Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
17.07.2020
Krijg ik zomaar het stokje overgedragen van mijn mentor William. De man die mij alweer een jaar of twee geleden in het restaurant boven de A4 wist over te halen om toe te treden tot de wedstrijdcommissie, met het oog op zijn afscheid een jaar later. Gaandeweg kreeg ik als stagiaire meer taken en verantwoordelijkheden, maar altijd met het geruststellende gevoel dat de trainer-coach meekeek of alle vinkjes wel goed stonden. Waarna niet zelden een vriendelijk telefoontje of mailtje volgde. ‘Weet je zeker dat je het zo wilt, goede vriend?’ Oh. Nee. Natuurlijk niet. Recent nog. ‘Ik zette altijd NVGJ vooraan bij de titel van een wedstrijd. Handig als mensen hun scorekaart willen inleveren. Maar je mag het natuurlijk anders doen.’ En kijk eens: de Jaski Open heet opeens NVGJ Jaski Open – driebal stableford’.
Onderschat het werk trouwens niet, dat we met een mooi clubje verrichten: Madelon, Frank, Willem en Ger, en Hans B als webmanager. Inmiddels ben ik aan de vierde flightindeling voor de Jaski Open bezig en probeer ik als een waanzinnige rekening te houden met wensen en voorbehouden:
‘Ik liever niet met A’.
‘Kan ik eventueel nog met iemand anders?’
‘Met iedereen maar het liefst toch met B en C’.
‘Voorkeur voor laat wil natuurlijk niet zeggen laatst’.
‘Doe die maar niet in twee flights achter elkaar. Te dichtbij.’
‘Ik wil met iedereen, behalve met jou, Brouwer.’ (Ik daarentegen speel met iedereen. Maar mijn moeder lustte vroeger geen spruitjes, en wat aten we nooit?)
Zo zijn er heel wat voorkeuren. Wedstrijdleider zijn geeft diep inzicht in de ziel van de vereniging, waar het persoonlijke vriendschappen, vetes en principes (die later weer geen principes blijken te zijn) betreft. Maar de vriendschappen overheersen natuurlijk. In normale tijden knuffel ik niet alleen Pamela en Marijke, om voorbeelden te noemen, maar ook Charles en Leo en nog heel wat andere heren, en dat heeft niets met mijn geaardheid te maken. (Ik zeg het er maar bij.) Het doet verdriet dat zelfs een hand niet meer mag.
Maar goed: hoe ik ooit op een golfbaan terecht ben gekomen. Het initiatief kwam van mijn zoon Sydney, een jaar of twaalf geleden: zullen we samen gaan golfen, pa? Wij samen op les hier in Moordrecht, vlakbij Gouda, destijds de moeilijkste par-3 baan van Nederland, met zo ongeveer meer water als fairways. Mijn zoon kon het later vanuit zijn studentenkamer niet meer georganiseerd krijgen, dus is inmiddels min of meer gestopt. Toen Anita, mijn vrouw hoorde dat ik ging golfen, zei ze direct: dan ga ik ook op les. Lijkt me wel zo handig om samen te kunnen doen. We haalden in dezelfde periode ons GVB en spelen sindsdien veel in binnen- en buitenland (Zuid-Afrika, wat een banen! Ik mocht er getuige zijn van de sublieme hole in one van Ruud T, ik heb het nog beschreven hier op deze site).
Soms aan mijn kant met de nodige frustratie tot gevolg trouwens: afgelopen zondag nog was ik vast van plan om eindelijk mijn handicap te verlagen, van die beschamende 23 op weg naar het doel voor dit jaar: onder de 20. Bij de turn had Anita inmiddels 22 punten bij elkaar geslagen, gevolgd door nog eens drie parren en een bogey op 10, 11, 12 en 13. Pas toen ik na de zoveelste toverbal wanhopig riep ‘dat ze er nu eens mee moest kappen’, volgden – uit liefde, solidariteit? — een serie missers, waarna de score op 38 punten bleven steken. Waarmee ze alweer voor de derde keer dit jaar haar handicap verlaagde, nu tot 15.4. Ik sta sinds zondag nog steeds op 23. Zij heeft een hekel aan driving ranges en lessen en ik oefen me misschien niet suf maar toch met enige regelmaat. Om gek van te woorden. Goddank is golf niet haar enige talent.
Ik kwam bij de NVGJ door – meen ik – Lia Grooters. Mijn PR- en Marketingbureau was van de hand gedaan en samen met oud-Wegener hoofdredacteur Jan Bartelds was ik de reiswebsite Opreisgids.nl begonnen, óók met golfverhalen. Ik kende al heel wat mensen uit het NVGJ wereldje: Willem van den Elskamp schreef jarenlang kant-en-klare halve of kwart pagina’s voor huis-aan-huis bladen voor onze klanten. Papier was toen nog belangrijk. Hij, Pim en Carien (Charles ook?) deden al mee aan het eerste golftoernooi voor journalisten, door mij destijds namens North Sea Ferries georganiseerd op de Rijswijkse. De beste vier mochten meedoen aan een internationaal toernooi voor journalisten in Schotland. Volgens mij ligt hier ergens nog de kiem voor de NVGJ. Ruud T en Gerald maakten foto’s voor Reisrevue, waarmee ik vaak samenwerkte, dus die kende ik ook, min of meer.
De eerste wedstrijd waaraan ik meedeed zat ik in een flight met Paul Mansoor (waar blijft hij toch?). Er stonden andere spelers te kijken en ik sloeg de eerste bal twintig meter verder in een slootje. Wat was ik blij toen we min of meer uit zicht waren. Bij de green van hole 2 vertelde Paul mij dat ik eerst moest weglopen en daarna pas mijn kaart invullen. Wat ik natuurlijk wel wist, ik had tenslotte mijn theorie gehaald, maar zenuwen… Henri heeft daar jarenlang last van gehad: steevast sloeg hij bij elke wedstrijd zijn eerste bal naar links of rechts of mis maar nooit recht vooruit en lekker ver. Hij is er overheen gegroeid. Kijk hem nu eens.
Successen? Niet echt. Wel een paar jaar een ‘usual suspect’ en ooit derde in de Order of Merit. Wel eens een paar Matchplay partijtjes gewonnen, van onder meer Karel van de Graaf, William en zelfs Henri, maar toch ook steeds weer vroeg gesneuveld. Maar let op: volgend jaar kan alles zomaar anders zijn.
Ik hou van onze club. Ik verheug me op elke wedstrijd, zelfs nu ik ook op de wedstrijddag nog taakjes heb, zoals het samen met Ger of Frank rangschikken van de scores, mensen de weg wijzen in de app en ontbrekende punten via de laptop aanvullen in Proware. De samenwerking met Ger, Madelon, Frank en Willem gaat perfect.
Ik ben blij dat we weer samen de baan in kunnen. De Duca Golf Experience was leuk, maar echt is leuker. Velen van ons noemen elkaar vriend, goede vriend zelfs. Je moet er natuurlijk een beetje mee uitkijken, want voor je het weet heb je meer vrienden dan kennissen. Maar ik vind het oprecht fijn om veel van de clubgenoten weer te zien, van bijna extreem links tot nagenoeg ultra rechts. Ik bleek tijdens de laatste reis in Portugal met beide soorten onder één dak heel goed onbedaarlijk dronken te kunnen worden, eendrachtig ook de flessen van de buren opdrinkend. Maar ook: Joy rijden naar de wedstrijd met Ruud en/of Leo. Onderweg bespreken we Ajax of andere grote thema’s. Elkaar tegenkomen op de boot naar Texel, dat schoolreisjes gevoel. Wij allemaal boffen maar.
Niets aan te merken dan toch?
Jazeker. Ik vind het jammer dat de openbare discussie over het wel of niet mee laten doen van partners, één of twee keer per jaar, een zo vervelende toon had, dat mijn partner in elk geval dacht: ‘Joh, dan kom ik toch lekker niet. Moet ik aardig gaan zitten doen tegen mensen die er de pest aan hebben dat ik er bij ben? Zoek het uit.’ Ik vond het wel leuk als ze die enkele keer eens meeging, en zij net zo goed, sinds zij er voor de eerste keer bij was in Portugal, een jaar of acht of tien geleden. We koppelden het aan een paar dagen Algarve. Ze vroeg zich af of dat nu leuk was, zo’n groep, maar was al bij het eerste diner verkocht, met onder meer Charles en Lia en Ruud en Marianne aan tafel. Vorig jaar haalde ze tegen Duitsland, samen met Taco, ook nog eens heel wat punten binnen. En als we niet blijven slapen na een NVGJ-wedstrijd rijdt ze terug. Win-win, zeg maar gerust. Gelukkig zijn die wedstrijden nog, waar partners welkom zijn, nu alleen A nog even over de streep trekken.
Ik geef het stokje graag door aan Igor Bennik, misschien helpt het hem om vaker te gaan komen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein
Onze preses verwoorde het keurig in zijn speech op de slotavond van de Redexim Nations Cup op Texel. “Everything is already said and done” True. Want van alle kanten kwamen de lovende woorden over de organisatie heen. Maar ook ik voel nog de behoefte om vanuit de buik van het peloton te reflecteren op wat een golfweek was van topgolf, chaos, vriendschap en een vleugje gezonde gekte. Friso, die hardnekkig links wil blijven - ik krijg hem elk jaar een beetje dichter bij de realiteit, maar het blijft trekken aan een dood paard. Stef, mijn avondmaatje, met wie ik elke ronde slag voor slag napraatte. Hannie, mijn pairingpartner, met wie het heerlijk spelen was, ook al telde onze score de eerste dag niet eens mee. En Marijke, die ’s ochtends in haar badjas even door de heg prikte op vakantiepark De Krim om me een koffie aan te reiken. Zij (en de rest) hadden namelijk wél de miljoen appjes voorafgaand aan het toernooi gelezen en cups meegenomen voor het apparaat in het chalet. Ik niet. Daar kreeg ik deze week meermaals op m’n kop voor van captain Hélène. “Je leest nooit wat, Anton.” En ze heeft gelijk. Hannie trouwens, die op de donderdag even verbaal uithaalde naar het Oostenrijkse duo, omdat onze Patrick Niederecker zo krankzinnig goed bleek te zijn, maar op zijn handicappasje vrolijk handicap 15 had staan. En met de 85%-regeling nog steeds 14 slagen meekreeg. Ik knapte gewoon op onze veertiende hole (hole 5). “Your handicap is an absolutely fucking joke” liet ik me ontvallen. En geloof me, daar was geen woord aan gelogen. Je moet het ook niet uitleggen als een verwijt (maar dat is het wel). Het was meer verbijsterende verwondering. Ik zou een been geven voor zijn ijzerspel. En zelf kan ik bij tijd en wijle een bal toch ook aardig raken? Geruchten gaan dat wij volgend jaar Peter van Weel (handicap -1,1) meenemen naar Engeland (South Sussex) en hem inschrijven met handicap 12. Louis dan. Elke avond was hij de hofnar van het Hanenhuus en gaf een optreden van formaat met danspasjes, zijn komische mimiek en ongebreideld enthousiasme. Wat is onze Friese vriend toch een vrolijke noot. En wat heb ik hem graag om me heen. Martijn, onze preses, vocht zich door de week heen met hevige rugpijn, maar bleef onverstoorbaar luisteren, lachen en motiveren. Is er iemand op aarde die beter kan luisteren dan Martijn? Ik betwijfel het. En wat ben ik blij dat ik hem inmiddels een echte vriend mag noemen. Sonja, ons culinaire wonder, die elke dag stiekem even een sigaretje met me ging doen. En daar zichtbaar van genoot. Sonja, het puntenwonder. Ze speelde twee dagen geweldig golf, maar kreeg het op de derde dag niet rondgebreid, tot haar grote frustratie. Pamela, mijn vriendinnetje. Als ik ze even mag lenen van Friso althans. Waarmee ik regelmatig even apart ging zitten om de wereld te fileren. We verbaasden ons over het zelfverklaarde intellectuele Nederland en haar dwalingen, over Ajax, over documentaires, over geldwolven, over Israël, over leeftijden die nooit bekend mogen worden… kortom: over alles wat belangrijk en onbelangrijk tegelijk is. En dan Hélène. Onze capitano. Wat ben ik trots op dit kanon. Hoe ze het neergezet heeft, hoe ze het team aanstuurde in haar debuut als captain van Team NL. En dat alles in nauwe samenwerking met de beste toernooidirecteur die de Nations Cup ooit gehad heeft: Cara. Ik weet nog goed dat ze ons mailde na de EMGJ in Portugal en vroeg wat er volgens ons nou echt anders moest als wij het zouden organiseren. Ik had een heel wensenlijstje opgestuurd, maar vooral gezegd: laten we het goed doen. Of niet. En dat kost centjes. Dat snapt iedereen. De kleine bijdrage die ik daaraan heb kunnen leveren door Redexim aan dit toernooi te koppelen als hoofdsponsor is dan ook bijzonder goed benut door Cara. En niet meer dan verdiend is ze ook uitgeroepen tot Lid van Verdienste voor de NVGJ. Meer dan waargemaakt. Wat een klasse. De Nations Cup was genieten. Met een grote G. Op de fantastische Texelse. Iwan, de eigenaar van De Krim, liep de hele week te glunderen. Herman de Bree van Redexim genoot zichtbaar van het internationale gezelschap. Het eten was elke dag geweldig geregeld door Anita Hiemstra en haar team. En de Orange Crew — René, Elaine, Ger, Madelon, Jolanda en Roland — draaide als een geoliede machine. Hans Botman hielp van afstand door het liveblog bij te houden. Honderden bezoekers op de site deze week door allerlei leden van de NVGJ en mensen van ver daarbuiten. We werden derde. Maar we wonnen op alle andere fronten. En dat bleek misschien nog wel het meest uit het minutenlange applaus dat kwam van de spelers zelf — de mensen die het op de baan hadden uitgevochten en zich elke dag volledig in de watten gelegd voelden. En nu, een paar dagen later, voel ik het nog. Niet alleen de spierpijn, maar ook het gemis van dat heerlijke, chaotische clubgevoel. De appgroep zwijgt inmiddels weer wat meer. Friso heeft ruzie met de stemwijzer, want hij blijft maar rechtser uitkomen dan hij eigenlijk wil zijn. Hélène is vermoedelijk al bezig met de teamsamenstelling voor 2026 als we de EMGJ Masters gaan spelen in Engeland. Of met 2027 als we naar Spanje lijken te gaan voor de volgende editie van de Nations Cup. Ikzelf zit op deze grijze zaterdagochtend met een kop echte bonenkoffie (zonder cup) terug te denken aan deze week. Aan Hannie, die de Oostenrijkers even ongemakkelijk deed voelen over hun handicap. En zorgde voor een paar holes Koude Oorlog. Waar iedereen last van had, ikzelf incluis, maar Hannie niet. Die maakte meteen een par voor drie punten op hole zes. Hahah! Maar ook aan Marijke, die in haar badjas de ochtendredding bracht. Aan Louis, die bewees dat dansen wél topsport is. Aan Martijn, die ondanks zijn rugpijn rechtop bleef. Aan Sonja, die lyrisch was over het eten in het Hanenhuus. Nou, dan weet je dat het goed zat. En aan Pamela — mijn sparringspartner, denker en wereldontleder. Het was geen golfweek. Het was een theaterstuk met heel veel hoofdrollen. Wat was het een mooie week! En ik? Ik stond er middenin. De man zonder cups, maar met een hart vol Texels geluk.
Ons gewaardeerde lid Cara de Vlaming is benoemd tot Lid van Verdienste van de NVGJ. Als toernooidirecteur van de Redexim Nations Cup stak ze de afgelopen maanden talloze uren in de organisatie van het geslaagde evenement op onze homecourse De Texelse. ,,Het hele team vrijwilligers heeft kneiterhard gewerkt maar de toernooidirectrice mag extra in het zonnetje gezet worden'', zei NVGJ-voorzitter Martijn Paehlig bij de uitreiking van de oorkonde op Texel.
Terwijl op Texel tout journalistiek golfend Europa zich heeft verzameld voor de Nations Cup, hebben Peter Luijer en ik in de luwte onze finale van de matchplay gespeeld. In sommige van de verslagen op de site, ben je al 1000 woorden verder voordat het over golf gaat, en met de verkiezingen voor de deur, en brandhaarden over de hele wereld is er genoeg om over te schrijven. Maar dit gaat vooral over golf. Na een superspannende halve finale tegen de onverslaanbaar geachte Peter van W, ging ik met aardig wat zelfvertrouwen de finale tegen die andere Peter in. De laatste weken speelde ik vrij steady, en m’n hcp was ondertussen gezakt naar 11.8 (hopelijk genoeg om van het duikboot label af te komen). De finale was eerst gepland voor 1 oktober, maar wat fysiek malheur zorgde voor vertraging. Mijn knie weigerde dienst na een potje tennis, en bij Peter was het de rug die voor onwilligheid zorgde. We hebben even overwogen om met een buggy de baan in te gaan, maar uiteindelijk toch lopend de 18 holes kunnen voltooien. Uit eerdere verslagen van de matchplay wedstrijden van Peter wist ik ongeveer wat ik kon verwachten. Alles recht, midden fairway en geen gekke dingen. En dat bleek. Over de complete 18 holes was er 1 hole waar Peter na z’n tee shot niet op de fairway lag (daarover later meer). De omstandigheden Spelen in oktober kan van alles betekenen. Regen, storm, kou, veel blaadjes op de baan, ballen verliezen omdat ze zo diep geplugd liggen dat ze onvindbaar blijken. Maar niets van dat alles. Zoals een echte top baan betaamt, was ook het weer tot in de puntjes geregeld. Geen regen, geen wind, geen blaadjes, en lekker spelen zonder jas in je polo, wat wil je nog meer? De baan zelf was in top conditie. Net als de halve finale een genot om te spelen. Prachtige holes, boterzachte greens met veel grip. Het was mijn eerste keer dat ik meedeed aan het matchplay tournooi, maar zeker niet m’n laatste.Vooraf wist ik niet dat halve finale en de finale op zulke schitterende banen zou worden gespeeld. Matchplay is al een superleuk spel, en dan ook nog het aanlokkelijk vooruitzicht van het spelen op deze topbanen is genoeg motivatie. En daarnaast proberen om zo lang mogelijk er voor te zorgen dat je geen verslag hoeft te schrijven. Pro like begin We begonnen allebei heel goed aan de ronde. Ik stond na 5 holes 1 boven de baan, maar Peter na 6 holes zelfs 1 onder de baan, en ik 3 down. De parren, greens in regulation en een birdie vlogen me om de oren. Had deze man echt hcp 14? Ik begon een beetje te begrijpen wat Peter van Weel moest hebben gevoeld toen ik tegen hem opeens allemaal parren maakte. De Cruciale hole De eerder genoemde hole waar Peter z’n teeshot miste was hole 7. Een korte par 4 (nog geen 300 meter). Zijn tee shot belandde 50 meter verder in de hei, z’n twee lag ook in de hei, en met 5 lag hij nog niet op de green. Ik had een wedge naar binnen, en voelde een kans om terug te komen van 3down. Vlag was rechts gepositioneerd vlak bij de diepe greenside bunker. Wedge naar binnen was iets rechts van de vlag. Valt op de fringe, maar bounced daarna tot mijn ongeloof in de bunker. Daarna ging er van alles mis. Long story short(er): Peter wint de hole met een triple bogey. Ipv 2 down is het 4 down. The Comeback? Ik moest een paar keer diep adem halen, flink intern vloeken, en mezelf moed inpraten. Een halve finale scenario van 5 down na 7 diende zich weer aan. Als het van vijf down kan, dan ook van vier down. Holes 8 en 9 was ik toch beetje van de leg, maar wist ik nog met moeite te halven. Daarna knop om, en met als motto ‘gewoon goed spelen, meer kan je niet doen’ proberen om dichterbij te komen. Hole 10 wist ik te winnen, maar de par 5 hole 11 ging weer verloren door slordig te putten. Ook de daarop volgende holes werden gehalved incl de hole waar ik een slag moest geven (Peter kreeg 2 slagen mee). Het spel werd steeds beter, de parren volgden elkaar op, en Peter moest toch ergens wel een keer een fout gaan maken? Een nieuwe Peter in town? Maar nee, dat deed Peter dus niet. Tee shots bleven midden fairway, en dat ik 30 meter verder lag, betekent nog niet dat de hole makkelijk binnen te halen is. Op 16 was het gedaan. Zijn tweede schot met (ik vermoed rescue of houtje 7) was een zeldzame mishit van het type hazenneuker, maar rolde wel feilloos langs de bunker de green op. Als het zo’n dag is dat alles lukt, dan valt dit ook net goed. Ik had een wedge naar binnen, maar kwam niet verder dan par. Die maakt hij ook en daarmee was het 3 /2 Pieken op het juiste moment De laatste holes wisten we ook beide te parren. Met als resultaat dat we allebei hele goede ronde hebben gelopen en tevreden de 18e hole afkwamen. Als je verliest, terwijl je 36 stableford punten scoort, kun je moeilijk ontevreden zijn. Peter maakt er een whopping 43. Dat is pieken op het juiste moment! Nogmaals gefeliciteerd. Ik kan wel iets meer van jouw rust en course management gebruiken. Kan natuurlijk niet afsluiten zonder Jolanda te bedanken voor haar steun aan matchplaytournooi. Zoals Schwarzenegger al zei: I’ll be back.