Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
21.10.2020
Doordat het clubhuis van de Hoge Kleij dicht is spreken Carien van Beek en ik elkaar in De Groene Afslag, nu een trendy horecagelegenheid met duurzaamheid in het hoogste vaandel, na de Tweede Wereldoorlog het interneringskamp Crailo – een plek waar Cariens’ vader bijna was ondergebracht, zoals zij schrijft in haar boek Verzet en SS, Het verzwegen verleden van een vader. Het boek wordt binnenkort officieel gepresenteerd en dat is de aanleiding voor onze afspraak met ons onvolprezen lid Carien.
Carien werkte er zeven jaar aan, in de periode tussen 2010 en 2017. Nu telt het een kleine 250 bladzijden, maar toen het in 2017 ‘af’ was, was het twee keer zo dik en bevatte het veel meer historische achtergronden dan in deze uitgave terecht is gekomen. Het vele schrappen gebeurde onder invloed van de uitgever, die meer zag in het verslag van een persoonlijke speurtocht naar het tamelijk bijzondere oorlogsverleden van haar vader. Van wie zij altijd dacht dat hij ‘goed’ was geweest en ondergedoken had gezeten, tot zij opeens, tussen neus en lippen door, van een neef te horen krijgt: ‘Dat verhaal over jouw vaders onderduik bij opa en oma klopt niet hoor. Hij was een landverrader. Hij heeft gevochten in Rusland.’
In het boek heet Carien Cecilia Debagis, haar man Jeroen, haar vader George: ‘Vernoemd naar zijn verzetsnaam’, vertelt ze in De Groene Afslag. Alle namen in het boek, ‘min of meer historisch verantwoord’, zijn veranderd maar de personen, van familieleden zoals haar moeder, tantes en neven en mensen die zij op haar speurtocht tegenkomt, leven of hebben geleefd.
Obsessief op zoek
Verzet en SS gaat over George, maar minstens zoveel over Cecilia, over hoe zij obsessief op zoek gaat naar het verleden van haar vader. Aanvankelijk had Carien niet het idee om van haar naspeuringen een verslag te maken, in wat voor vorm dan ook. ‘Anders had ik in het begin de dingen wel nauwkeuriger opgeschreven. Eerst wilde ik alleen maar weten hoe het nu werkelijk zat met mijn vader. Al die tegenstrijdige dingen, in het verzet én NSB’er. Hoe kon dat?’ Maar naar mate ze meer mensen spreekt en dingen leest in de archieven van het NIOD en het Nationaal Archief, komt de (afgestudeerde) antropologe in haar boven. Om meer te kunnen begrijpen van de tijd waarover zij leest en hoort, bezoekt ze gastcolleges aan de Universiteit van Amsterdam: Europese geschiedenis, Duitse geschiedenis, maar ook over jazzmuziek, want haar vader van was ook jazzmuzikant. En over het Katholicisme dat een steeds nadrukkelijker rol lijkt te spelen bij keuzes die haar vader en anderen in die tijd hebben gemaakt. De Russen en niet de Duitsers vormden het ware gevaar voor het katholieke geloof; kerken werden verbrand en geestelijken vermoord.
Letterlijk in voetsporen van George
Ze gaat bij haar onderzoek nog verder, zoals ze heeft geleerd: ‘Als antropoloog moet je gaan kijken, voelen, ervaren. Je moet mensen spreken, niet alleen maar achter je bureau studeren.’ Ze maakt reizen waarbij ze plaatsen bezoekt, waar haar vader opgesloten of gelegerd is geweest. Ze reist naar het oosten van Oekraïne en Rusland, zo’n beetje letterlijk in de voetsporen van George. ‘Maar dat moest in de winter. Ik wilde zelf weten hoe het is om daar bij 35 graden onder nul te lopen. Ik moest het vóelen.’ Nu ligt er een boek, waarin zwart en wit niet lijken te bestaan, waarin vrienden elkaar verraden en waarin grote aantallen Nederlanders, na de oorlog, zo slecht blijken te zijn als nazi’s tijdens de oorlog. Ze houdt er rekening mee dat het heftige reacties te weeg gaat brengen. ‘Ik zie wel wat voor shit ik over me geen ga krijgen’, vertelt ze, bij de koffie. Dat de geschiedenis behoorlijk is verbouwd had ze al eerder gehoord, van historicus Chris van der Heijden, die het eerste exemplaar ook in ontvangst zal nemen: ‘Er waren misschien 45.000 Nederlanders echt actief geweest in het verzet maar naar de oorlog leken het er wel een miljoen.’
Haar onderzoek werpt stap voor stap licht op de bizarre geschiedenis van haar vader, van kort voor tot na de oorlog. In het kort: hij neemt deel aan de Februaristaking van 1941 waardoor hij zijn baan verliest, tekent later, dronken gevoerd door een vriend, bij de Waffen-SS, deserteert uiteindelijk en duikt onder. Tijdens die periode wordt hij opgenomen in een verzetsgroep. Direct na de bevrijding fietst hij naar Amsterdam om het feest mee te vieren, maar hij wordt opgepakt, nu door de Nederlandse politie, door een vriend aangegeven, die wist dat hij een tijd bij de Waffen-SS had gezeten.
‘Geen haar beter dan de nazi’s’
George zit twee jaar vast, in onder meer één van de beruchtste interneringsplekken van Amsterdam: de Levantkade, zonder enige vorm van proces. ‘In de voormalige kampen van de bezetter’, schrijft Carien, ‘namen Nederlanders op mensonterende wijze wraak op ‘foute’ Nederlanders. Wat daar gebeurde, zou even erg zo niet erger zijn geweest dan wat de nazi’s deden tijdens de oorlog, de vernietigingskampen uitgesloten uiteraard. Als dat klopt zijn bepaalde Nederlanders geen haar beter dan de nazi’s en moet een aantal hoofdstukken in onze geschiedenisboeken nodig herschreven worden.’
George trouwt later met de moeder van Carien. Haar moeder wordt in het boek niet ontzien, onder meer door de vermelding dat zij zich Cariens’ kindsdeel van de erfenis had toegeëigend. Waarom, vraag ik Carien, deze ontboezeming over haar moeder? ‘Omdat alles open moest. Het was een opeenstapeling van de dingen. Dat iedereen in mijn omgeving wist van de geschiedenis van mijn vader, behalve ik.’ Haar moeder heeft het boek uiteindelijk niet meer kunnen lezen. ‘In het begin’, zegt Carien, ‘heeft ze me steeds gezegd te stoppen met mijn onderzoek. Hou er toch mee op, je vader was goed, klaar. Maar uiteindelijk was ze toch trots: als iemand kan uitvinden hoe het precies zat, ben jij het wel.’
Wandelen van Canterbury naar Rome
Het jarenlange zwijgen en de schokkende gebeurtenissen die ze vindt, tasten ook haar gezondheid aan: ze raakt aan een arm verlamd. Ze kreeg het advies te gaan wandelen. ‘Een goede manier om te verwerken, je gedachten laten gaan.’ Ook dat deed ze op z’n Cariens, geen half werk: ‘Mijn man en ik zijn in etappes van Canterbury naar Rome gelopen, 1800 km. Voor éen van die etappes heeft Karel
van de Graaf ons nog een keer afgezet bij Calais, na een paar dagen met de NVGJ bij Hardelot.’ Het wandelen werkt louterend en inmiddels is ze alweer een aantal jaren volledig genezen. Goed en fout – meer dan ooit bleken het diffuse begrippen, leerde Carien, zoals ze ontdekte dat een oorlog ook zoveel meer kanten heeft. ‘Hij is door de ene vriend erin geluisd door hem dronken te voeren en hem bij de Waffen-SS te laten tekenen. Door een andere vriend verraden, ofschoon hij wist dat George ook in het verzet had gezeten en ongelooflijk veel spijt had van zijn tijd bij de SS.’
Huilend in het Nationaal Archief
Haar onderzoek heeft haar een vollediger beeld gegeven van haar vader. Waarom heeft ze het voor anderen ook opgeschreven in een boek? ‘Ik heb van zoveel mensen gehoord dat ze vragen hebben over hun ouders, over grootouders. Ik heb in het Nationaal Archief mensen zien huilen toen ze dossiers over hun opa en oma zaten te lezen. Misschien kan ik andere mensen ook helpen met dit verhaal. Om te laten zien dat de werkelijkheid soms veel complexer is dan we geneigd zijn om te denken.’
De officiële presentatie van het boek op 22 oktober kan vanwege de corona maatregelen niet doorgaan. In plaats daarvan is Carien op die dag bij Tijd voor Max, op NPO 1 tussen 17.10 en 18.00 om te vertellen over haar boek en haar zoektocht.
Verzet en SS, het verzwegen verleden van een vader. ISBN 9789082947076, € 21,99, vanaf 22oktober verkrijgbaar in de (online) boekhandel
Uitgeverij: Schaep14
René Brouwer
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein