Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
21.10.2020
Doordat het clubhuis van de Hoge Kleij dicht is spreken Carien van Beek en ik elkaar in De Groene Afslag, nu een trendy horecagelegenheid met duurzaamheid in het hoogste vaandel, na de Tweede Wereldoorlog het interneringskamp Crailo – een plek waar Cariens’ vader bijna was ondergebracht, zoals zij schrijft in haar boek Verzet en SS, Het verzwegen verleden van een vader. Het boek wordt binnenkort officieel gepresenteerd en dat is de aanleiding voor onze afspraak met ons onvolprezen lid Carien.
Carien werkte er zeven jaar aan, in de periode tussen 2010 en 2017. Nu telt het een kleine 250 bladzijden, maar toen het in 2017 ‘af’ was, was het twee keer zo dik en bevatte het veel meer historische achtergronden dan in deze uitgave terecht is gekomen. Het vele schrappen gebeurde onder invloed van de uitgever, die meer zag in het verslag van een persoonlijke speurtocht naar het tamelijk bijzondere oorlogsverleden van haar vader. Van wie zij altijd dacht dat hij ‘goed’ was geweest en ondergedoken had gezeten, tot zij opeens, tussen neus en lippen door, van een neef te horen krijgt: ‘Dat verhaal over jouw vaders onderduik bij opa en oma klopt niet hoor. Hij was een landverrader. Hij heeft gevochten in Rusland.’
In het boek heet Carien Cecilia Debagis, haar man Jeroen, haar vader George: ‘Vernoemd naar zijn verzetsnaam’, vertelt ze in De Groene Afslag. Alle namen in het boek, ‘min of meer historisch verantwoord’, zijn veranderd maar de personen, van familieleden zoals haar moeder, tantes en neven en mensen die zij op haar speurtocht tegenkomt, leven of hebben geleefd.
Obsessief op zoek
Verzet en SS gaat over George, maar minstens zoveel over Cecilia, over hoe zij obsessief op zoek gaat naar het verleden van haar vader. Aanvankelijk had Carien niet het idee om van haar naspeuringen een verslag te maken, in wat voor vorm dan ook. ‘Anders had ik in het begin de dingen wel nauwkeuriger opgeschreven. Eerst wilde ik alleen maar weten hoe het nu werkelijk zat met mijn vader. Al die tegenstrijdige dingen, in het verzet én NSB’er. Hoe kon dat?’ Maar naar mate ze meer mensen spreekt en dingen leest in de archieven van het NIOD en het Nationaal Archief, komt de (afgestudeerde) antropologe in haar boven. Om meer te kunnen begrijpen van de tijd waarover zij leest en hoort, bezoekt ze gastcolleges aan de Universiteit van Amsterdam: Europese geschiedenis, Duitse geschiedenis, maar ook over jazzmuziek, want haar vader van was ook jazzmuzikant. En over het Katholicisme dat een steeds nadrukkelijker rol lijkt te spelen bij keuzes die haar vader en anderen in die tijd hebben gemaakt. De Russen en niet de Duitsers vormden het ware gevaar voor het katholieke geloof; kerken werden verbrand en geestelijken vermoord.
Letterlijk in voetsporen van George
Ze gaat bij haar onderzoek nog verder, zoals ze heeft geleerd: ‘Als antropoloog moet je gaan kijken, voelen, ervaren. Je moet mensen spreken, niet alleen maar achter je bureau studeren.’ Ze maakt reizen waarbij ze plaatsen bezoekt, waar haar vader opgesloten of gelegerd is geweest. Ze reist naar het oosten van Oekraïne en Rusland, zo’n beetje letterlijk in de voetsporen van George. ‘Maar dat moest in de winter. Ik wilde zelf weten hoe het is om daar bij 35 graden onder nul te lopen. Ik moest het vóelen.’ Nu ligt er een boek, waarin zwart en wit niet lijken te bestaan, waarin vrienden elkaar verraden en waarin grote aantallen Nederlanders, na de oorlog, zo slecht blijken te zijn als nazi’s tijdens de oorlog. Ze houdt er rekening mee dat het heftige reacties te weeg gaat brengen. ‘Ik zie wel wat voor shit ik over me geen ga krijgen’, vertelt ze, bij de koffie. Dat de geschiedenis behoorlijk is verbouwd had ze al eerder gehoord, van historicus Chris van der Heijden, die het eerste exemplaar ook in ontvangst zal nemen: ‘Er waren misschien 45.000 Nederlanders echt actief geweest in het verzet maar naar de oorlog leken het er wel een miljoen.’
Haar onderzoek werpt stap voor stap licht op de bizarre geschiedenis van haar vader, van kort voor tot na de oorlog. In het kort: hij neemt deel aan de Februaristaking van 1941 waardoor hij zijn baan verliest, tekent later, dronken gevoerd door een vriend, bij de Waffen-SS, deserteert uiteindelijk en duikt onder. Tijdens die periode wordt hij opgenomen in een verzetsgroep. Direct na de bevrijding fietst hij naar Amsterdam om het feest mee te vieren, maar hij wordt opgepakt, nu door de Nederlandse politie, door een vriend aangegeven, die wist dat hij een tijd bij de Waffen-SS had gezeten.
‘Geen haar beter dan de nazi’s’
George zit twee jaar vast, in onder meer één van de beruchtste interneringsplekken van Amsterdam: de Levantkade, zonder enige vorm van proces. ‘In de voormalige kampen van de bezetter’, schrijft Carien, ‘namen Nederlanders op mensonterende wijze wraak op ‘foute’ Nederlanders. Wat daar gebeurde, zou even erg zo niet erger zijn geweest dan wat de nazi’s deden tijdens de oorlog, de vernietigingskampen uitgesloten uiteraard. Als dat klopt zijn bepaalde Nederlanders geen haar beter dan de nazi’s en moet een aantal hoofdstukken in onze geschiedenisboeken nodig herschreven worden.’
George trouwt later met de moeder van Carien. Haar moeder wordt in het boek niet ontzien, onder meer door de vermelding dat zij zich Cariens’ kindsdeel van de erfenis had toegeëigend. Waarom, vraag ik Carien, deze ontboezeming over haar moeder? ‘Omdat alles open moest. Het was een opeenstapeling van de dingen. Dat iedereen in mijn omgeving wist van de geschiedenis van mijn vader, behalve ik.’ Haar moeder heeft het boek uiteindelijk niet meer kunnen lezen. ‘In het begin’, zegt Carien, ‘heeft ze me steeds gezegd te stoppen met mijn onderzoek. Hou er toch mee op, je vader was goed, klaar. Maar uiteindelijk was ze toch trots: als iemand kan uitvinden hoe het precies zat, ben jij het wel.’
Wandelen van Canterbury naar Rome
Het jarenlange zwijgen en de schokkende gebeurtenissen die ze vindt, tasten ook haar gezondheid aan: ze raakt aan een arm verlamd. Ze kreeg het advies te gaan wandelen. ‘Een goede manier om te verwerken, je gedachten laten gaan.’ Ook dat deed ze op z’n Cariens, geen half werk: ‘Mijn man en ik zijn in etappes van Canterbury naar Rome gelopen, 1800 km. Voor éen van die etappes heeft Karel
van de Graaf ons nog een keer afgezet bij Calais, na een paar dagen met de NVGJ bij Hardelot.’ Het wandelen werkt louterend en inmiddels is ze alweer een aantal jaren volledig genezen. Goed en fout – meer dan ooit bleken het diffuse begrippen, leerde Carien, zoals ze ontdekte dat een oorlog ook zoveel meer kanten heeft. ‘Hij is door de ene vriend erin geluisd door hem dronken te voeren en hem bij de Waffen-SS te laten tekenen. Door een andere vriend verraden, ofschoon hij wist dat George ook in het verzet had gezeten en ongelooflijk veel spijt had van zijn tijd bij de SS.’
Huilend in het Nationaal Archief
Haar onderzoek heeft haar een vollediger beeld gegeven van haar vader. Waarom heeft ze het voor anderen ook opgeschreven in een boek? ‘Ik heb van zoveel mensen gehoord dat ze vragen hebben over hun ouders, over grootouders. Ik heb in het Nationaal Archief mensen zien huilen toen ze dossiers over hun opa en oma zaten te lezen. Misschien kan ik andere mensen ook helpen met dit verhaal. Om te laten zien dat de werkelijkheid soms veel complexer is dan we geneigd zijn om te denken.’
De officiële presentatie van het boek op 22 oktober kan vanwege de corona maatregelen niet doorgaan. In plaats daarvan is Carien op die dag bij Tijd voor Max, op NPO 1 tussen 17.10 en 18.00 om te vertellen over haar boek en haar zoektocht.
Verzet en SS, het verzwegen verleden van een vader. ISBN 9789082947076, € 21,99, vanaf 22oktober verkrijgbaar in de (online) boekhandel
Uitgeverij: Schaep14
René Brouwer
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein
Onze preses verwoorde het keurig in zijn speech op de slotavond van de Redexim Nations Cup op Texel. “Everything is already said and done” True. Want van alle kanten kwamen de lovende woorden over de organisatie heen. Maar ook ik voel nog de behoefte om vanuit de buik van het peloton te reflecteren op wat een golfweek was van topgolf, chaos, vriendschap en een vleugje gezonde gekte. Friso, die hardnekkig links wil blijven - ik krijg hem elk jaar een beetje dichter bij de realiteit, maar het blijft trekken aan een dood paard. Stef, mijn avondmaatje, met wie ik elke ronde slag voor slag napraatte. Hannie, mijn pairingpartner, met wie het heerlijk spelen was, ook al telde onze score de eerste dag niet eens mee. En Marijke, die ’s ochtends in haar badjas even door de heg prikte op vakantiepark De Krim om me een koffie aan te reiken. Zij (en de rest) hadden namelijk wél de miljoen appjes voorafgaand aan het toernooi gelezen en cups meegenomen voor het apparaat in het chalet. Ik niet. Daar kreeg ik deze week meermaals op m’n kop voor van captain Hélène. “Je leest nooit wat, Anton.” En ze heeft gelijk. Hannie trouwens, die op de donderdag even verbaal uithaalde naar het Oostenrijkse duo, omdat onze Patrick Niederecker zo krankzinnig goed bleek te zijn, maar op zijn handicappasje vrolijk handicap 15 had staan. En met de 85%-regeling nog steeds 14 slagen meekreeg. Ik knapte gewoon op onze veertiende hole (hole 5). “Your handicap is an absolutely fucking joke” liet ik me ontvallen. En geloof me, daar was geen woord aan gelogen. Je moet het ook niet uitleggen als een verwijt (maar dat is het wel). Het was meer verbijsterende verwondering. Ik zou een been geven voor zijn ijzerspel. En zelf kan ik bij tijd en wijle een bal toch ook aardig raken? Geruchten gaan dat wij volgend jaar Peter van Weel (handicap -1,1) meenemen naar Engeland (South Sussex) en hem inschrijven met handicap 12. Louis dan. Elke avond was hij de hofnar van het Hanenhuus en gaf een optreden van formaat met danspasjes, zijn komische mimiek en ongebreideld enthousiasme. Wat is onze Friese vriend toch een vrolijke noot. En wat heb ik hem graag om me heen. Martijn, onze preses, vocht zich door de week heen met hevige rugpijn, maar bleef onverstoorbaar luisteren, lachen en motiveren. Is er iemand op aarde die beter kan luisteren dan Martijn? Ik betwijfel het. En wat ben ik blij dat ik hem inmiddels een echte vriend mag noemen. Sonja, ons culinaire wonder, die elke dag stiekem even een sigaretje met me ging doen. En daar zichtbaar van genoot. Sonja, het puntenwonder. Ze speelde twee dagen geweldig golf, maar kreeg het op de derde dag niet rondgebreid, tot haar grote frustratie. Pamela, mijn vriendinnetje. Als ik ze even mag lenen van Friso althans. Waarmee ik regelmatig even apart ging zitten om de wereld te fileren. We verbaasden ons over het zelfverklaarde intellectuele Nederland en haar dwalingen, over Ajax, over documentaires, over geldwolven, over Israël, over leeftijden die nooit bekend mogen worden… kortom: over alles wat belangrijk en onbelangrijk tegelijk is. En dan Hélène. Onze capitano. Wat ben ik trots op dit kanon. Hoe ze het neergezet heeft, hoe ze het team aanstuurde in haar debuut als captain van Team NL. En dat alles in nauwe samenwerking met de beste toernooidirecteur die de Nations Cup ooit gehad heeft: Cara. Ik weet nog goed dat ze ons mailde na de EMGJ in Portugal en vroeg wat er volgens ons nou echt anders moest als wij het zouden organiseren. Ik had een heel wensenlijstje opgestuurd, maar vooral gezegd: laten we het goed doen. Of niet. En dat kost centjes. Dat snapt iedereen. De kleine bijdrage die ik daaraan heb kunnen leveren door Redexim aan dit toernooi te koppelen als hoofdsponsor is dan ook bijzonder goed benut door Cara. En niet meer dan verdiend is ze ook uitgeroepen tot Lid van Verdienste voor de NVGJ. Meer dan waargemaakt. Wat een klasse. De Nations Cup was genieten. Met een grote G. Op de fantastische Texelse. Iwan, de eigenaar van De Krim, liep de hele week te glunderen. Herman de Bree van Redexim genoot zichtbaar van het internationale gezelschap. Het eten was elke dag geweldig geregeld door Anita Hiemstra en haar team. En de Orange Crew — René, Elaine, Ger, Madelon, Jolanda en Roland — draaide als een geoliede machine. Hans Botman hielp van afstand door het liveblog bij te houden. Honderden bezoekers op de site deze week door allerlei leden van de NVGJ en mensen van ver daarbuiten. We werden derde. Maar we wonnen op alle andere fronten. En dat bleek misschien nog wel het meest uit het minutenlange applaus dat kwam van de spelers zelf — de mensen die het op de baan hadden uitgevochten en zich elke dag volledig in de watten gelegd voelden. En nu, een paar dagen later, voel ik het nog. Niet alleen de spierpijn, maar ook het gemis van dat heerlijke, chaotische clubgevoel. De appgroep zwijgt inmiddels weer wat meer. Friso heeft ruzie met de stemwijzer, want hij blijft maar rechtser uitkomen dan hij eigenlijk wil zijn. Hélène is vermoedelijk al bezig met de teamsamenstelling voor 2026 als we de EMGJ Masters gaan spelen in Engeland. Of met 2027 als we naar Spanje lijken te gaan voor de volgende editie van de Nations Cup. Ikzelf zit op deze grijze zaterdagochtend met een kop echte bonenkoffie (zonder cup) terug te denken aan deze week. Aan Hannie, die de Oostenrijkers even ongemakkelijk deed voelen over hun handicap. En zorgde voor een paar holes Koude Oorlog. Waar iedereen last van had, ikzelf incluis, maar Hannie niet. Die maakte meteen een par voor drie punten op hole zes. Hahah! Maar ook aan Marijke, die in haar badjas de ochtendredding bracht. Aan Louis, die bewees dat dansen wél topsport is. Aan Martijn, die ondanks zijn rugpijn rechtop bleef. Aan Sonja, die lyrisch was over het eten in het Hanenhuus. Nou, dan weet je dat het goed zat. En aan Pamela — mijn sparringspartner, denker en wereldontleder. Het was geen golfweek. Het was een theaterstuk met heel veel hoofdrollen. Wat was het een mooie week! En ik? Ik stond er middenin. De man zonder cups, maar met een hart vol Texels geluk.
Ons gewaardeerde lid Cara de Vlaming is benoemd tot Lid van Verdienste van de NVGJ. Als toernooidirecteur van de Redexim Nations Cup stak ze de afgelopen maanden talloze uren in de organisatie van het geslaagde evenement op onze homecourse De Texelse. ,,Het hele team vrijwilligers heeft kneiterhard gewerkt maar de toernooidirectrice mag extra in het zonnetje gezet worden'', zei NVGJ-voorzitter Martijn Paehlig bij de uitreiking van de oorkonde op Texel.
Terwijl op Texel tout journalistiek golfend Europa zich heeft verzameld voor de Nations Cup, hebben Peter Luijer en ik in de luwte onze finale van de matchplay gespeeld. In sommige van de verslagen op de site, ben je al 1000 woorden verder voordat het over golf gaat, en met de verkiezingen voor de deur, en brandhaarden over de hele wereld is er genoeg om over te schrijven. Maar dit gaat vooral over golf. Na een superspannende halve finale tegen de onverslaanbaar geachte Peter van W, ging ik met aardig wat zelfvertrouwen de finale tegen die andere Peter in. De laatste weken speelde ik vrij steady, en m’n hcp was ondertussen gezakt naar 11.8 (hopelijk genoeg om van het duikboot label af te komen). De finale was eerst gepland voor 1 oktober, maar wat fysiek malheur zorgde voor vertraging. Mijn knie weigerde dienst na een potje tennis, en bij Peter was het de rug die voor onwilligheid zorgde. We hebben even overwogen om met een buggy de baan in te gaan, maar uiteindelijk toch lopend de 18 holes kunnen voltooien. Uit eerdere verslagen van de matchplay wedstrijden van Peter wist ik ongeveer wat ik kon verwachten. Alles recht, midden fairway en geen gekke dingen. En dat bleek. Over de complete 18 holes was er 1 hole waar Peter na z’n tee shot niet op de fairway lag (daarover later meer). De omstandigheden Spelen in oktober kan van alles betekenen. Regen, storm, kou, veel blaadjes op de baan, ballen verliezen omdat ze zo diep geplugd liggen dat ze onvindbaar blijken. Maar niets van dat alles. Zoals een echte top baan betaamt, was ook het weer tot in de puntjes geregeld. Geen regen, geen wind, geen blaadjes, en lekker spelen zonder jas in je polo, wat wil je nog meer? De baan zelf was in top conditie. Net als de halve finale een genot om te spelen. Prachtige holes, boterzachte greens met veel grip. Het was mijn eerste keer dat ik meedeed aan het matchplay tournooi, maar zeker niet m’n laatste.Vooraf wist ik niet dat halve finale en de finale op zulke schitterende banen zou worden gespeeld. Matchplay is al een superleuk spel, en dan ook nog het aanlokkelijk vooruitzicht van het spelen op deze topbanen is genoeg motivatie. En daarnaast proberen om zo lang mogelijk er voor te zorgen dat je geen verslag hoeft te schrijven. Pro like begin We begonnen allebei heel goed aan de ronde. Ik stond na 5 holes 1 boven de baan, maar Peter na 6 holes zelfs 1 onder de baan, en ik 3 down. De parren, greens in regulation en een birdie vlogen me om de oren. Had deze man echt hcp 14? Ik begon een beetje te begrijpen wat Peter van Weel moest hebben gevoeld toen ik tegen hem opeens allemaal parren maakte. De Cruciale hole De eerder genoemde hole waar Peter z’n teeshot miste was hole 7. Een korte par 4 (nog geen 300 meter). Zijn tee shot belandde 50 meter verder in de hei, z’n twee lag ook in de hei, en met 5 lag hij nog niet op de green. Ik had een wedge naar binnen, en voelde een kans om terug te komen van 3down. Vlag was rechts gepositioneerd vlak bij de diepe greenside bunker. Wedge naar binnen was iets rechts van de vlag. Valt op de fringe, maar bounced daarna tot mijn ongeloof in de bunker. Daarna ging er van alles mis. Long story short(er): Peter wint de hole met een triple bogey. Ipv 2 down is het 4 down. The Comeback? Ik moest een paar keer diep adem halen, flink intern vloeken, en mezelf moed inpraten. Een halve finale scenario van 5 down na 7 diende zich weer aan. Als het van vijf down kan, dan ook van vier down. Holes 8 en 9 was ik toch beetje van de leg, maar wist ik nog met moeite te halven. Daarna knop om, en met als motto ‘gewoon goed spelen, meer kan je niet doen’ proberen om dichterbij te komen. Hole 10 wist ik te winnen, maar de par 5 hole 11 ging weer verloren door slordig te putten. Ook de daarop volgende holes werden gehalved incl de hole waar ik een slag moest geven (Peter kreeg 2 slagen mee). Het spel werd steeds beter, de parren volgden elkaar op, en Peter moest toch ergens wel een keer een fout gaan maken? Een nieuwe Peter in town? Maar nee, dat deed Peter dus niet. Tee shots bleven midden fairway, en dat ik 30 meter verder lag, betekent nog niet dat de hole makkelijk binnen te halen is. Op 16 was het gedaan. Zijn tweede schot met (ik vermoed rescue of houtje 7) was een zeldzame mishit van het type hazenneuker, maar rolde wel feilloos langs de bunker de green op. Als het zo’n dag is dat alles lukt, dan valt dit ook net goed. Ik had een wedge naar binnen, maar kwam niet verder dan par. Die maakt hij ook en daarmee was het 3 /2 Pieken op het juiste moment De laatste holes wisten we ook beide te parren. Met als resultaat dat we allebei hele goede ronde hebben gelopen en tevreden de 18e hole afkwamen. Als je verliest, terwijl je 36 stableford punten scoort, kun je moeilijk ontevreden zijn. Peter maakt er een whopping 43. Dat is pieken op het juiste moment! Nogmaals gefeliciteerd. Ik kan wel iets meer van jouw rust en course management gebruiken. Kan natuurlijk niet afsluiten zonder Jolanda te bedanken voor haar steun aan matchplaytournooi. Zoals Schwarzenegger al zei: I’ll be back.
Ik maak me geen enkele zorgen over de uitslag van de Nations Cup. Althans waar het de inbreng van Louis Westhof betreft. In de eerste negen holes van onze wedstrijd in de verliezersronde van Mr. Glow, leek het nog nergens op, maar mede dankzij mijn altijd aanwezige positiviteit, maakte Louis er in de tweede helft een echte glanspartij van zodat hij welgemoed naar Texel kan afreizen. Lauswolt ligt niet naast mijn deur, maar gelukkig heb ik een zakenpartner die ik nodig eens langdurig moest spreken en die werkt één dag per week in Heerenveen. Dus drie uur overleg en een mooi rondje op een baan waar ik nooit eerder speelde leek en was een mooie combinatie. Daarbij komt dat ik Louis een van de aardige NVGJ-leden vind, geen groot ego en voorzien van ethische en politieke opvattingen die niet ver van de mijne liggen, dus wat kon er misgaan. Niet veel, zo bleek. Dit jaar is mijn spel in een neerwaartse spiraal terechtgekomen met 3 x het Kostertje als resultaat (gelukkig had de wedstrijdleiding de 3e keer clementie en werd de prijs niet uitgereikt). Ondanks allerlei lessen en gedoe kom ik steeds slechter van de tee box af. Ik ben al van driver, naar hout naar hybride gegaan, maar uiteindelijk eindigde ik vrijdag met mijn ijzer 5, en dat bleek eigenlijk best goed te werken. Vrijdag mocht ik eindelijk weer eens een score noteren die de goede kant uitgaat. We gingen de hele wedstrijd gelijk op, maar toen Louis in het laatste kwart par na par begon te maken, moest ik, ondanks mijn 11 slagen mee (!!), toch de witte vlag hijsen. Onderweg was het allemaal erg ontspannen, we genoten van de prachtige baan, af en toe viel er een spettertje regen, de wind was fors maar onder controle, de nazit gezellig, kortom: we bezorgden elkaar een prettige dag.
Het maken van een afspraak met Roland Reinders voor de kwartfinale van de herkansersronde van onze Mr.Glow Matchplay strijd was, zo bleek achteraf, meteen het moeilijkste onderdeel. Op de zaterdag van de match bleek de Alfred Dunhill Links Championship in St. Andrews Scotland vanwege slecht weer te zijn afgelast. Of formeeL: “Round 3 moved to Sunday as tournament reduced to 54 holes”. Het komt erop neer dat als de ballen door de wind van de green worden geblazen, de match wordt stil gelegd. Zo erg was het op de Utrechtse niet, maar…. In het clubhuis vroeg ik of we iets eerder de baan in konden. De dame achter de balie keek me bevreemd aan: “u kunt gaan wanneer u wil, er is niemand in de baan. De dreiging van regen, orkaan Amy en onweer had blijkbaar effect gehad. Vol vertrouwen betrad ik de teebox van hole 1. Ik had eerder die week op een par3 baan fantastisch gespeeld, dus hoopte op een herhaling van zetten. Roland ging eerst even inslaan om te tonen dat hij de strijd serieus nam. Dat bleek meteen vruchten af te werpen want hoewel onze handicaps niet ver uit elkaar liggen (zit een punt of 2 a 3 tussen), had Roland met zijn ijzers minder slagen nodig dan ik om op de green te komen. Misschien zijn scherpe oog als fotograaf, maar in elk geval lag ik eigenlijk telkens een of twee slagen achter op de green. En dan wordt winnen een lastige. Vanwege zijn voorsprong ging Roland iets meer risico nemen en maakte zelfs een paar serieuze missers, maar op de Utrechtse kun je rustig van de buur-fairway spelen. Zeker als de baan vrijwel verlaten is. Was het golfen nog vermeldenswaard? Ja die par van Roland op hole 5 (par4 van 273 meter over het water, op een haar na een birdie) was fraai, maar de donkere wolken kwamen nader. Op de foto de laatste droge hole met een fraaie regenboog, daarna barste het ‘los’ en kwamen we doorweekt in het clubhuis aan. Tot onze grote schrik (en mijn ergernis) kregen we geen biertje of bitterballen (waarvoor we vooraf betaald hadden) omdat de horeca aan een externe partij was verhuurd die avond. Ongelofelijk ongastvrij. Ik weet dat er eerder problemen zijn geweest met de horeca aldaar, dus wat mij betreft hoeft de NVGJ er niet meer te komen. Het was een heerlijke ronde met als slot een hemeldouche, maar ik heb ervan genoten. En veel succes Roland in de volgende ronde, die bitterballen houd je tegoed….