Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
18.07.2020
Dat ik ooit golf zou spelen lag niet in de lijn der verwachting. Opgegroeid in een arbeidersmilieu was voetbal mijn sport. Gezien mijn beperkte capaciteiten op dat gebied was ik na de jeugd doorgestroomd naar een bierelftal met allemaal ‘oudere’ mannen. Ik was de enige die studeerde, de rest werkte. Een daarvan was een golfende ICT-ondernemer, die mij uitnodigde om mee te gaan naar een relatie golfdag van Toshiba.
Hij speelde mee met de wedstrijd, terwijl ik mee mocht doen aan de clinic. Ik raakte per ongeluk één bal goed en was verkocht. Als aandenken heb ik heb nog steeds een jas van Toshiba in de klerenkast hangen die ik als prijs won omdat ik de neary sloeg met chippen. Een prijs die me werd uitgereikt door een nep Prins Bernard, waarvan ik me later -eenmaal bij de NVGJ- afvroeg of dat wellicht Andreas van der Schaaf was geweest.
Niet onbelangrijk voor mijn persoonlijke leven was overigens dat deze golfdag zich afspeelde op Het Rijk van Nijmegen. In die stad woonde namelijk een ex-vriendin van me die me een half jaar daarvoor aan de kant had gezet. Natuurlijk had ze daar spijt van gekregen en had me bij haar uitgenodigd om weer eens te praten. Ik had mijn twijfels, maar omdat ik toch in Nijmegen was, liet ik mij na het golfgebeuren keurig in het pak afzetten bij woonvereniging Voorwaarts. Daarna ging het snel en een paar jaar later woonde ik in Nijmegen en was ik vader van twee zonen. En dat allemaal dankzij een golfclinic.
Via Martijn Paehlig, die ik had leren kennen via mijn website www.budgetgolf.nl(externe link), kwam ik een kleine acht jaar geleden achter het bestaan van de NVGJ. Volgens mij heb ik gewoon een brief geschreven met als resultaat dat ik proeflid mocht worden. Een wachtlijst was er in die dagen blijkbaar al niet meer.
Na afloop van mijn eerste wedstrijd zat ik tijdens de ledenvergadering naast collega nieuw lid Robbert Meeder. Diverse keren keken we elkaar aan met een blik van ‘Wat voor zootje ongeregeld is dit in Godsnaam?’ Maar het voelde daardoor wel meteen goed, ondanks dat er voor mij veel wat oudere mannen (en een paar vrouwen) rondliepen, die ik allemaal niet kende. Pas later kwam ik erachter dat er veel keien uit de (sport)journalistiek en fotografie tussen zaten. Maar ja, ik las in die dagen alleen De Volkskrant…..
Hoewel ik niet vaak kom, zijn de NVGJ-wedstrijden wel hoogtepunten in mijn golfjaar. Ik heb er een schoolreisjesgevoel bij. Zoals ik vroeger van opwinding aan het stuur van mijn fiets trok waardoor het voorwiel van de grond kwam, zo zit ik nu in de auto. Gelukkig blijven nu de wielen wel op het asfalt. Eenmaal op de golfbaan aangekomen ben ik blij al die bekende gezichten weer te zien, geniet ik van de sfeer, de humor in de kleedkamer en de gesprekken. Ik ben nog nooit teruggereden met het gevoel dat het een verloren dag was, ook al had ik nog zo slecht gespeeld.
Van de NVGJ naar mijn golfhoogtepunt is maar een klein stapje, want dat hoogtepunt speelde zich af bij de NVGJ. Ik won namelijk zo’n zeven jaar geleden de B-categorie van de Mazda Masters op De Goyer met een puntentotaal van ruim in de veertig. Hoewel ik na afloop van mijn ronde me nog afvroeg of dat wel genoeg was (als ik zo makkelijk scoorde, zou de rest dat ook wel kunnen), feliciteerde flightgenoot Léon Klein Schiphorst me direct na afloop. Zelf zegevierde Léon in de A-categorie, maar dat verbleekte een beetje bij mijn puntenaantal. Sorry Léon.
Dat in het clubhuis Christiaan Scheen (de enige naam die ik vanwege de tv wel kende) achter de piano plaatsnam en er luidkeels We all live in a yellow submarine werd gezongen, heb ik trots ondergaan. Ik wist zelf tenslotte wel beter. De daar gewonnen reistrolley gebruik ik overigens nog elke vakantie en bij elke wedstrijd van de NVGJ, waardoor ik nog geregeld terugdenk aan mijn enige NVGJ-zege.
Ik geef het stokje graag door aan Ragnar Niemeijer, die tegenwoordig ook in de herenmode schijnt te zitten.
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein