Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
19.06.2021
Op onze site worden enkele sponsors nader voorgesteld door middel van een interview. Na Frank van Wezel van Duca del Cosma deel 2: Eric Venghaus van Zorg Vastgoed Management: "Ik hou wel van die eigengereide journalisten..."
De levensloop van Eric Venghaus laat zich beschrijven als een enerverend jongensboek. Hij groeide op in een groot, liefdevol, maar arm Surinaams gezin in “het Haagsche” van de jaren vijftig en zestig. Na zijn studie vliegtuigbouw maakte hij bliksemcarrière in de offshore- olie-business en in die branche begon hij al snel voor zichzelf. Vervolgens switchte hij naar de handel in appartementsliften. Tussen de bedrijven door werd hij eigenaar en pikeur in de paardenracerij.
Gaandeweg raakte hij gepokt en gemazeld in politiek Den Haag. De laatste jaren verovert hij project na project in de zorg- en bouwsector met zijn bedrijf Zorg Vastgoed Management. Het heeft hem allemaal geen windeieren gelegd, maar hij praat er bescheiden en vooral anekdotisch over.
Eric ontvangt de NVGJ-delegatie in het clubhuis van zijn homecourse De Rijswijkse, waar hij als vanzelf begint over zijn liefde voor het golfen. “Hier heb ik een jaar of zeven jaar geleden mijn GVB gehaald, samen met mijn vrouw en zoon. Dat me dat lukte was een wonder, want ik kon er werkelijk geen pepernoot van. Toch maar les genomen, doorgezet en blijven hangen voor de gezelligheid. Intussen heb ik handicap 18 en is het een heerlijk tijdverdrijf voor me. En niet onbelangrijk; het
publiek hier doet lekker normaal, totaal geen Haagse kak. Leden, greenkeepers en barpersoneel, ze zijn allemaal superaardig”.
Hoe vindt hij er de tijd voor met zo’n drukke job? Eric: ”Daar máák ik tijd voor. Net als voor lekker lunchen met mensen die ik graag mag. Van alleen maar werken wordt geen mens beter. Ik gebruik golf ook helemaal niet voor mijn relatiebeheer. Ik speel puur voor de ontspanning”.
Die visie moet wel kloppen, want zijn Zorg Vastgoed Management BV is al jaren marktleider op het gebied van het ontwikkelen, financieren en realiseren van zorgcentra en gerelateerde woonconcepten. ZVM is de grootste landelijke partner van eerstelijns zorggroepen en maakt het mogelijk dat de huisarts, de fysiotherapeut, de apotheker en mogelijk andere specialisten bij mensen in hun eigen buurt op de begane grond onder één dak komen. Dat bespaart ze veel gedoe en het levert de gezondheidszorg een besparing op van zo’n 12 miljard euro per jaar. Op de bovengelegen etages van die zorgcentra worden seniorenappartementen
verwezenlijkt, van alle gemakken voorzien. Ook winkels voor de dagelijkse boodschappen krijgen waar mogelijk een plek in het complex.
Eric: “Bejaardentehuizen zijn er allang niet meer en van oude mensen wordt verwacht dat ze zo maar overal naartoe kunnen gaan, terwijl de dokter, de fysiotherapeut en de apotheker vaak best een end verderop zitten. Het doel is het leven van deze mensen fijner te maken en dat van artsen en andere participanten praktischer”.
Eric’s aandacht gaat nu uit naar een paar specifieke projecten; de bouw van 120 appartementen met een groot gezondheidscentrum eronder in Nieuw-Vennep en de
verwezenlijking van 210 woningen in Rotterdam direct aan de Maas, met uiteraard een gezondheidscentrum. Daarnaast heeft hij ook net een contract gesloten met een thuiszorgcentrum in Eindhoven.
Terug naar het golfen. Hoe is hij ooit bij de NVGJ terechtgekomen en wat is zijn belang bij het sponsoren van ons matchplay toernooi? Eric: “Mijn maatje Alex Jongman, ook sponsor van de NVGJ, nam mij een keer mee en ik voelde mij direct thuis. Ik ben eigenlijk niet zo van clubjes en competities, want ik bepaal graag zelf waar en wanneer ik speel, maar de NVGJ voelde direct als een warm bad. En de klik met journalisten is er, want dat zijn lekker eigengereide figuren, net als ik.
De een komt van De Telegraaf, de ander van De Volkskrant, die weer van radio of tv, weer een ander van een sportblad en ze hebben allemaal hun eigen verhaal. Toch is het één hechte club. Dat vind ik gaaf. Als buitenstaander word ik warm onthaald. “Hé Eric leuk dat je er weer bent!”.
Hij is inmiddels 69, ziet er fit en gesoigneerd uit, maar toch….. wil hij zelf zo langzamerhand niet een zorgeloze pensionado zijn? “Ach”, stelt Eric, “het is net als bij golfen; als je het een tijd doet sta je niet meer zo te ploeteren, maar laat je de clubs het werk doen. Zo kan je er jaren mee door. Door jarenlange ervaring voel ik weinig druk meer. Daarbij zijn wij goed georganiseerd. Er liggen draaiboeken klaar voor alle denkbare projecten. Die hoeven wij alleen maar te ontvouwen. Wij
kennen de wet- en regelgeving als onze broekzak en verantwoordelijke ministers, wethouders, ambtenaren, architecten en leveranciers weten we goed te vinden. Mogelijk gedoe wordt in de kiem gesmoord door alles van tevoren in elk detail vast te leggen”.
“Zo kunnen wij bouwprojecten per uur plannen. Onlangs hebben wij een heel complex in zes maanden tijd tiptop afgeleverd. Dat gelooft bijna niemand, maar toch is het zo. Daarbij voelt het goed iets van maatschappelijke waarde te bewerkstelligen. Hindernissen zie ik als uitdagingen. Net als bij golf. Hoe mooi is het niet als je bunkers, waterpartijen en bosschages weet te vermijden en je
de bal lekker op de green belandt? Dat geeft een kick. Elke keer weer”.
Zal je altijd zien. Als een van de twee spelers bijtijds weg moet, moeten er extra holes gespeeld worden. 'Gelukkig' duurde de play-off niet lang. Voor Martijn dan. Sonja was er minder blij mee. Lang verhaal kort; ik won, Sonja verloor, al was het een dubbeltje op zijn kant.
We wisten niet van elkaar dat we ooit een tijdje werkzaam waren voor hetzelfde bedrijf: de uitgeversgroep NDC/VBK. Dat moet in de periode 2005-2012 zijn geweest. Aernoud Jan bovenin de top bij de boekenpoot (VBK), ikzelf als (eind)redacteur bij de noordelijke dag- en weekbladen (NDC), vooral de Leeuwarder Courant. Nu bestiert Aernoud Jan zijn eigen uitgeverij (Edicola, gevestigd in Deventer, 8 mensen in vaste dienst, 20 zzp’ers) – dat wist ik dan weer wel. ‘Gemiddeld geven we anderhalf boek per week uit’, vertelde hij. Dat is zo’n tachtig boeken per jaar. Recente bestsellers zijn de biografieën van schaatscoryfee Irene Schouten (meer dan 20.000 exemplaren verkocht) en André van Duin (idem).
Twee winnaars op de Veluwse ‘Ik kom, maar bestel wel een buggy voor me’, liet Henri me twee weken geleden weten over onze afspraak om vrijdag 16 mei de 1e ronde Mr Glow te spelen. ‘We kunnen nog drie weken uitstellen’, opperde ik. ‘Die tijd heeft Louis ons gegeven.’ Maar Henri hield voet bij stuk. Ook al had hij enkele weken geleden van zijn neuroloog gehoord dat die niets aan zijn rugklachten kon doen en had hij niet meer gespeeld sinds Nunspeet. ‘Kom je wat eerder voor koffie en inslaan?, appte ik nog. ‘Inslaan?! Ga zelfs geen oefenswings maken. Zo min mogelijk bewegen!’, appte hij terug. Met gemengde gevoelens ging ik naar de baan; wordt dit een leuke wedstrijd? Henri, wellicht gefrustreerd. Ik, wil zo niet winnen. Nou ja, hij wil zelf spelen, we gaan het zien. Met een stralende lach, roepend ‘Wat is het hier prachtig’, kwam hij aangelopen. ‘Eerst maar de buggy halen.’ Samen stonden we te klungelen bij het hok; Hoe gaat die deur open? Is dit zijn achteruit? Met enige hulp kregen we hem eruit en aan de praat. Toch een paar oefenputjes en de baan in. Henri, ook van rood. Ik, 8 slagen mee. Teveel volgens Henri. Zijn eerste afslag bleef laag, maar kwam ver. Zo ook de tweede slag. Hij verloor de 1e hole dankzij mijn extra slag. Allebei in 5. De tweede halften we. Op de derde, een lange par 4, de moeilijkste, kwam zijn verre afslag in de bunker, maar die speelde hij er geweldig uit. Alleen dankzij een fijne put en een extra slag, won ik deze hole. Inmiddels werd me duidelijk dat Henri zoveel routine heeft dat hij ondanks een paar maanden geen golf heel behoorlijk speelt. Al stond hij inmiddels wel 4 down. Op hole 7, een pittige par 4 vertelde ik hoe tijdens mijn eerste wedstrijd op de Veluwse, een clubgenote in 1 slag bij de berkjes (170m) lag en met de tweede slag (150 m) op de green. Twee puts en daarmee een par. ‘Zo moest het dus’. Prompt deed Henri haar na; zijn eerste gewonnen hole. Opluchting op zijn gezicht. Het was er nog. Hij kreeg er zichtbaar weer geloof in. En hij genoot. ‘Wat een mooie baan is dit’, herhaalde hij. ‘En wat een geweldige dag.’ Intussen slonk mijn voorsprong, we wonnen de holes zo ongeveer om en om. Henri speelde de par 5 prachtig in 5, we halften de par 3 en op hole 15 had ik twee slagen nodig om uit de bunker te komen; nog 2 down. Nu de hole die Henri als eerste won (de Veluwse is een 9 holes baan); we stonden allebei op scherp, lagen samen aan de rand van de green, maar Henri putte tot twee keer te voorzichtig: 3/2. Een dikke omhelzing en een zoen. Terwijl we naar hole 17 gingen bekende hij; ‘Deze wedstrijd heeft twee winnaars. Ik ben zo blij dat ik geen last van mijn rug heb. Ik denk dat ik me gewoon voor Welderen ga opgeven. En misschien ook voor de Gelpenberg. En mijn schaamte voor de buggy, ach dat zit vooral in mij.’ Zelf besefte ik natuurlijk dat Henri zonder zijn rugpauze waarschijnlijk een stuk moeilijker te verslaan was geweest. Op het zonovergoten terras, glas wijn erbij, praatten we na, over schrijven, boeken. Over ego-documenten; schrijfsels van mensen over hun leven, een hype. Henri bestudeert die momenteel. En hoe anders en moeilijk fictie schrijven is voor journalisten. Ik: ’Je fantasie aanzetten’. Henri: ‘Die hebben we misschien wel te lang uit moeten zetten, omdat we ons bij de feiten moesten houden. En nu kunnen we het niet meer.’ Een heerlijke middag. Al schaamde ik me voor de ooit zo vermaarde keuken van de Veluwse; een broodje bal met frietjes, was de daghap. Het is dat er een lekker glas wijn bij stond.
Sponsor Alwin de Rijke is trainer-opleider en directeur van The Sparring Partners. Hij en zijn collega's zijn vooral actief in leiderschap en personlijke ontwikkeling. Een kleiner, maar onderscheidend deel, zijn (anti-)agressietrainingen. Bij de laatste gebruikt hij vechtkunst, een leek zou het gewoon boksen noemen, om sneller door te dringen tot de kern. ,,Praten, vertellen en uitleggen, oké. Als het fysiek wordt, komt het écht binnen.''
Met trots kondigt de NVGJ aan dat Redexim de titelsponsor is van de Nations Cup 2025, het internationale golftoernooi voor golfjournalisten dat dit najaar plaatsvindt op Texel.
Klop gehad ... van mijzelf ,,Je speelt niet tegen míj, je speelt tegen jezelf.'' Michiel van Kleef had het niet duidelijker kunnen stellen. Ik doe het zelf, kampioen holes verkloten. Totaal niet in de wedstrijd. En matchplay is écht een wedstrijd, puur één-op-één. Mijn voorbereiding op het seizen was ook helemaal niks. Pas vier rondje gespeeld sinds oktober vorig jaar. De hele winter mantelzorger geweest voor mijn beide ouders, verpleger/verzorger voor mijn echtgenote Dea na een hele ongelukkige val met de fiets. Surprisereis moeten annuleren, net als onze eigen winterse golfvakantie. Te veel water Vooraf had ik mij mede daarom ook niet echt een voorstelling gemaakt van mijn matchplay op De Purmer. Alleen dat Michiel zijn ballen gemakkelijk 130-150 meter slaat, ik kom vaak niet verder dan 80-90 meter, 100 max. Met slechts vier slagen mee op de moeilijkste holes red je dat écht niet. In theorie verlies je dan bijna elke par 5 en alle lange par 4-en. Gelukkig spelen we de lussen geel-rood. Niet de witte. De holes op wit zijn té lang, de fairways té smal en er is té veel water. En geel-rood is mij altijd wel goed gezind geweest. En toch: de eerste vier holes beginnen slecht. Ik krijg de bal niet fatsoenlijk weg vanaf de tee. Beetje te voorzichtig, misschien, afslaan met een houten 3. Maar toch: op hole 3 sta ik zo maar 1 up. Heel eerlijk, dat punt krijg ik in de schoot geworpen, want Michiel speelt met een verkeerde bal. Ik schrik er zelfs van. Dit kan niet. Klopt helemaal, want prompt gaat hole 4 verloren; twee keer een waterbal. En er komt nog veel meer water, bedenk ik mij. 'Zó zonde' Ik ben de tel kwijt hoeveel ballen ik in het water heb geslagen. Ik schat een stuk of tien. Heel toepasselijk: ik speel met lakeballs. Dieptepunt: met drie slagen voor op de moeilijkste hole van de rode lus sla ik mijn bal twee meter verder in het water. En vanaf dezefde plek nog eens. Weg voorsprong. ,,Zó zonde'', reageert Michiel hoofdschuddend. Doodzonde! Hoe kun je zo slecht spelen? Nu speel je natuurlijk niet alleen. En Michiel slaat soms - voor mij - wereldballen. Hoe kom jij aan handicap 26,5, vraag ik niet begrijpend. ,,Nou ja, dat heb je gezien. Ik sla wel ver, maar alle kanten op. Mijn pro zegt ook dat ik gemakkelijk naar handicap 20 kan. Alleen op deze manier gaat dat niet gebeuren.'' Om vervolgens weer met een hoek zijn bal zoek te spelen. ,,Dat bedoel ik dus.'' Oké. Putten Zo staat Michiel bij de turn slechts 1 up. ,,Alles is nog mogelijk.'' En dat blijkt ook als ik hole 10 win, dankzij een mooie putt. Gelijk! De putter is weer hot vandaag, maar daarvoor moet ik wel eerst op de green zien te komen. Zo blijkt. De volgende holes gaan verloren. Ik hoef niet eens meer te putten. Vier op rij gaan naar Michiel, deels door eigen handelen. Op hole 15 - een par 3 - beleef ik nog even een opleving, maar op hole 16 - een lange par 5 - gaat bij 3&3 definitief het licht uit. 'Je speelt niet tegen mij, je speelt tegen jezelf', herhaal ik de harde maar juiste observatie van Michiel. Michiel, succes in de volgende ronde. En ondanks de smadelijke nederlaag was het toch een aangename golfmiddag. Bedankt!