Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
19.07.2023
Na de nederlaag in de finale van 2022 was Willem nu in de kwartfinale te sterk. ‘Ooit komt de dag dat je van hem wint. Ooit’.
Had ik hoop dat dat ‘ooit’ op dinsdag 25 juli zou vallen? Tot een paar dagen voor de afgesproken speeldatum zeker niet, maar uitgerekend een dag voor onze wedstrijd op Waterland plaats zou vinden speelde ik die ene ronde in het seizoen dat je even denkt dat je het kan, verlaagde ik na tal van verhogingen eindelijk de handicap weer eens, en deed ik dat ook nog eens op de baan waar we elkaar een dag later zouden treffen voor de veel te vroeg uit de koker van wedstrijdleider Louis gekomen ontmoeting tegen wat ik niet anders kan noemen dan mijn angstgegner.
We zijn aan elkaar gewaagd, het verschil in handicap is klein, de verschillen in de uitslagen zijn nooit groot, maar in elk van de vier voorgaande ontmoetingen viel het kwartje de kant op van Willem. Zou het nu dan gaan gebeuren? Niet alleen had ik misschien wel net op tijd de vorm gevonden, de handicapverlaging was precies zo uitgekomen dat ik Willem nog altijd maar één slag moest geven (daarover later meer) en daarbij was mijn tegenstander vooral druk met een nieuwe baan bij de krant waardoor we nog geen 24 uur voor onze starttijd keken of we de wedstrijd niet op konden schuiven. Dat deden we uiteindelijk ook, maar niet meer dan een kleine anderhalf uur waardoor Willem zich alsnog moest haasten en hij vooral hoopte ‘niet 25 andere dingen in mijn hoofd te hebben.’
Zou het vandaag dan..?
Met parren op 1 en 4 en bogeys op 2, 3 en 5 leek het daar in het begin in elk geval wel op. Twee up na vijf. Willem zelf speelde die eerste holes ook prima, alleen scoorde ik net even wat beter.
Wie wel eens met Willem gematchplayed heeft weet echter dat als iemand een vechter is, hij het wel is. Je kan het zelfs horen: met het toenemen van de ‘come on’s’ nam ook de verbetenheid toe en voor ik het wist bereikten we na een kleine anderhalf uur de turn met een stand van 1up voor Willem: ik verpestte hole 6 waardoor Willem niet eens meer hoefde te putten voor par, we deelden de punten met een bogey op de lange zevende, waarna Willem met een fraaie chip en een par de achtste won en ook de negende nadat ik met een drieputt tegen de tweede dubbel van de ronde aanliep.
Zo snel als de eerste negen gingen, zo traag begon de back-nine. Ondanks het late uur kwamen we in een file van vierballen terecht die zijn weerga niet kende. Waar het eerste kwartet ons nog direct doorliet, keek het viertal daarvoor niet op of om. Dat we daar allebei last van hadden bleek vooral op hole 10 (bal in het water vanuit het midden van de fairway door Martijn) en hole 12 (teeshot onvindbaar / out of bounds door Willem). Dat laatste schot had makkelijk de ommekeer in de wedstrijd kunnen zijn die inmiddels weer gelijk stond: Willem was er even helemaal klaar mee en als ik hole 13 nu gewoon speelde zoals ik dat de laatste maanden deed dan zou het 2up worden met nog vijf te spelen. Een fijne marge. En hoewel ik 13 precies zo speelde als de bedoeling was, we werden doorgelaten bovendien, zag ik daarbij één ding over het hoofd: die ene slag die ik op de ronde moest geven. Dan heeft het tactisch als een par-5 spelen van deze lastige par-4 geen zin. Al helemaal niet als je tegenstander de hole perfect speelt waardoor je zelf volgens plan gemaakte bogey direct waardeloos wordt.
Het was een van de weinige fouten, maar wel een heel dure. Bijna net zo duur als de foute shotkeuze op vijftien (hoezo dacht ik dat ik een bananenbal van tweehonderd meter uit de rough kon spelen?) waardoor ik niet meer dan een bogey maakte tegenover Willem’s par waardoor het verschil ineens 2up was in zijn voordeel in plaats van andersom en ik van de drie resterende holes er in elk geval twee moest winnen, drie zelfs als ik niet opnieuw net als in de finale van 2022 in een play-off terecht wilde komen.
Natuurlijk was de herinnering aan die beslissende partij van vorig seizoen nooit ver weg, zeker niet toen ik boven mijn putt van ruim twee meter stond op de par-3 zestiende. Toen op De Pan had ik op hole 18 een putt van iets meer dan een meter voor de overwinning, maar miste ik. Nu had ik een dubbel zo lange putt die ook moest vallen om de partij in elk geval in leven te houden, Willem had zijn drie meter lange parputt immers al gemaakt.
En zowaar, op een dag waarop ik het vooral op de greens liet liggen lukte dat en even overstemde mijn ‘Yes!’ Willem’s ‘come on’s’, ook al was het van korte duur: op hole zeventien was de putt om de hole te winnen en de partij naar achttien te brengen, net zo lang, maar nu viel hij niet. Geen play-off, geen halve finale, laat staan een herkansing in de finale. Wel een mooie intense matchplaypartij tussen twee mannen die gezelligheid belangrijk vinden, maar vandaag ook gewoon heel graag wilden winnen. Dat laatste was Willem gegund, de gezelligheid ons beiden na afloop op het terras. Terwijl de vierballen die ons doorlieten de finish in het schemerduister maar net haalden, proostten we op een mooie golfronde en waren de felicitaties voor de winnaar.
Wéér niet gewonnen van Willem. Voor de vijfde keer alweer.
‘Ooit komt de dag dat je van hem wint. Ooit’, las ik na het doorgeven van de uitslag in mijn display.
Zou het?
Martijn
De slotavond van de NVGJ had alles: spanning, drama en een flinke dosis Murphy’s Law. In de A-categorie kroonde Foeke Collet zich tot tweevoudig kampioen van de Charles Taylor trofee. Halverwege de ronde ging hij nog languit op de grond liggen na een lullig chipje waarbij het in zijn rug schoot. Toch sprokkelde hij onverstoorbaar 36 punten bij elkaar. Mr. 34-35-36 zat dit keer aan de hoge kant. “Never underestimate the injured man,” bleek het motto van de avond.
De laatste reguliere wedstrijd van het seizoen is geweest, de finalisten die tijdens de Masters strijden om de Charles Taylor Trofee zijn bekend. Hoewel reikhalzend of met enige spanning (maar niet bij Foeke, merkte hij tijdens de prijsuitreiking fijntjes op) werd uitgekeken naar de wedstrijd op Haviksoord, want Major en dus bonuspunten, leverde deze dag wel veel nattigheid op (en veel gezelligheid, dankzij Anton en Monique van Dirk Doet), maar niet of nauwelijks verschuivingen in de diverse Order of Merits – we hebben er best veel. Bovenin waren er ook weinig verschuivingen te verwachten. Foeke speelt gewoon altijd 35 punten, tenzij een keer 34 of 36. In B zijn Sonja en Harald het gewone volk allang ontstegen. Hooguit kon iemand van plekje stijgen of dalen, dat was het wel zo’n beetje,. Alle finalisten zijn dus bekend al moet tot donderdag een voorbehoud gemaakt worden met betrekking tot de deelname van Henri van de Steen. Ondanks nagenoeg het hele jaar al fysieke malheur, een operatie aan de rug enkele maanden geleden, en sindsdien ook geen golf meer, staat hij in A nog steeds op een degelijke zesde plek. En dat is goed voor een partij tegen Hélène. Donderdag hoort hij meer van de specialist en probeert hij nog enkele oefenswings, maar dankzij een Spartaans herstelprogramma (‘Oefeningen, rusten, fietsen maar op de hometrainer, stukjes wandelen, daarna voorzichtig alles doen wat een man normaal doet, voorzichtig wel’) gaat hij ongetwijfeld aantreden. Desnoods met de P vanaf oranje – al is dat volgens de voor de zekerheid zojuist aangepaste reglementen niet meer toegestaan. Finalisten Goed, wie gaan er de baan in. Foeke v Martijn Marijke v Louis Hélène (laat je je handicap nog even weten?) v Henri (vermoedelijk dus) Frank H v Peter van W. Als Henri onverhoopt toch afhaakt, mag de nummer 9 de plek opvullen, maar dat is Cara en die zit in Italië. Dan mag uiteindelijk Anton meedoen, zij het voor spek en bonen, want niet voor bonuspunten en zo. Speelt dan tegen Peter van Weel, ook leuk. Alleen de nummer negen mag bij ontstentenis van een van de finalisten, reglementair toetreden tot het elitegezelschap van de beste acht. De finalisten in B zijn: Sonja v Harald René v Elaine Hannie v Leonard Roland v Hans T. De sponsors hebben een eigen finale en die is tussen Jolanda en Alwin. Puntentelling Louis merkte bij de prijsuitreiking op dat iedereen in de finale weer op nul begint. Dat is niet helemaal waar: de punten in de Order of Merit spelen weliswaar geen rol meer, maar daar komt een ander systeem voor in de plaats: de nummer een vertrekt met 250 punten, nummer twee met 200, nummer drie met 175 en zo aflopend tot 50. Datzelfde aantal punten valt weer te verdienen door goed te scoren: de beste in beide categorieën verdient weer 250 punten, de nummer twee 200, enz. Omdat hierdoor in het verleden vaak gelijke standen werden bereikt, zijn hier vorig jaar voor de finale weer bonuspunten aan toegevoegd, zoals bij de majors: 80 punten aflopend tot 10. Daardoor kan het toch weer spannend worden maandag. Voorbeelden, Brouwer, anders is het niet te volgen! Als Foeke vierde wordt, verdient hij 150 punten + 50 bonuspunten is 200. Opgeteld bij 250 punten bij de start, maakt dat 450. Louis (nr 4) start tijdens deze finale met 150 punten. Als hij de beste is, krijgt hij er 250 + 80 (bonus) bij, maakt in totaal 480. En wint hij de Charles Taylor trofee (mits Martijn geen tweede wordt). (Bedenk na deze diepe zucht: Jullie hoeven dit alleen maar te lezen, de Weco moet er mee werken). Louis Aan Louis werd gevraagd of hij misschien van rood zou gaan tegen Marijke. Misschien de moeite waard om te overwegen, zei hij, al concludeerde hij al snel: ik vind dat de mannen , in elk geval in A, van geel moeten spelen. Velen waren verbaasd dat Leonard, die in één week tijd zijn handicap met drie punten heeft verlaagd tot 13-en-een-beetje, toch van rood speelde. Maar voor Leonard is golfen dan ook vooral een denksport: bestudeer de baan van tevoren , bedenk waar je met je afslag graag wilt liggen en zoek daar niet alleen de juiste club maar ook vooral ook de juiste tee bij. En sla vervolgens niet toch het bos in. Die teekeuze zal nog wel een puntje van aandacht worden, in de Weco, volgend jaar, vermoedde de wedstrijdleider van dienst. Maar eerste nog even een best ingewikkelde wedstrijd. Want behalve een finale is dit ook alweer de eerste wedstrijd, die telt voor het seizoen 2025. Iederéén heeft dus wat om voor te spelen.
‘Heb je droge kleding mee?’, vroeg ik Roland. Op dat moment was onze finalepartij op De Hoge Kleij precies negen holes onderweg. Roland had net geprofiteerd van de extra slag (hij kreeg er acht in totaal) op de holes zeven en negen, waardoor de stand in de wedstrijd weer terug ging naar ‘all square’.
De genomineerden voor de Golfpersprijs zijn bekend. En naast Niels Hooft met zijn videoproducties rondom de Ryder Cup, de Solheim Cup bijlage van de Telegraaf in samenwerking met Golf.nl is ook 'onze' Anton Kuijntjes genomineerd met zijn liefdesbetoog over The Open. Op 3 november wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens de slotavond van de NVGJ door juryvoorzitter Abe Jan ter Beek.
Onlangs bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden begin dit jaar van ons oudste lid Jaap Homan. Hij werd 86 jaar. Jaap was een enthousiast lid van het begin van het ontstaan van de NVGJ in 1994 maar geen ‘founding member’. Jaap werkte bij het Nieuwsblad van het Noorden, eerst op de sportredactie en later als algemeen verslaggever. Door een fusie in 2002 met de Drentse & Asser Courant ging de combinatie verder onder de naam Dagblad van het Noorden. Hij was heel vaak aanwezig bij de wedstrijden van onze vereniging en ook meldde hij zich altijd aan voor de buitenlandse trips, mits hij toestemming had gekregen van ‘het parlement’ zoals hij zijn Ada steevast noemde, maar zij lag nooit dwars en gunde Jaap zijn uitjes met de NVGJ. Jaap woonde in Roden, in het noorden van Drenthe en was vaak de deelnemer die van het verst weg kwam. Misschien was het ook wel vanwege zijn vele deelnames dat hij, steevast in de B-categorie hoge ogen gooide op de jaarranglijst. Hij wist de Order of Merit in de B-categorie zelfs drie keer te winnen, in 2000, 2002 en 2003. Dat was ook de periode dat de NVGJ een aantal jaren op rij welkom was op zijn homecourse, Golfclub Holthuizen. Voor de winnaar had hij een toepasselijke prijs geregeld; een Drents keitje, waarop hij een gegraveerd plaatje had geknutseld met de tekst ‘Winnaar Drentse Kei’. Het is inmiddels al langer dan tien jaar geleden dat Jaap aan een wedstrijd van de NVGJ meedeed. In zijn actieve periode klaagde hij al vaak dat hij niet zo ver meer sloeg als vroeger. Hij was nooit lang van de tee, maar zijn fysieke gesteldheid maakte dat hij, ook van de rode tees, nog meer aan lengte inboette. Dit was de voornaamste reden dat hij liever stopte dan blijven aanmodderen. Toen Jaap de krant vaarwel had gezegd met dank aan de VUT regeling stopte hij niet met schrijven. Hij schreef artikelen voor golfkranten en – magazines en stelde ook een boek samen over de schaatsprestaties van de inwoners van zijn provincie. Een beetje parmantig prijkte zijn naam op de cover van dat boek, met die ene D. na zijn voornaam, precies zoals deze ook steevast onder zijn krantenstukjes stond. Nooit geweten waar die D voor stond maar de overlijdens advertentie gaf het geheim prijs, Date! We zullen Jaap missen en de NVGJ verliest in hem een ‘character’ zoals de Engelsen een uniek persoon noemen. (Tekst: Louis Westhof / Ruud Onstein