Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
03.06.2021
Van wie de quote komt ga ik niet onthullen, maar zelden werden angstige momenten na een vroege nadelige tussenstand plastischer (en onsmakelijker, dat ook) omschreven dan door deze collega van de NVGJ. 'Drie down na drie is wel even een bruin streepje!', las ik op mijn scherm nadat ik een kort verslag van de wedstrijd tegen Hannie Verhoeven door had gegeven.
Ik kon het niet ontkennen en ik zag de krantenkoppen al voor me. 'Paehlig bezwijkt onder druk'. 'Kandidaat-voorzitter zakt door het ijs op homecourse'. 'Verhoeven stunt op Waterland' Het had allemaal op zijn plaats geweest, maar het liep (voor mij dan toch) gelukkig anders, al kwam ik nadrukkelijk met de schrik vrij.
De eerste schrik mocht ik al op het terras ontvangen. Tien slagen dacht ik te moeten geven door de driekwartregeling, maar mij werd al snel te verstaan gegeven dat dat niet klopte. 'Het zijn er een stuk meer hoor', lachte Hannie, om daar aan toe te voegen dat ik het maar even op moest zoeken terwijl zij wat uit de auto ging pakken. Een tactische zet? Misschien. Hoe dan ook, terwijl zij naar de auto liep om haar Arcosclip uit de auto te vissen ('Ik ben dol op het bijhouden van data'), zag ik dat me inderdaad vergist had en bleek de toch al moeilijke taak - tien slagen is gewoon veel - nog wat moeilijker.
Zeventien. Het bleken ze-ven-tien slagen. Het getal dat ik had gezien klopte wel, maar alleen als ik tegen een man had gespeeld die van rood wilde spelen. Het had gekund, iedereen moet spelen van de tee waar hij of zij zich het beste voelt, maar in dit geval was daarvan geen sprake. Hannie speelt goed, slaat de meeste ballen kaarsrecht, maar heeft niet de lengte om vanaf geel de strijd aan te gaan, ook al had ze daar nóg drie slagen extra mee gekregen. En dus kreeg ze er zeventien mee, alleen op de par-3 zestiende kreeg ze géén slag mee.
Aan mij dus zaak de wedstrijd in elk geval tot dat moment in leven te zien houden.
Al snel bleek echter dat dat nog een hele klus ging worden. Ik mocht dan wel recent mijn handicap verlaagd hebben met mijn beste rondje ooit, ook de tegenstander van vandaag deed goede zaken voor haar handicap. Niet op Waterland – 'We hadden hier met zijn drieën 21 punten na negen holes', haalde ze de moeizame ronde die we recent op de toen zeiknatte maar inmiddels kurkdroge baan in Amsterdam-Noord speelden in herinnering terug – maar wel in een van de (vele) rondjes nadien. Hannie is een veelspeelster. Met vriendinnen, maar ook gerust negen holes solo als dat zo uitkomt met een niet-golfende partner en 'angst' om weer naar de golfvriendinnen te bellen om wéér een golfafspraak te maken.
Veel spelen helpt en dat het met de vorm bij de vorig jaar lid geworden Brabantse wel goed zat, bleek dan ook al snel. Een bogey na een prachtige sandy op hole 1, een uitstekende par na een tactisch sterk gespeelde par-4 tweede, en een keurige bogey op de par-4 derde, en voor ik het wist stond ik – na twee dubbels en één bogey – na drie holes drie down.
Dit kon wel eens een lange (of juist korte) dag worden...
Golf op ons niveau is een dagvers product. De ene dag denk je door te hebben hoe het moet, de volgende dag kijk je angstig om je heen of de marshal je niet om je baanpermissie komt vragen. Zelf zeg ik altijd dat je par ergens rond handicap drie écht constant wordt, daarboven is het afwachten welke swing mee naar de baan is gekomen. Dat is geen valse bescheidenheid, maar een simpele constatering na twintig jaar golf. Soms zit het mee. Soms zit het tegen. En mijn start van de ronde hoorde duidelijk tot die laatste categorie, waarmee ik geenszins Hannies spel tekort wil doen. Dat was goed en solide. Dat van mijn niet.
Vanaf de vierde hole keerden de kansen echter. Na een par voor een halve op de par-3 vierde, maakte ik ook op vijf en zes een par om wat dichterbij te komen, om met een dubbel op zeven de stand weer gelijk te trekken. Een score waarmee we de turn bereikten na een par van Hannie op de par-3 achtste en een par van ondergetekende op de par-5 negende.
Ineens zag ik weer perspectief, al bleef het vooruitzicht op de laatste negen holes acht slagen te moeten geven een pittig vooruitzicht. Het mocht dan wel A/S staan, mijn tegenstander speelde solide golf, raakte vanaf de tee het merendeel van de fairways, en nog altijd vraag ik me af waar ik de meeste slagen op de back-nine nou eigenlijk won. Kleine dingetjes. Een kort ijzer dat net teveel onder de bal doorgaat hier. Een wedge die net te dun geraakt wordt daar. En hier en daar wat onnodig gemiste putts.
Hoe dan ook. Na in een gelijke stand de turn te hebben bereikt, ging het snel. Ik won eerst tien, we halveden elf, en was daarna de beste op twaalf, dertien en veertien, waardoor het op de tee van de par-5 vijftiende ineens do or die was voor onze fotografe. Het werd die. Na drie goede klappen lag ik op de green en twee putts later stond er een par op mijn kaart waar ik ook – toch vooral opgelucht – '5&3' schreef, ten teken dat de partij erop zat.
Natúúrlijk won ze daarna de enige hole waar ze geen slag kreeg en maakte ze ook een knappe par op de par-3 zeventiende. Dat ik met een birdie de laatste hole won deed, net als de door mij verloren holes zestien en zeventien, niet meer ter zake, maar mocht niet onvermeld blijven. Precies wat ook gold voor het goede spel van mijn tegenstander die niet alleen dapper genoeg was om na de zware ronde op Waterland van vorige week opnieuw naar Amsterdam af te reizen, maar die vooral ook uitstekend speelde. De ruime uitslag deed geen recht aan de close-call die de wedstrijd eigenlijk was.
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein