Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
18.06.2025
Was dat een voorbode van wat komen ging? Frank stond voor mij op de driving range, sloeg prachtige ballen. Maar niet allemaal recht. Ik wist niet eens dat de trackman het kon melden bij ons, op Zeegersloot in Alphen aan den Rijn: ‘Out of Bounce’, met een rood kruis op het scherm. Heel ver rechts over het hek, richting de provinciale weg.
Ik sloeg mijn ballen veel minder ver, 160, 170 meter hooguit, maar wel rechtdoor. Zou het dan toch goedkomen vandaag, dacht ik even. Want vooraf schatte ik mijn kansen niet heel hoog in, zeker met het dramatische rondje in Dronten in gedachten.
Wij speelden onze partij in de eerste ronde pas op 17 juni, enkele dagen na de deadline vanwege langdurig blessureleed van Frank. Het was goedgekeurd door Louis, de baas van de Matchplay competitie zelf. Voordeel: we zaten beiden tot ver in juni in de winnersronde.
We hadden ons goed voorbereid, zelfs Frank die dat eigenlijk nooit doet, zei hij: hij gaat gewoon de baan in en doet zijn best. Maar getriggerd door de scorekaarten en handicaptabellen die ik mailde, met de uitleg dat als ik van blauw speelde, en hij – zoals ik aannam – van geel, ik evengoed nog zes slagen meekreeg. Hij met handicap 14.9 (ooit 10), ik met 25.7, hij met talent of minimaal aanleg, ik hooguit met enthousiasme.
Even had hij overwogen om van wit te spelen, vertelde hij bij de koffie. Waarom hij dat niet gedaan heeft weet ik niet meer, maar de boodschap was natuurlijk wel duidelijk. Net als toen hij vertelde dat hij regelmatig met vrienden speelde met handicap 25 en hij zich soms afvroeg bij sommige ballen: wat is er dan nog leuk aan golf?
Mijn handicap is 25.7. Ik denk dat hij het zich op dat moment niet eens realiseerde. Die vrienden legden hem uit dat ze het gewoon leuk vonden om een rondje te lopen, lekker buiten en dat ze genoten van de ballen die wél goed gingen. Geen slechte verklaring.
Par, par, par, par
Nog een relevante mededeling van Frank. Tijdens zijn beste rondje ooit ging hij met 79 slagen rond. Allemaal parren en een bogey (hmm, klopt dat wel? ). Ik moest daar aan denken na de eerste paar holes: par, par, par, par, double bogey, par. Allemaal van Frank. Op hole 2, de moeilijkste van de baan, vanwege de lengte: meer dan 200 meter met de houten drie, nog 150 met een zes (denk ik), comfortabel op de green, twee puttjes. Par, dus. Ik had hier een slag mee, maar met een 6 (toch 2 punten) heb je daar niets aan.
Onderweg hadden wij het over dingen. Onder meer over Zuid-Afrika waar de familie Huiges (man, vrouw, dochter Malu, Hawaiians voor ‘golf’, van ‘wave’) in de buurt van Kaapstad een huis hebben en daar drie maanden per jaar verbleven. Tot nu, want de dochter, 15, wil dit jaar serieus aandacht besteden aan school (VWO+), dus heeft even geen tijd om naar Zuid-Afrika te gaan. Over een paar jaar weer. We spraken onderweg dus over golfbanen, wine estates, het leven in Zuid-Afrika, waar ik (tijdens mijn inmiddels pakweg twintig rondreizen – min of meer werk - geweest ben), en hadden het naar ons zin.
Frank iets meer dan ik. Af en toe halfden we een hole, omdat Frank was gestopt met alleen maar parren te spelen en ik iets meer meedeed. Dat deed ik trouwens best oké: na die eerste vier parren van Frank had ik evengoed 7 stableford punten, al stond ik wel 4 down. Na 9 holes was het 5 down. We liepen door naar de tweede lus en kletsten alsof er niets aan de hand was.
Toch nog spannend?
Hole 10 halfden we, omdat ik een slag kreeg. Hole 11 en 12 (geen slag) won ik. Van de weeromstuit hole 13 ook en opeens was het nog maar 2 up. Geen parren meer van Frank, soms zelfs iets wat op een misser leek, iets degelijker spel van mij. ‘Dan ga je toch even opletten’, zei Frank later.
Na een half op 15 (beiden een bogey) verloor ik alsnog 16 en was de partij gespeeld: 3 up, 2 te gaan. ‘Het had veel erger kunnen zijn’, appte ik Louis, die zat te wachten op de uitslag: ‘Vijf down bij de turn. 3&2 voelde ook een beetje als een overwinning’. Hij vond dat een positieve kijk op de zaak. Of ik wel wilde meedoen aan de verliezersronde? Tuurlijk!
Frank en ik dronken nog bier op het terras en hadden het over zijn werk (Kassa, nu in dienst), over Iran, asielzoekers, over nog heel wat andere dingen, zoals over de banen waar we allemaal spelen met de NVGJ - wat we allemaal niet krijgen voor die 65 of 70 euro.
Frank bleek 36 punten te hebben gescoord, zakte naar 14.7, ik 33, bleef op hetzelfde niveau als van zijn vrienden. We waren allebei tevreden. En hebben elkaar op een aangename manier een stuk beter leren kennen.
Paehlig vs De Jong 5 & 4 ''' 'Als ik het verhaal moet tikken dan wordt het een heel korte hoor. Iets van “Martijn speelde goed, Martijn heeft gewonnen”''', zegt Annette als good old Hans Woudstra op het terras van 'zijn' Zaanse vraagt hoe dat straks dan gaat als ik, ondanks dat ik 29 slagen moet geven, onverwacht toch zou weten te winnen. Onze oude vriend babbelde er vrolijk op los. Oude namen kwamen voorbij, herinneringen aan mooie dagen bij de club: '''ik heb pas geleden nog eens een jasje uit de kast getrokken met het oude nvgj-logo op de borst. Het zat wat ruim'' glimlachte de ook alweer bijna tachtiger voor hij ons uitzwaaide naar de eerste tee. De Zaanse dus. Dat is, ik geef het grif toe, niet mijn favoriete baan. Geen idee waarom, maar met sommige banen heb je nu eenmaal meer, met sommige wat minder. Al hielp het niet dat ik me stiekem ook verheugd had op een ronde op De Goyer, maar daarvoor niet geholpen werd door Friso die zich in de vorige ronde aan Annettes zegekar had laten binden. Zijn nederlaag, en verslag, bezorgde me bovendien de nodige bibbers. “Als iemand handicap 18 heeft op de waterrijke Zaanse, weet je één ding zeker: die slaat een rechte bal. En zo gebeurde op een zonovergoten baan. Annette was super degelijk vanaf de tee, prikte haar houtjes van de fairway recht vooruit, chipte alles netjes in de buurt van de vlag en wist zo de handvol extra slagen die ze kreeg op één na (gehalved) keurig te verzilveren”, schreef hij. Het was precies zoals de in Amsterdam opgegroeide Noord-Hollandse speelde. Niet ver maar alles rechtdoor. Het was echter niet de enige 'maar', er waren er nog twee. Maar 1: maar haar chippen en putten was niet altijd wat het zou moeten zijn. Maar 2: maar ook als het dat wel was geweest was het waarschijnlijk een lastig verhaal geworden ondanks de zes slagen (geen 29 Hans!). Na vijf holes had ik al vier birdieputts op het maximaal dertig centimeter van de cup gelaten, stond ik één boven par voor de ronde...en vier up voor de wedstrijd. Hans: 'En wat doen jullie dan als het na tien holes klaar is', zou toch niet bewaarheid worden? Gelukkig niet nee. Daarvoor was het te gezellig en bovendien herpakte Annette zich uitstekend. Een echte bogeygolfer. Net wat minder afstand, vrijwel alles recht en als je dan je bogeys maakt kom je snel naderbij. Bij het bereiken van de turn was het verschil weer 1 hole, maar na het keerpunt ging het ineens alsnog hard en het was waarschijnlijk vooral de par-5 twaalfde die het moraal bij Annette brak. Waar je banen kan hebben die je minder liggen, heb je dat ook met individuele holes, en Annette had dat met deze hole, zo zei ze nog voor we in de buurt van de tee waren gekomen. Dat gevoel werd er niet beter op toen ze ondanks herhaalde pogingen niet uit de greensidebunker kwam. Met de verkeerde bal ook nog eens constateerden we toen ze de hole op had gegeven. Ook dertien ging verloren na een bal in het water en toen ze op de par-3 veertiende een putt van minder dan een meter een 360 graden ererondje zag maken zonder te vallen en ik mijn korte putt wel maakte, was het ineens gedaan. Met nog vier holes te spelen was de achterstand te groot geworden om nog goed te kunnen maken. We speelden – we moesten toch die kant op – de par-5 vijftiende nog, maar besloten dat dat de laatste was. Tijd voor het terras, bier, bitterballen en mooie verhalen. Het verslag dat Annette voorzag bleek redelijk spot on. Al zou ik er nog wel wat aan toe willen voegen. Martijn speelde goed, Martijn heeft gewonnen, de Zaanse toonde zich van zijn beste kant en het was ontzettend gezellig.
Het is 16:00 uur op maandagmiddag als ik op de eerste teebox sta van Burnham & Barrow Golf Course. De zon schijnt en een Nederlandse vlag wappert in de harde westenwind. Klaar om de strijd aan te gaan met de baan, mijzelf én de wind. Er zijn echt dagen dat je een links course vervloekt. Aan de andere kant is het juist het mooiste wat er is. Wat veroorzaakt nou die tegenstelling tussen liefde en haat? De wind blaast met windkracht 5 vol in mijn gezicht op de eerste tee, direct voor het clubhuis. Zoveel gedachten gaan er door mijn hoofd, van genieten tot angst. Zoals Ben Hogan ooit zei: "Golf is a game of misses. The golfer who misses the best is going to win." Met die gedachte sla ik mijn houten 3 net rechts de rough in. Let's go.
Er zijn van die namen die je telkens weer tegenkomt in een vereniging als de onze, zonder dat je precies weet wie erachter schuilgaat. Ik spreek wellicht voor mezelf, maar de Joop van der Flier-trofee is er zo eentje. Elk jaar wordt ’ie uitgereikt aan de winnaar van onze befaamde matchplaycompetitie. En elk jaar staan die vijf woorden gegraveerd op de bokaal. Maar wie was Joop van der Flier? En waarom juist hij?
Match Play op Golfclub Zeegersloot: Een avond vol plezier, verbazing en uiteraard een klein drama. Ik had er weer zin in. Echt! De wedstrijd op Golfclub Zeegersloot in Alphen aan den Rijn stond op de planning tegen Willem. Een van de mooiste commerciële banen van Nederland, als je het mij vraagt. Verrassend uitdagend, mooie greens, echt een pareltje in de dop. Een aanrader voor iedereen die eens iets anders wil spelen dan de standaard banen. Dus wat doe je dan? Juist: je nodigt je tegenstander uit om daar een potje Match Play te komen spelen. Wie was mijn tegenstander? Willem dus. Vol goede moed en met meer enthousiasme dan talent begon ik aan de wedstrijd, die tevens rond 17u gepland stond. De zon scheen en het was top golf weer. En eerlijk is eerlijk: ik ging als een speer uit de startblokken! Ik stond zomaar ineens 2-up. Verrassend? Absoluut. Verbazingwekkend? Nog meer. Ik durf gerust te zeggen dat Willem zelf ook even z’n wenkbrauwen optrok. Maar ja… dan begint het echte werk natuurlijk pas. Willem, met z’n single handicap, begon langzaam warm te draaien. En ik… tja, ik draaide vooral de verkeerde kant op. Toch had ik op de tweede negen nog een kans om weer van 2-up naar 1-up te komen. Maar zoals het een ware Match Play-leerling betaamt, liet ik die kans natuurlijk liggen. Het werd uitstel van executie. Op hol 13, zo’n moment waarop je denkt “als ik nu iets goeds doe, kan ik nog terugkomen”, maakte ik een fout waardoor ik die kans zag verdwijnen. En iedereen die er een beetje verstand van heeft (en zelfs ik) wist toen al hoe het zou eindigen. Hol 16, een par 3, werd het toneel van mijn ondergang. Als eerste de bal afslaan en dan voor je slaat bedenken dat je eigenlijk helemaal nog geen balletje bent verloren. Je voelt hem al aankomen, "plons" daar ging mijn bal. Willem besliste de wedstrijd met 2 vingers in zijn neus. Wat op een par 3 kan je tegen Willem deze fouten niet permitteren. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb genoten. Van de baan, van het weer, van de gezelligheid en vooral van Willem zijn spel. Het is ongekend hoe lekker hij kan golfen, zelfs als hij zelf zegt dat hij niet op z’n best is. En ik? Ik ben voorlopig nog lang niet goed genoeg voor een Match Play-toernooi. Maar ik blijf het proberen, wie weet over 3 jaar. Gelukkig was de borrel en het delen van een hapje de kers op de taart. Want hé, verliezen op zo’n mooie baan is toch nog altijd leuker dan thuis saai op de bank zitten?
Vandaag 7-7 stond er een matchplay-knaller op het programma: Madelon versus Peter, op het altijd imposante The International. Madelon – ondanks een onmenselijk vroege start uit Arnhem, op een tijdstip waarop alleen bakkers en vogels actief zijn – arriveerde in topvorm. De baan? Perfect. Strak gemaaid, snelle greens, en pinposities die vermoedelijk zijn uitgezet door iemand met een licht sadistische inslag. Gelukkig was de rough mild – Moeder Natuur liet ons nog een beetje ademhalen. Het weer kwam met het complete Hollandse assortiment: zon, regen, wolken en wind, allemaal tegelijk en zonder logica. Paraplu een beetje open, een beetje dicht. Repeat. De wedstrijd ging gelijk op. Het was stuivertje wisselen: eerst stond ik 2 up, toen 1 up, daarna ineens 1 down, en voor ik het wist 2 down. Kortom: een potje matchplay-twister. Op hole 16 moest er iets gebeuren. Tijd voor een hero shot! Helaas bleek mijn innerlijke Rory McIlroy vandaag met vakantie. Ik nam nét iets te veel risico – de bal had duidelijk andere plannen. Daarmee was de wedstrijd beslist in het voordeel van Madelon, die bal na bal rechtdoor bleef slaan en putts maakte alsof het niets was. Maar wat een dag. Mooie slagen (soms per ongeluk), eerlijke strijd en vooral veel plezier. En daar gaat het uiteindelijk om – elkaar een topdag bezorgen op de baan. De tweede mooiste overwinning van vandaag was het spelplezier. De eerste? De gele Peter na afloop natuurlijk. Madelon, dank voor de heerlijke dag en veel succes in de volgende ronde!
Niet alleen de wedstrijd was drukbezocht, ook op de prijzentafel was het dringen geblazen tijdens het Jaski Open. Zouden er leden zijn geweest die met lege handen naar huis gingen afgelopen vrijdag? Vast, maar het zullen er niet veel geweest zijn. En ze mochten zich nog beroepen op wel heel veel misfortuin bovendien, zoveel prijzen waren er te vergeven. Naast natuurlijk de prijzen voor de winnaars van de wedstrijd in zowel de A- als de B-categorie en de neary's en longest drives, werd een groot aantal leden verblijd met een prijs tijdens de traditionele loterij. Niels Terol was de gelukkigste van allemaal, hij was het die er met het door Jaski beschikbare kunstwerk vandoor ging, maar ook degenen die een van de andere prijzen in ontvangst mocht nemen deed dat met een grote glimlach. Nee, we spelen niet om de prijzen maar wat zijn we blij dat ze beschikbaar worden gesteld. Daarom langs deze weg nog maar eens dank aan de sponsoren van deze wedstrijd: Wil Hoogland en haar Jaski Art Gallery, Yulin Tjan die Foeke niet alleen met een lege portemonnee achterliet na zijn hole in one, de bijzondere petten van Bay Hill die door George Taylor uit Amerika mee waren genomen, de ballen van Nassau, de wijnen van Sonnenberg, het bijzonder kunstwerk van Ruud Onstein, en niet in de laatste plaats natuurlijk al het tafelzuur dat ter beschikking werd gesteld door Kesbeke. Foeke en Paul gaan er nog een flinke kluif aan krijgen die pot leeg te krijgen voor de volgende editie van het Jaski Open.