Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
02.11.2021
Sonja's 65-ste kookboek, speech Rob Hoogland
Rob Hoogland kreeg tijdens het “The Art of Drinks” festival in de Amsterdamse Westergasfabriek zaterdag het eerste exemplaar van het kookboek “Succesvolle Seizoensrecepten” van Sonja van de Rhoer uit handen van de schrijfster zelf overhandigd. Rob had hierbij een aardig speechje voorbereid, dat we omwille van de juiste geschiedschrijving hieronder weergeven:
”Laat ik maar meteen van de gelegenheid gebruik maken om Sonja mijn excuses aan te bieden. Tussen u en mij, ik dacht, o jé, weer een kookboek, zijn er daar al niet heel erg verschrikkelijk veel van. Maar nu blijkt dat zo’n beetje de helft van alle kookboeken ter wereld door Sonja van de Rhoer zijn geschreven. Sorry Sonja, Sorry. Overdrijf ik? Ach een klein beetje slechts. ”Hoeveel heb je er nu op je naam staan?” vroeg ik Sonja argeloos ter voorbereiding op dit toespraakje.”Vijfenzestig”, antwoordde zij, ”maar het kunnen er ook zevenenzestig zijn”.
Grote goedheid. Daar sta je dan met je totaalproductie van vijf boeken in een tijdsbestek van een kwart eeuw. Ik vond mezelf heel wat, maar nu niet meer.
Sonja schrijft reeds vanaf 1977 boeken. Bijna 45 jaar nu. Voorwaar een grootse prestatie. Oké, er zijn schrijfsters met een grotere productie. Halverwege de jaren tachtig was het mij vergund voor De Telegraaf Nora Roberts te interviewen. Destijds en misschien wel nog steeds de best verkopende Bouquetreeks-schrijfster ter wereld. Haar uitgever bracht mij, na een door hem betaalde businessclass-vlucht naar New York, eerst onder in het superdeluxe Helmsley’s, een vijfsterrenhotel in 42nd Street, alwaar het mij gegund werd om twee dagen op zijn kosten te acclimatiseren. Daarna vervoerde hij mij per limo naar La Guardia Airport, waarvandaan ik per privéjet naar Dulles Airport bij Washington DC werd gevlogen. En jawel, ook daar stond andermaal een limousine voor mij klaar, waarin ik naar Nora’s prachtige villa in de bossen van Maryland werd gebracht Uiteraard woonde de schrijfster daar samen met de klusjesman die ooit haar keuken kwam verbouwen. Hij heette géén Boudewijn, by the way, maar Bruce Wilders. En zij is nog steeds met hem getrouwd, zoals Wikipedia mij van de week leerde. Hoe Bouquet-reeks wil je het hebben?
Ik vertel deze anekdote natuurlijk ook om Sonja’s nieuwe uitgever, Otto Wollring van Ezo Wolf, die toevallig ook mijn nieuwe uitgever is, erop te wijzen dat hij nog een lange weg te gaan heeft. Maar goed, ik wijk af. Ik wil er óók mee aangeven dat Nora Roberts liefst tweehonderd boeken op haar naam heeft staan, waarvan er wereldwijd nu 280 miljoen zijn verkocht. Dat haalt Sonja nog niet helemaal, geloof ik. Maar wat niet is, kan nog komen.
De recepten in dit boek, getiteld “Succesvolle Seizoensrecepten”, liegen er in ieder geval niet om. De een ziet er nog smakelijker uit dan de andere. Ik geef ze allemaal vijf sterren, al moet ik toegeven dat deze beoordeling kan zijn beïnvloed door het
feit dat ik momenteel al vier weken op streng dieet ben, veel groente en fruit, weinig koolhydratenen géén alcohol. En dat terwijl dit kookboek ook volstaat met fantastische wijntips. Er is negen kilo vanaf nu. Nog vijftien te gaan nu.
U zult begrijpen dat ik bij lezing van dit boek voortdurend zit te watertanden. Mijn hemel wat een heerlijk gerechten en wijnen. ”Als dochter van een limonadefabrikant en een groothandelaar in dranken met een eigen wijnkoop
zit wijn in mijn DNA”, vertelde Sonja mij laatst. ”Van kinds af aan ben ik opgevoed met wijn. Eerst sterk verdund, later kleine beetjes om het te leren proeven”. “Het glas heeft het steeltje niet voor niets: eerst kijken, ruiken, voorzichtig walsen en dan pas proeven, ik hoor het mijn vader nog zeggen. Vanaf mijn achttiende werd ik drie jaar achtereen naar een zomercursus van de Hochschule Geisenheim für Weinrebezüchtung gestuurd om vervolgens klanten in onze slijterij meer over Duitse wijnen te kunnen vertellen. Voor mij is een maaltijd zonder wijn niet compleet. Wijn maakt dat je meer aandacht aan je gerecht geeft”. Aldus Sonja.
Reken maar dat ik zoveel mogelijk zal proberen haar tips in dit boek op te volgen, zodra ik weer als getailleerde tuinslang door het leven ga. Ik kan mij best voorstellen dat sommigen van u denken: waarom moet uitgerekend die reactionaire
Rob Hoogland met z’n grote rechtse bek, die als zevenendertig jaar columns in De Telegraaf publiceert, het eerste exemplaar van “Succesvolle Seizoensrecepten”in ontvangst nemen, een boek dat geschreven is door iemand die bijna net zo lang een kookrubriek voor het uiterst genuanceerde dagblad Trouw verzorgde? De verschillen tussen die twee kranten zijn wel héél erg groot.
Welnu, zelfs dat is uit te leggen. Sonja en ik zijn allebei lid van de NVGJ, de Nederlandse Vereniging voor Golfspelende Journalisten, hoewel ik de laatste tijd geneigd ben er Nederlandse Vereniging voor Geriatrische Journalisten van te maken. Hetgeen uitaard niet op Sonja slaat. Toen ik jaren geleden bij die club vernam wat de voormalige docente Koken en Voeding bij de Stichting Huishoudkundige Voorlichting ten Plattelande ook op journalistiek gebied allemaal op haar naam had staan, kon ik uiteraard niet de verleiding weerstaan om te suggereren dat haar meisjesnaam Sonja Bak moest zijn, zodat je haar voluit Sonja van de Rhoer – Bak moest noemen.
Eens een lolbroek, altijd een lolbroek, moet u maar denken. Hoe dan ook, heb ik Sonja daarna leren kennen als een fanatieke golfster, die altijd haar mannetje staat. Ik neem voetstoots aan dat zij als schrijfster en kokkin hetzelfde fanatisme ten toon spreidt. Dit boek tot mij nemend, trof mij in elk geval haar enorme veelzijdigheid. Ik ben er trots op dat ik het eerste exemplaar in ontvangst mag nemen. Op zeker dat het een voornaam plekje in mijn keukenkast krijgt.
Als ik nu een hoed op had, nam ik hem voor Sonja af.
Rob Hoogland
Zal je altijd zien. Als een van de twee spelers bijtijds weg moet, moeten er extra holes gespeeld worden. 'Gelukkig' duurde de play-off niet lang. Voor Martijn dan. Sonja was er minder blij mee. Lang verhaal kort; ik won, Sonja verloor, al was het een dubbeltje op zijn kant.
We wisten niet van elkaar dat we ooit een tijdje werkzaam waren voor hetzelfde bedrijf: de uitgeversgroep NDC/VBK. Dat moet in de periode 2005-2012 zijn geweest. Aernoud Jan bovenin de top bij de boekenpoot (VBK), ikzelf als (eind)redacteur bij de noordelijke dag- en weekbladen (NDC), vooral de Leeuwarder Courant. Nu bestiert Aernoud Jan zijn eigen uitgeverij (Edicola, gevestigd in Deventer, 8 mensen in vaste dienst, 20 zzp’ers) – dat wist ik dan weer wel. ‘Gemiddeld geven we anderhalf boek per week uit’, vertelde hij. Dat is zo’n tachtig boeken per jaar. Recente bestsellers zijn de biografieën van schaatscoryfee Irene Schouten (meer dan 20.000 exemplaren verkocht) en André van Duin (idem).
Twee winnaars op de Veluwse ‘Ik kom, maar bestel wel een buggy voor me’, liet Henri me twee weken geleden weten over onze afspraak om vrijdag 16 mei de 1e ronde Mr Glow te spelen. ‘We kunnen nog drie weken uitstellen’, opperde ik. ‘Die tijd heeft Louis ons gegeven.’ Maar Henri hield voet bij stuk. Ook al had hij enkele weken geleden van zijn neuroloog gehoord dat die niets aan zijn rugklachten kon doen en had hij niet meer gespeeld sinds Nunspeet. ‘Kom je wat eerder voor koffie en inslaan?, appte ik nog. ‘Inslaan?! Ga zelfs geen oefenswings maken. Zo min mogelijk bewegen!’, appte hij terug. Met gemengde gevoelens ging ik naar de baan; wordt dit een leuke wedstrijd? Henri, wellicht gefrustreerd. Ik, wil zo niet winnen. Nou ja, hij wil zelf spelen, we gaan het zien. Met een stralende lach, roepend ‘Wat is het hier prachtig’, kwam hij aangelopen. ‘Eerst maar de buggy halen.’ Samen stonden we te klungelen bij het hok; Hoe gaat die deur open? Is dit zijn achteruit? Met enige hulp kregen we hem eruit en aan de praat. Toch een paar oefenputjes en de baan in. Henri, ook van rood. Ik, 8 slagen mee. Teveel volgens Henri. Zijn eerste afslag bleef laag, maar kwam ver. Zo ook de tweede slag. Hij verloor de 1e hole dankzij mijn extra slag. Allebei in 5. De tweede halften we. Op de derde, een lange par 4, de moeilijkste, kwam zijn verre afslag in de bunker, maar die speelde hij er geweldig uit. Alleen dankzij een fijne put en een extra slag, won ik deze hole. Inmiddels werd me duidelijk dat Henri zoveel routine heeft dat hij ondanks een paar maanden geen golf heel behoorlijk speelt. Al stond hij inmiddels wel 4 down. Op hole 7, een pittige par 4 vertelde ik hoe tijdens mijn eerste wedstrijd op de Veluwse, een clubgenote in 1 slag bij de berkjes (170m) lag en met de tweede slag (150 m) op de green. Twee puts en daarmee een par. ‘Zo moest het dus’. Prompt deed Henri haar na; zijn eerste gewonnen hole. Opluchting op zijn gezicht. Het was er nog. Hij kreeg er zichtbaar weer geloof in. En hij genoot. ‘Wat een mooie baan is dit’, herhaalde hij. ‘En wat een geweldige dag.’ Intussen slonk mijn voorsprong, we wonnen de holes zo ongeveer om en om. Henri speelde de par 5 prachtig in 5, we halften de par 3 en op hole 15 had ik twee slagen nodig om uit de bunker te komen; nog 2 down. Nu de hole die Henri als eerste won (de Veluwse is een 9 holes baan); we stonden allebei op scherp, lagen samen aan de rand van de green, maar Henri putte tot twee keer te voorzichtig: 3/2. Een dikke omhelzing en een zoen. Terwijl we naar hole 17 gingen bekende hij; ‘Deze wedstrijd heeft twee winnaars. Ik ben zo blij dat ik geen last van mijn rug heb. Ik denk dat ik me gewoon voor Welderen ga opgeven. En misschien ook voor de Gelpenberg. En mijn schaamte voor de buggy, ach dat zit vooral in mij.’ Zelf besefte ik natuurlijk dat Henri zonder zijn rugpauze waarschijnlijk een stuk moeilijker te verslaan was geweest. Op het zonovergoten terras, glas wijn erbij, praatten we na, over schrijven, boeken. Over ego-documenten; schrijfsels van mensen over hun leven, een hype. Henri bestudeert die momenteel. En hoe anders en moeilijk fictie schrijven is voor journalisten. Ik: ’Je fantasie aanzetten’. Henri: ‘Die hebben we misschien wel te lang uit moeten zetten, omdat we ons bij de feiten moesten houden. En nu kunnen we het niet meer.’ Een heerlijke middag. Al schaamde ik me voor de ooit zo vermaarde keuken van de Veluwse; een broodje bal met frietjes, was de daghap. Het is dat er een lekker glas wijn bij stond.
Sponsor Alwin de Rijke is trainer-opleider en directeur van The Sparring Partners. Hij en zijn collega's zijn vooral actief in leiderschap en personlijke ontwikkeling. Een kleiner, maar onderscheidend deel, zijn (anti-)agressietrainingen. Bij de laatste gebruikt hij vechtkunst, een leek zou het gewoon boksen noemen, om sneller door te dringen tot de kern. ,,Praten, vertellen en uitleggen, oké. Als het fysiek wordt, komt het écht binnen.''
Met trots kondigt de NVGJ aan dat Redexim de titelsponsor is van de Nations Cup 2025, het internationale golftoernooi voor golfjournalisten dat dit najaar plaatsvindt op Texel.
Klop gehad ... van mijzelf ,,Je speelt niet tegen míj, je speelt tegen jezelf.'' Michiel van Kleef had het niet duidelijker kunnen stellen. Ik doe het zelf, kampioen holes verkloten. Totaal niet in de wedstrijd. En matchplay is écht een wedstrijd, puur één-op-één. Mijn voorbereiding op het seizen was ook helemaal niks. Pas vier rondje gespeeld sinds oktober vorig jaar. De hele winter mantelzorger geweest voor mijn beide ouders, verpleger/verzorger voor mijn echtgenote Dea na een hele ongelukkige val met de fiets. Surprisereis moeten annuleren, net als onze eigen winterse golfvakantie. Te veel water Vooraf had ik mij mede daarom ook niet echt een voorstelling gemaakt van mijn matchplay op De Purmer. Alleen dat Michiel zijn ballen gemakkelijk 130-150 meter slaat, ik kom vaak niet verder dan 80-90 meter, 100 max. Met slechts vier slagen mee op de moeilijkste holes red je dat écht niet. In theorie verlies je dan bijna elke par 5 en alle lange par 4-en. Gelukkig spelen we de lussen geel-rood. Niet de witte. De holes op wit zijn té lang, de fairways té smal en er is té veel water. En geel-rood is mij altijd wel goed gezind geweest. En toch: de eerste vier holes beginnen slecht. Ik krijg de bal niet fatsoenlijk weg vanaf de tee. Beetje te voorzichtig, misschien, afslaan met een houten 3. Maar toch: op hole 3 sta ik zo maar 1 up. Heel eerlijk, dat punt krijg ik in de schoot geworpen, want Michiel speelt met een verkeerde bal. Ik schrik er zelfs van. Dit kan niet. Klopt helemaal, want prompt gaat hole 4 verloren; twee keer een waterbal. En er komt nog veel meer water, bedenk ik mij. 'Zó zonde' Ik ben de tel kwijt hoeveel ballen ik in het water heb geslagen. Ik schat een stuk of tien. Heel toepasselijk: ik speel met lakeballs. Dieptepunt: met drie slagen voor op de moeilijkste hole van de rode lus sla ik mijn bal twee meter verder in het water. En vanaf dezefde plek nog eens. Weg voorsprong. ,,Zó zonde'', reageert Michiel hoofdschuddend. Doodzonde! Hoe kun je zo slecht spelen? Nu speel je natuurlijk niet alleen. En Michiel slaat soms - voor mij - wereldballen. Hoe kom jij aan handicap 26,5, vraag ik niet begrijpend. ,,Nou ja, dat heb je gezien. Ik sla wel ver, maar alle kanten op. Mijn pro zegt ook dat ik gemakkelijk naar handicap 20 kan. Alleen op deze manier gaat dat niet gebeuren.'' Om vervolgens weer met een hoek zijn bal zoek te spelen. ,,Dat bedoel ik dus.'' Oké. Putten Zo staat Michiel bij de turn slechts 1 up. ,,Alles is nog mogelijk.'' En dat blijkt ook als ik hole 10 win, dankzij een mooie putt. Gelijk! De putter is weer hot vandaag, maar daarvoor moet ik wel eerst op de green zien te komen. Zo blijkt. De volgende holes gaan verloren. Ik hoef niet eens meer te putten. Vier op rij gaan naar Michiel, deels door eigen handelen. Op hole 15 - een par 3 - beleef ik nog even een opleving, maar op hole 16 - een lange par 5 - gaat bij 3&3 definitief het licht uit. 'Je speelt niet tegen mij, je speelt tegen jezelf', herhaal ik de harde maar juiste observatie van Michiel. Michiel, succes in de volgende ronde. En ondanks de smadelijke nederlaag was het toch een aangename golfmiddag. Bedankt!