van clubs, handschoenen, ballen maar vooral herinneringen. Van iedere club weet ik nog precies waarop ik kon vertrouwen. Mijn King Cobra Driver 10.5 was mijn beste maatje. Mijn Scotty Cameron met daarop de tekst “Bedankt voor 10 mooie Belek-jaren. Jouw golfvrienden” Het balletje waarmee ik de enige hole-in-one heb geslagen. Nu zijn het alleen nog maar emotionele herinneringen. Daar kunnen criminelen gelukkig niet aankomen.
Van radio tot televisie, van print tot fotografie: NVGJ'ers waren op vrijwel elk mediapunt aanwezig van het KLM Open. Een korte terugblik op het toernooi met al het werk van de NVGJ-ers. Voorzien van fantastische foto's van ons lid, Jan Kok.
De voorspellingen waren zo dramatisch dat Cara de dag voorafgaand de matchplay match belde om te checken of we wel moesten gaan. Het werd een go. Op Cara’s thuisbaan de Waterlandse scheen de zon in de ochtend. Dat was positief. Cara was positief en vrolijk. Ze speelde van geel. En hoe. Vaak lagen haar afslagen verder dan mijn vermoeide pogingen. Vermoeid, ja dat is de samenvatting van mijn spel. Een klein pijntje in de bil is een vermoeide tred geworden. Strompelen dus. En pijnscheuten bij iedere slag. Cara sloeg recht en ver. Ik in het hoge gras met strafballen tot gevolg. De achterstand ging snel naar niet meer in te halen. Het weer werd slechter en na 13 zijn we teruggegaan. Bijna droog. Ik afgegaan. 1 hole gewonnen. Nu langdurig pauze en niet meer spelen. Hup Cara, je was de beste.
Het woord van vandaag : ENERGIE Energie: de zon en wind vertaalde dit naar paraplu's op onze golfkarren die vervolgens zeeeer regelmatig door de wind omgeblazen werden, te lachwekkend ( wat doen we verkeerd?) Energie: heb je ook nodig in je lijf om een goede golfswing te kunnen maken. Helaas Pamela had op een avontuurlijke vakantie simpel met een teen tussen de deur gezeten: net een paar dagen weer schoenen aan en aan de asperines om vandaag een beetje te kunnen lopen. Ik ben een beetje te fanatiek met golfen en met mijn hypermobiliteit geeft dat weer heupproblemen.( hup wat paracetamol erin) Je begrijpt het al de lamme en de blinde liepen, wel heel gezellig, rond op de mooie golfbaan van Landgoed Bergvliet. Over onze scores zullen we het dus maar niet hebben, ballen zoeken was een terugkerend onderdeel, dat zegt genoeg. Toch komt kwaliteit altijd boven drijven en dan kijk ik met bewondering naar een prachtige approach van Pamela naar de green. Op enig moment was de energie echt op en lonkte het terras dus de laatste holes hebben we niet meer uitgespeeld. Gezellig nog een hapje gegeten met wel genoeg "praat" energie om elkaar weer wat beter te leren kennen: we hebben elkaar echt ontmoet!