Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
15.02.2022
Kruimels. Zo noemen ze officieel alle sporen die je online achterlaat. Of het nu bewust geposte, of onbewust achtergelaten fragmenten van je (digitale) leven zijn, we laten ze allemaal achter. Henri van der Steen gebruikte die sporen de afgelopen weken om van vrijwel alle leden een (klein) portret(je) te maken. Hier en daar aangevuld met wat persoonlijke meningen. Hoog tijd om ook over de kwartaalschrijver een digitaal boekje open te doen.
Type de naam van onze vriend uit St. Michielsgestel in op Google en je krijgt binnen een halve seconde (0,47 seconde om precies te zijn) welgeteld 47.500.000 treffers die voldoen aan deze zoekterm. Na van de eerste schrik bekomen te zijn, bleek gelukkig dat het gros niet over onze Henri ging. Al op de eerste pagina met door Google als treffer aangemerkte resultaten treedt vervuiling op. Letterlijk. Want de daar beschreven Henry van der Steen is 27 jaar en rijdt al vanaf zijn derde motor en is nu trotse bestuurder van een 500cc raceduivel. Of neem de treffer op de vijfde pagina met resultaten. Daar maakten we kennis met Henry VanderSteen, een in 1903 geboren en in 1967 in Wisconsin overleden medewerker van een oliemaatschappij. En op pagina tien tenslotte, als laatste voorbeeld, komen we uit bij uitvaartverzorger Van der Steen, een kleine familieonderneming die u alle zorgen uit handen neemt in deze verdrietige tijd.
Goed, vooral veel missers dus, maar natuurlijk is er over Henri wel degelijk veel te vinden via de grootste zoekmachine. Al blijkt niet elke bron even rijk. De door LinkedIn geplaatste opmerking dat hij ‘hasn’t posted much lately’ mag gerust een understatement genoemd worden op zijn vooral lege pagina op het grote netwerk voor professionals. Twitter levert zelfs helemaal geen treffer op die naar onze golfvriend leidt. De twee Henri van der Steens die een account hebben, hebben deze allebei op slot staan, maar zijn duidelijk allebei niet degene waar we naar op zoek zijn: de een is gepensioneerd adviseur in de vollegrondsgroenteteelt en kleinfruit, de ander meldt niet meer dan ‘what’s up’. Niet bepaald Henri-taal. Facebook dan? Daar is hij wel te vinden. Met 213 vrienden liefst, waarvan vijf gemeenschappelijk. Ook hier weinig noemenswaardigs. Henri is in 2019 eens meegeweest naar een concert van Wende Snijders, maar voor de rest zijn het vooral jaarlijks terugkerende felicitaties op 30 juli, zijn verjaardag.
Op Youtube is het aantal treffers gelukkig stukken groter. De meeste clipjes zijn kort, minder dan een halve minuut, en bevatten een aankondiging van een later te houden interview. Mooi te zien hoe Henri zich ontwikkelt als camjo. In het eerste filmpje is het kader scheef en filmt hij zichzelf van onderaf. Even later is het beeld recht maar worstelt hij nog met de belichting. Om nog weer later rustig licht en een goed kader af te leveren, maar niet ín, maar naast de camera te kijken, naar de plek waar het in zijn bril weerspiegelende worddocument zijn script bevat. Dat hij ook nadrukkelijk voorleest.
We kennen Henri niet voor niets ook vooral als brenger van het geschreven woord en daar ligt dan ook het zwaartepunt van de treffers. Het zal niemand verbazen, want wie boeken zegt, denkt aan Henri, wie Henri zegt, denkt tegelijkertijd ook aan boeken. In welke volgorde je de woorden ook zet: ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Of het nu als verkoper (een 9,4 gemiddeld voor zijn handel op bol.com!), als lezer, als recensent of als schrijver is. Ze beheersen zijn leven. Zo’n vijf uur per dag zit hij met zijn neus in de boeken, althans, dat schreef hij zelf in 2012. Dat er nog tijd is om te golfen is nauwelijks voorstelbaar. En toch doet hij dat. Vaak zelfs. En sinds enkele jaren niet meer alleen per openbaar vervoer of meerijdend met een andere nvgj-er. Principes zijn goed, maar soms verdomde lastig als je op een afgelegen golfbaan een starttijd moet zien te halen. Hoe hij ook op de baan kwam en komt: het leverde hem tal van titels op, maar die handicap wil maar niet verder omlaag. Net de verkeerde instructiefilmpjes op Youtube gekeken? De spanning van de laatste holes toch te hoog? (Aanrader: Golf is not a game of perfect van Bob Rotella) Of toch dat abonnement op Golfers Magazine te snel opgezegd?
Van de boeken die hij schreef staat er één (Penalty, het trauma van oranje) in de kast van huize Paehlig, maar hij schreef meer sportboeken. Alleen al bij de webshop van De Slegte vonden we nog drie titels van zijn hand, al staat daar niet zijn biografie van Ruud van Nistelrooy tussen, oud-spits en misschien wel nieuwe hoofdtrainer van PSV. Bij een biografie van de hand van Henri vraag je je onwillekeurig af hoe dat tot stand is gekomen. Voetballers, geinterviewden in het algemeen, willen toch graag wat te zeggen hebben over hoe hetgeen ze zeiden op papier komt. Maar valt daarover met Henri te ‘onderhandelen’? Met zijn strenge opstelling dienaangaande is het nauwelijks voor te stellen. Vrij geinterpreteerd: er mag in de journalistiek best meer doorgebeten worden, mede door ondergetekende, al worden ook een aantal niet-leden op de vingers getikt. Ooit vertelde Henri me dat de term ‘off the record’ wat hem betrof niet bestond. “Dan had je het maar niet moeten zeggen”. Zelf ervoer ik dat eens toen ik, na een lange autorit, al mijn tijdverdrijvende gebabbel terugvond in het niet lang daarna gepubliceerde wedstrijdverslag. Ik probeer me voor te stellen hoe van Nistelrooy, of een van de vele andere topsporters, schrijvers of kunstenaars die hij beroepsmatig sprak, verzochten om een passage te schrappen of anders op te schrijven, en vooral hoe daar dan op gereageerd werd. Zou Henri ook bij het interview uit 1971 met Cruijff, waarvan ik op een foto stuitte bij mijn zoektocht, voet bij stuk hebben gehouden en daarbij hebben gezegd, ‘maar dat is logisch’?
Hoe dan ook. Het speuren naar kruimels van Henri leverde tal van interessante vondsten op, met als meest in het oog springende bericht misschien wel een profiel dat hij over zichzelf schreef. Het korte stukje bracht me voor mijn gevoel bij de kern van zijn schrijven, zijn ‘zijn’ misschien zelfs wel, en hoe dan ook bij de reden dat in zijn stukjes op deze site zo vaak naar boeken verwezen wordt. Een citaat: ‘Wat me ook stoort is dat er voor goede boeken, waaraan door plichtsgetrouwe, ernstige mensen soms jaren is gewerkt, nauwelijks plaats is. Daarom mag ik het boek graag, desnoods op gluiperige wijze, een plekje geven in mijn stukken.’
Nu is het woord ‘gluiperig’ volledig voor zijn rekening, maar er is dus een reden dat in een wedstrijdverslag zomaar een passage uit Misdaad en Straf kan staan of dat de titel van een favoriet her- of gelezen titel wordt gedeeld. Net zo goed als me volstrekt duidelijk werd waarom er vaak diep op zaken in wordt gegaan, meningen worden gegeven, stellingen worden ingenomen, maatschappelijk duiding doorsijpelt. ‘Ik ben niet voor niets journalist van roeping’, schreef hij in datzelfde profiel immers ook.
Het is mede door die roeping dat zijn stukken op onze site vaak lang zijn, lang niet altijd over golf gaan, en soms onbarmhartig eerlijk zijn. Ook in de grote voorstelronde van de afgelopen weken zal een enkeling iets over zichzelf of een ander gelezen hebben waarbij hij of zij dacht ‘moest dat nu zo?’ Al viel me vooral wat anders op. Als je geen stelling neemt dan wordt dat al snel als ‘slap’ – ik parafraseer — gezien of als meelopend aan de hand van marketing of commercie als het wat al te enthousiast wordt gevonden. Nog los van de vraag of dit dan ook laakbaar is, ís het wat mij betreft ook niet zo. Lang niet iedereen heeft immers over alles een uitgesproken mening, velen vinden dingen niet wit of zwart, maar veel vaker iets ergens er tussenin of zelfs niets. Zoals iemand terecht opmerkte: we leven al zo in een tijd waarin iedereen de hele tijd maar van alles vindt. ‘Héérlijk dat niet iedereen zo uitgesproken is.’ Er is een tijd, plek en podium voor alles (zo is een glossy over een hobby inderdaad geen journalistiek product waar aan diepgravende onderzoeksjournalistiek wordt gegaan…) en niet iedereen heeft zin of behoefte de arena van het debat te betreden. Een plek die Henri juist als zijn thuis beschouwt.
In de aankondiging van zijn reeks schreef Henri: ‘Wees niet bang voor de stijl van schrijvertje dezes, want als er al sprake zal zijn spot, is het de lichtst denkbare spot, een kleine ironie die wij als doorgewinterde lui van de media wel kunnen hebben.’ Het was bedoeld als aankondiging maar is tegelijkertijd een van de vele plekken waar Henri, net als velen van ons hier of elders, een stukje van zichzelf blootgeeft. En dan te bedenken dat ik in de zoektocht naar kruimels over Henri de stukken op onze site voor het gemak goeddeels heb overgeslagen. Stel je voor, al die verslagen van drieduizend woorden… Daarin vind je geen kruimels informatie, maar hele broden.
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein
Onze preses verwoorde het keurig in zijn speech op de slotavond van de Redexim Nations Cup op Texel. “Everything is already said and done” True. Want van alle kanten kwamen de lovende woorden over de organisatie heen. Maar ook ik voel nog de behoefte om vanuit de buik van het peloton te reflecteren op wat een golfweek was van topgolf, chaos, vriendschap en een vleugje gezonde gekte. Friso, die hardnekkig links wil blijven - ik krijg hem elk jaar een beetje dichter bij de realiteit, maar het blijft trekken aan een dood paard. Stef, mijn avondmaatje, met wie ik elke ronde slag voor slag napraatte. Hannie, mijn pairingpartner, met wie het heerlijk spelen was, ook al telde onze score de eerste dag niet eens mee. En Marijke, die ’s ochtends in haar badjas even door de heg prikte op vakantiepark De Krim om me een koffie aan te reiken. Zij (en de rest) hadden namelijk wél de miljoen appjes voorafgaand aan het toernooi gelezen en cups meegenomen voor het apparaat in het chalet. Ik niet. Daar kreeg ik deze week meermaals op m’n kop voor van captain Hélène. “Je leest nooit wat, Anton.” En ze heeft gelijk. Hannie trouwens, die op de donderdag even verbaal uithaalde naar het Oostenrijkse duo, omdat onze Patrick Niederecker zo krankzinnig goed bleek te zijn, maar op zijn handicappasje vrolijk handicap 15 had staan. En met de 85%-regeling nog steeds 14 slagen meekreeg. Ik knapte gewoon op onze veertiende hole (hole 5). “Your handicap is an absolutely fucking joke” liet ik me ontvallen. En geloof me, daar was geen woord aan gelogen. Je moet het ook niet uitleggen als een verwijt (maar dat is het wel). Het was meer verbijsterende verwondering. Ik zou een been geven voor zijn ijzerspel. En zelf kan ik bij tijd en wijle een bal toch ook aardig raken? Geruchten gaan dat wij volgend jaar Peter van Weel (handicap -1,1) meenemen naar Engeland (South Sussex) en hem inschrijven met handicap 12. Louis dan. Elke avond was hij de hofnar van het Hanenhuus en gaf een optreden van formaat met danspasjes, zijn komische mimiek en ongebreideld enthousiasme. Wat is onze Friese vriend toch een vrolijke noot. En wat heb ik hem graag om me heen. Martijn, onze preses, vocht zich door de week heen met hevige rugpijn, maar bleef onverstoorbaar luisteren, lachen en motiveren. Is er iemand op aarde die beter kan luisteren dan Martijn? Ik betwijfel het. En wat ben ik blij dat ik hem inmiddels een echte vriend mag noemen. Sonja, ons culinaire wonder, die elke dag stiekem even een sigaretje met me ging doen. En daar zichtbaar van genoot. Sonja, het puntenwonder. Ze speelde twee dagen geweldig golf, maar kreeg het op de derde dag niet rondgebreid, tot haar grote frustratie. Pamela, mijn vriendinnetje. Als ik ze even mag lenen van Friso althans. Waarmee ik regelmatig even apart ging zitten om de wereld te fileren. We verbaasden ons over het zelfverklaarde intellectuele Nederland en haar dwalingen, over Ajax, over documentaires, over geldwolven, over Israël, over leeftijden die nooit bekend mogen worden… kortom: over alles wat belangrijk en onbelangrijk tegelijk is. En dan Hélène. Onze capitano. Wat ben ik trots op dit kanon. Hoe ze het neergezet heeft, hoe ze het team aanstuurde in haar debuut als captain van Team NL. En dat alles in nauwe samenwerking met de beste toernooidirecteur die de Nations Cup ooit gehad heeft: Cara. Ik weet nog goed dat ze ons mailde na de EMGJ in Portugal en vroeg wat er volgens ons nou echt anders moest als wij het zouden organiseren. Ik had een heel wensenlijstje opgestuurd, maar vooral gezegd: laten we het goed doen. Of niet. En dat kost centjes. Dat snapt iedereen. De kleine bijdrage die ik daaraan heb kunnen leveren door Redexim aan dit toernooi te koppelen als hoofdsponsor is dan ook bijzonder goed benut door Cara. En niet meer dan verdiend is ze ook uitgeroepen tot Lid van Verdienste voor de NVGJ. Meer dan waargemaakt. Wat een klasse. De Nations Cup was genieten. Met een grote G. Op de fantastische Texelse. Iwan, de eigenaar van De Krim, liep de hele week te glunderen. Herman de Bree van Redexim genoot zichtbaar van het internationale gezelschap. Het eten was elke dag geweldig geregeld door Anita Hiemstra en haar team. En de Orange Crew — René, Elaine, Ger, Madelon, Jolanda en Roland — draaide als een geoliede machine. Hans Botman hielp van afstand door het liveblog bij te houden. Honderden bezoekers op de site deze week door allerlei leden van de NVGJ en mensen van ver daarbuiten. We werden derde. Maar we wonnen op alle andere fronten. En dat bleek misschien nog wel het meest uit het minutenlange applaus dat kwam van de spelers zelf — de mensen die het op de baan hadden uitgevochten en zich elke dag volledig in de watten gelegd voelden. En nu, een paar dagen later, voel ik het nog. Niet alleen de spierpijn, maar ook het gemis van dat heerlijke, chaotische clubgevoel. De appgroep zwijgt inmiddels weer wat meer. Friso heeft ruzie met de stemwijzer, want hij blijft maar rechtser uitkomen dan hij eigenlijk wil zijn. Hélène is vermoedelijk al bezig met de teamsamenstelling voor 2026 als we de EMGJ Masters gaan spelen in Engeland. Of met 2027 als we naar Spanje lijken te gaan voor de volgende editie van de Nations Cup. Ikzelf zit op deze grijze zaterdagochtend met een kop echte bonenkoffie (zonder cup) terug te denken aan deze week. Aan Hannie, die de Oostenrijkers even ongemakkelijk deed voelen over hun handicap. En zorgde voor een paar holes Koude Oorlog. Waar iedereen last van had, ikzelf incluis, maar Hannie niet. Die maakte meteen een par voor drie punten op hole zes. Hahah! Maar ook aan Marijke, die in haar badjas de ochtendredding bracht. Aan Louis, die bewees dat dansen wél topsport is. Aan Martijn, die ondanks zijn rugpijn rechtop bleef. Aan Sonja, die lyrisch was over het eten in het Hanenhuus. Nou, dan weet je dat het goed zat. En aan Pamela — mijn sparringspartner, denker en wereldontleder. Het was geen golfweek. Het was een theaterstuk met heel veel hoofdrollen. Wat was het een mooie week! En ik? Ik stond er middenin. De man zonder cups, maar met een hart vol Texels geluk.