Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
20.11.2021
In Memoriam Jan Heemskerk
Ons gewaardeerde lid Rob Hoogland schreef het voorwoord voor het boek ‘Reis om de wereld in 80 golfverhalen’ van Jan Heemskerk. Ruud van Breugel las het en zei: „Het is eigenlijk ook een nawoord.” Vandaar de tekst hier op de site:
Jan Heemskerk sr. is niet alleen de koning van de oefenswing, zoals hij zichzelf spottend noemt, maar ook van de limerick. Alle teeboxen van de holes van zijn fabelachtige homecourse De Texelse — hij woont op dat eiland — zijn bijvoorbeeld, op fraaie borden, met een limerick van zijn hand opgesierd. Verder bracht hij, in 2006, het boekje ‘53 Texelse Limericks’ op de markt: ‘Een vrolijke kijk op jutters en stropers, kokkels en meeuwen, sommeltjes en nonnetjes, poontjes en boontjes en ander Texels spul’.
Als lid van de Nederlandse Vereniging van Geriatrische Journalisten, vroeger beter bekend als de Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten, heb ik Jan bovendien weleens, toen hij voorzitter van de kascommissie was, zijn controleverklaring tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering in een stuk of veertien opeenvolgende limericks horen voorlezen, waarna hij de penningmeester ook al met een gedicht volgens het rijmschema aa-bb-a dechargeerde. En uiteraard verwerkte hij altijd een limerick in zijn vermaarde Golfers Magazine-columns.
Toen ik de uitnodiging kreeg om het voorwoord voor dit prachtboek te schrijven, vatte ik om die reden subiet het plan op om, bij wijze van eerbetoon aan de maestro, óók een limerick te componeren, waarin de kwaliteiten van Jan Heemskerk als schrijver én als golfer zouden worden bezongen.
Maar godsallejezus, dat is nauwelijks te doen als je geen Jan Heemskerk sr. heet. Het is geen verplichting, maar wél een goede gewoonte om in de eerste regel van een limerick een persoon of een dier, alsmede een plaatsnaam te introduceren. En laat die ouwe Heemskerk nou in De Cocksdorp wonen! Wat rijmt dáár in vredesnaam op?
Er was eens een man uit De Cocksdorp
Wiens golfswing iets had van een wroksworp
“Het is echt mijn ding”
Zei hij in Ierse kring
“Als ik eerst maar zes Jamesons opslorp”
Meer kon ik er niet van maken, verwijzend naar de vrolijke gesprekken tussen ons aan een oude hotelbar in Killarney, co. Kerry, Ierland, tijdens een buitengewoon regenachtig, maar gelukkig uitbundig door Jameson gesponsord driedaags golftoernooi in die regio, waaraan wij eind jaren negentig deelnamen. En dat terwijl ik in de laatste regel al de verschrikkelijke concessie moest doen — ik ben een puritein, geen rapper — om de voorlaatste lettergreep níet exact te laten rijmen.
Nu valt natuurlijk niet te ontkennen dat Jans golfswing in werkelijkheid angstaanjagend veel aan een wroksworp doet denken. Op zijn oefenswing moet zelfs Louis Oosthuizen jaloers zijn: sierlijk, ritmisch, zonder enige inspanning. Maar dan moet die vervelende rotbal worden geraakt en volgt dus het echte werk, in zijn geval een unieke beweging waarbij geen lichaamsdeel onbenut wordt gelaten. Ik herken er vooral ingehouden woede over van alles en nog wat in, alsmede nauwelijks onderdrukte gevoelens van wraak. Het is inderdaad meer werpen dan swingen.
Dat vindt-ie zelf trouwens ook, al duurt het soms even.
Niet voor niets herinner ik mij een wanhopige uitroep van Jan, een luidkeelse cri de coeur, toen wij het in het kader van bovengenoemd Jameson-toernooi op de beroemde baan van Ballybunion gezamenlijk moesten opnemen tegen twee zoals gebruikelijk doodsaaie Amerikanen. Jan had zijn bal weer eens in de rough gehazennaaid, waar het helmgras minstens zeven kontjes hoog was. “Jan Heemskerk!” riep hij vervolgens vol zelfhaat tegen zichzelf. “Jij! Hebt! Niets! Te! Zoeken! Op! Een! Golfbaan!”
Schateren dus, later ook door Jan zelf.Die Yanks begrepen er geen snars van.
Plan B, inhoudende dat De Cocksdorp in die limerick door Texel zou worden vervangen, liet ik snel varen. Op Texel rijmt, behalve deksel, helemáál niks. Daarom rond ik mijn lofzang op Jan Heemskerk gewoon maar op z’n Hooglands af, zonder poespas, met hier en daar een knipoog, maar wel ieder woord welgemeend.
U bent een grootheid, heer Heemskerk. Vooral dat wil ik gezegd hebben. Ik neem mijn hoed voor je af en buig diep. Je was een begenadigd journalist, die deel uitmaakte van een geweldige redactie toen het weekblad Panorama nog zeer toonaangevend was (als Hans Auer er niet was geweest, was ik geen columnist geworden). Later ging je golfen, zoals zovelen van ons pas op middelbare leeftijd, waarna je verhalen over golftrips over de hele wereld voor Golfers Magazine en columns voor datzelfde blad ging schrijven. Ik verslond ze allemaal, in de eerste plaats omdat ze van een groot stilistisch vernuft getuigden (kom daar nog maar eens om tegenwoordig, zegt d’oue sok), in de tweede plaats omdat de humor en de zelfspot er vanaf spatten.
Heerlijk dat al die golfverhalen nu zo stijlvol in dit boek zijn verzameld.
Een Cocksdorper golfer, dik tachtig
Niet het spel maar het schrijven machtig
Bundelde kloek
Een groot dik boek
De verhalen zijn stuk voor stuk prachtig
Verrek, zo lukt het dus wel!
Rob Hoogland
Andreas van der Schaaf blikt terug op het leven van Karel van de Graaf, die ons op 14 november op 72-jarige leeftijd ontviel. De pauze voordat Karel ruiterlijk moest bekennen dat dit zo was duurde bijna 2 seconden en voor iemand wiens eerste vraag in zijn leven als journalist, interviewer of presentator vaak cruciaal bleek was dit best opvallend. De omstanders (zijn flightgenoten) waren op dat moment enigszins verbouwereerd, omdat zij in die ‘split seconds’ nog dachten dat het over het redelijk forse hoofd van Karel zelf ging. “Ja” zei Karel na die twee seconden dus, “U heeft ‘m gezien?” en haalde zijn spiksplinternieuwe oversized ‘greatest big Bertha’ uit zijn tas. (kort daarna werd deze geloof ik verboden) Het neemt ons terug naar die zonovergoten dag op de Golfbaan van Best waar de gebroeders van de Kerkhof hun jaarlijkse ‘golftournament’ (2003) vierden en waar een keur aan oud-voetballers, artiesten, BN’ers, etc. uitgenodigd waren om nu maar eens echt te laten zien of hun handicap een juiste afspiegeling vormde van hun veronderstelde capaciteiten op golfgebied. Het grote nadeel was dat ik er was met een professionele cameraploeg om voor zowel GooiTV als BVN op indringende wijze kond van te doen. Kijk, bij de NVGJ hebben wij allen in meer of minderen mate Karel meegemaakt in zijn hoedanigheid als causeur en vaak worstelend golfer, die zijn sport uitermate serieus nam en ook tot in de details alles wilde voorbereiden. Vooral als ik in zijn buurt kwam of (nog ‘erger’) met hem samenspeelde was hij uitermate op zijn hoede, want zijn grote gevoel voor humor kon dan wel eens de overhand krijgen over de concentratie in zijn golfspel om eindelijk eens te bereiken waar ieder van ons vaak van droomt: In 1x (in een wedstrijd) uit een bunker slaan tot 2 centimeter bij de pin. Het vermoeden van een ‘longest drive’ die op het allerlaatst tegen het bordje ketst en 10 meter terugvalt, een hole-in-one met voorbedachte rade om over een Albatros maar te zwijgen! Onderaan deze terugblik en warme herinnering over Karel dan ook de directe links naar mijn 2-delige reportage waarin u geachte NVGJ’ers dit allemaal nog eens haarfijn kunt bekijken. Een ding is zeker of het nauw ‘liefde en of haat’ was uiteindelijk moesten we altijd onbedaarlijk lachen. Kijk, er was natuurlijk wel verschil toen wij elkaar leerden kennen. Jarenlang hadden we namelijk onafhankelijk van elkaar ons bezig gehouden met ‘televisie’ en of radio. Karel was duidelijk AVRO en ik deed (maar) wat bij de NCRV en later bij de TROS. Karel was redelijk serieus met nieuws, achtergronden en ‘human interest’ in de weer ik zat met Ron Brandsteder in de sauna om de laatste details van ‘het waterbakkenspel’ uit te werken. Maar toen wij elkaar begin deze eeuw -mede door de NVGJ- steeds beter leerden kennen ontstond er een gezamenlijke band: humor. Alleen was dat voor Karel een bottleneck in zijn bijna autistische benadering van het bedrijven van de golfsport met andere woorden hoe sla ik altijd een bal recht midden op de fairway op zo’n 250 meter van de afslag. Daar past dus op zo’n moment geen zinnetje van Prins Bernhard of Prins Claus achter zijn rug bij. (“Mammie (tijdens het zwemmen) doe even een touwtje om je gebit anders verlies je het”.) Dus hij omzeilde mij vaak omdat er een te groot lachgevaar bestond, waardoor Karel zijn spel tot rampzalige diepte zou kunnen leiden. Karel van de Graaf, die guitige blik, die onbedaarlijke lach een iets te harde klap op je schouder en dat verfijnd getimede gevoel voor humor, daar moest ik direct aan denken toen ik het droeve bericht las van zijn overlijden. Laten we eerlijk wezen –zoals professor Zonnebloem het zou omschrijven- “Och arme, zo jong nog”. Inderdaad. ………Ik heb nu even iets langer dan die 2 seconden pauze genomen in mijn epistel om te zeggen; Karel bedankt, dat ik je in ‘die golfjaren’ zo heb leren kennen en dat we vooral met humor ons er doorheen hebben geslagen, ook resulteerde dat niet altijd in 5 birdie’s, 2 eagles, een onterechte boogie, een praktische hole-in-one en 9 parren waarvan de meeste met backspin op de green belandden. Karel van de Graaf 1950-2023 R.I.P.
Een bont gezelschap verzamelde zich 15 november in Brasserie Nel in Amsterdam om niet alleen de 73ste verjaardag van Rob Hoogland te vieren, maar ook om het glas te heffen op zijn laatste bundel columns. Of, nou ja, laatste..? Sinds Hoogland in 1989 begon met het schrijven van columns tikte hij een slordige achtduizend stukjes bij elkaar. Een groot deel daarvan bundelde hij in 2015 in 'De Grote Hoogland', een ruim driehonderd pagina's dik boek met daarin enkele honderden van zijn beste columns. Niet alleen sneuvelden er acht jaar geleden al veel, sinds hij officieel met pensioen ging, schreef hij vrolijk door, voor zijn krant DeTelegraaf, maar ook voor onder meer Golfers Magazine waar hij inmiddels ook alweer bijna honderd stukjes tikte over de sport die hem zo na aan het hart ligt. Hoog tijd dus om een nieuwe bundeling te maken, de laatste die hij meemaakt, zo voorzag hij bij de lancering. 'Na de Grote Hoogland en de Oude Hoogland ligt de Dode Hoogland nogal voor de hand, maar dat is dan niet meer aan mij', kreeg hij de lachers op zijn hand in de Amsterdamse horecagelegenheid waar een bont gezelschap (o.a. Guus Hiddink, tal van Telegraafcollega's, collega-columnisten als Sylvia Witteman en Theodor Holman, voormalig minister Ronald Plasterk en demissionair staatssecretaris Gunay Uslu en een handvol NVGJ-leden) zich op de 73ste verjaardag van Hoogland verzameld had. De Oude Hoogland is een uitgave van EzoWolf en bevat naast columns uit de Telegraaf ook enkele columns die eerder in Golfers Magazine hebben gestaan en enkele speciaal voor dit boek geschreven bijdragen. Het kost €23,95 en is verkrijgbaar bij de boekhandel en online.
Rogier Carper, de zoon van ons overleden lid Meinard Carper, stuurde ons het volgende: "Als je op een mooie dag, zo langs de Texelse Golfbaan loopt en tegen de duinrand bij Hole 6 aankomt, dan staat daar nu een mooi eerbetoon aan mijn vader. Neem plaats op de bank en kijk of anderen ook een Hole in One slaan. Scan de QR-code en luister naar het prachtige lied wat mijn zus gezongen heeft en leef mee met het familiemotto.'' Op de website van de Texelse stond de volgende tekst: Oplettende wandelaars op het Hanenpad is het wellicht opgevallen. Ter hoogte van hole 6 is het bankje aldaar vervangen door een nieuw, gedenkwaardig exemplaar, namelijk ter nagedachtenis aan de in juni 2022 overleden Meinard Carper. ‘Ik wilde geen steen of urn en al helemaal niet op zo’n opgepropte begraafplaats’, dat leek mij niets’ aldus zijn vrouw Tineke. Een bankje bij de golfbaan leek haar wel wat en zo geschiedde. ‘Het is een mooie manier om Meinard te gedenken. Hij was een fanatieke golfer – hij heeft ooit op hole 6 een hole-in-one geslagen - en heeft altijd zijn ziel en zaligheid in golf gelegd, vooral op De Texelse. Via Anita Hiemstra en Hans Witte kwam Tineke bij Novalishoeve terecht alwaar het houten bankje werd vervaardigd. En op maandag 23 oktober is in het bijzijn van onder meer hun twee kinderen, drie kleinkinderen en met behulp van Hans Witte het bankje geplaatst. Bijzondere bijkomstigheid is dat aan de linkerkant van de bank een QR-code is aangebracht. Als die code wordt gelezen door een mobiele telefoon of een Ipad, kan je het lied horen dat dochter Tessa heeft gezongen op de crematie. Dus mocht u tijdens het wandelen op het Hanenpad even willen uitrusten, het bankje van Meinard is een bijzonder moment voor een stonde contemplatie.
Er is weinig vervelender dan een nieuwe indeling van het een of ander. Een website, de supermarkt, de keukenkastjes. Tot je na een paar dagen niet eens meer weet hoe het eerder was.
Niels Paauw is winnaar geworden van de Golfpersprijs met het artikel ‘Andere tijden Golf’ over de beginjaren van de Ryder Cup, dat verscheen in Golfers Magazine. De twee andere genomineerden waren Roy Heethaar met ANWB Golfweekendcursus – na twee dagen het echte werk? (op Golf.nl) en Ralph Blijlevens, die voor het AD een artikel schreef over de Netflix serie Full Swing.
De finales van de Masters op het Rijk van Nunspeet heeft in zowel de A- als B-categorie de zaak behoorlijk op z’n kop gezet. Zowel Henri van der Steen (A) als Onno Hansum (B), als winnaars van de Order of Merit met 250 punten begonnen, redden het niet. Henri eindigde als vierde, waardoor Anton Kuijntjes hem voorbij kon steken. Onno moest het in een directe confrontatie met Leonard van Nunen afleggen met een minimaal verschil van 25 punten. Foeke Collet haakte door fysieke malheur voortijdig af.